Weer een tempel in Jeruzalem ?
toals we in het eerste artikel zagen, de tempel van Salomo gebouwd op jerg Moria, die 742 m hoog was. Hij ld met het front naar het Oosten, het punt, waar de zon opkwam ^n de nog 60 m hogere Olijfberg. . dal van de beek Kidron ligt ertusi Deze tempel was kleiner dan de jre van Herodes, maar prachtig en itbaar. Hij heeft er ongeveer 400 jaar ;aan en werd in 586 v. C. door een _.eer van de Babylonische koning jucadnezar platgebrand, nadat hij jaar tevoren de koning Jojachin had ;gevoerd. De laatste koning Zedewerden de ogen uitgestoken en loeid werd hij naar Babyion geicht, waar hij tot aan zijn dood angen zat (2 Kon. 25 : 7). Ook de ipelschatten werden meegevoerd, luizenden steenhouwers hadden de jsteen uit de rotsen gehouwen. Ante arbeiders zorgden voor het cedert van de Libanon. De tempel stond een verhevenheid van drie meter; treden leidden naar de ingang. weerskanten ervan stonden de en Jachin en Boaz op enige afstand de muren, dus geheel vrij. Eerst men de priesters in een voorpor- (het gewone volk had alleen toeg tot de voorhof) en vervolgens in Heilige. Dat zal ongeveer 18 bij 9 13 m. zijn geweest. Vloer, wanden en waren van cederhout. Het inter was overvloedig met bladgoud •sierd. Daarachter was het Heilige Heiligen, dat via een trap bereikt 'd. Dit was een ruimte van 9 bij 9 9 m, dus precies een kubus. Yen 's waren er niet in. Beide afdelinwaren gescheiden door twee deur- [ugels van cypressenhout en een ichtig gordijn met cherubim-figuren, het binnenste voorhangsel werd :oemd.
de voorhof stond het brandofferar en ten zuiden daarvan de kopezee (2 Kron. 4 : 1), bijna 1 dm dik, m in doorsnede en 2V2 m hoog. Hij ;e op de ruggen van twaalf koperunderen, drie naar elke wind- l :ek. En voorts waren er bij deze «" nog tien koperen wasbekkens. & het heilige waren ten eerste tien ^uden kandelaars, verder tien tafels met toonbroden en het reukofferaltaar Sfk in het Allerheiligste stond de ark K verbonds onder twee gouden en- ^•pnfiguren (cherubim), wier vleugels '^wli over de gehele breedte uitstrek tel- Ze waren 4V2 m hoog!
e bouw van Salomo's tempel heef en jaar geduurd. Salomo, die leefde 992 tot 932 V. C, begon eraan in vierde jaar na zijn troonsbestij- Het bouwwerk is omstreeks het 962 V. C. voltooid en met een !0t godsdienstig feest in gebruik geien en ingewijd door Salomo zelf, daarbij het langste gebed uitsprak, in de Schrift staat opgetekend. 'e tempel van Zerubbabel wordt zo loemd naar een nakomeling van kog Jojachin, die als gouverneur of [dhouder van Judea was benoemd ir de Perzische koning Kores (Cyprus de ongewijde geschiedenis), die ook r het Babylonische rijk regeerde !ze Kores had de Joodse ballingen in ? V. C. toegestaan desgewenst naar hun vaderland terug te keren. Een deel van hen deed dit ook, enkele tienduizenden. Op de puinhopen van het oude ipelplein bouwden ze eerst een iuw brandofferaltaar en daarna legze de fundamenten van de tweede pel. Vlug ging de bouw niet, want hadden zoveel te doen. Maar in 516 C. was hij toch voltooid. De ouden dagen, die de tempel van Salomo gekend hadden, waren bedroefd teleurgesteld, want deze nieuwe ipel was daarbij vergeleken „als its" in hun ogen (Haggaï 2 : 4). Hi is inderdaad lang niet zo mooi en 'Ot. Er was geen ark des verbonds want deze was in Babylonië verenen of stond vermoedelijk in één of Sere heidense tempel in Babel. He iüige der Heiligen was dus gehee ig- En in het Heilige was slechts één "delaar in plaats van tien. Maa volk van Juda had weer een temil. al was het een zeer bescheiden I bouwwerk. Wat kon men meer van de LJpie ballingen verwachten?
^Vit „tempeltje" van Zerubbabel heef ^^f& •VTeemde veroveraars binnen zijn muren gezien, zoals koning Antiochu Epiphanes van Syrië, maar he eft de stormen van alle oorlogen troebelen gedurende de vijf eeuwen ir Christus' geboorte overleefd, a meermalen door Romeinse veld •en — Pompejus b.v.) — geplunderd was er nog toen koning Herode Grote in het jaar 20 v. C. besloo Joodse volk een groter en mooie pel te geven.
' m anderhalf jaar klaar, maar me vergrotingen, aanbouwsels, versie e tempel van Herodes is van d • de grootste geweest. Dat hij hem it bouwen, was alleen om de Joden behagen, want hij heeft ook heidentempels doen verrijzen. Alleen in d •Qse liet hij geen beelden plaatsen betaalde de bouw niet zelf, maa Joden moesten er zware belastinge ir opbrengen, öf bij de bouw van d irodiaanse tempel nog iets van di "^ Zerubbabel is gebruikt, is niet heaal zeker. Het eigenlijke gebouw ringen etc. bleef men bezig en daarom | staat in Joh. 2 : 20: „Zes en veertig | jaren is over deze tempel gebouwd." | Dit was de tempel, die Jezus heeft gekend en welks ondergang hij heeft geprofeteerd. Ten tijde van zijn omwandeling door Palestina was hij nog niet helemaal klaar. Op het tempelplein, dat Herodes had laten vergroten, was o.a. ook de vergaderzaal van het Sanhedrin, de voorhof der heidenen, die van de vrouwen, van de mannen en van de priesters. In de laatste stond het grote brandofferaltaar, waar o.a. de Paaslammeren werden geslacht. In het Heilige stond weer de kandelaar, de tafel der toonbroden en het reukaltaar, maar het Heilige der Heiligen was leeg en donker. Beide waren gescheiden door een voorhangsel van dubbele gordijnen. Dit was het voorhangsel, dat scheurde toen Christus stierf aan het kruis. Deze tempel was de trots van Israël;
Deze tempel was de trots van Israël; hij schitterde in het licht van de Oosterse zon met zijn marmeren pracht. Maar ook dit heiligdom zou ondergaan. In het jaar 70 na Christus verscheen de zoon van de Romeinse keizer Vespasianus, Tifus genaamd, voor de muren met zijn leger, dat de Joodse opstand moest neerslaan. Het werd een langdurig en moorddadig beleg, want de Joden vochten met een enorm fanatisme. In deze oorlog, waarover de bekende Joodse historicus Flavius Josefus uitvoerig geschreven heeft, lieten meer dan een miljoen Joden het leven. Tenslotte werd de stad ingenomen. Hoewel Titus-bevolen had, dat de tempel moest worden gespaard, wierp een Ro meinse soldaat een brandende fakkel in één der bijgebouwen en ging het heiligdom in vlammen op, nadat de Romeinen eerst alle tempelschatten er- uit geroofd hadden. Het enige wat er nog aan herinnert, is een stuk buitenmuur van het tempelterrein van 50 m. lengte, opgebouwd uit enorme stenen, dat bekend staat als de Klaagmuur. Daar gingen de Joden — en gaan ze nu na 19 jaar sedert begin juni weer — rouw bedrijven over de verwoesting en bidden om het herstel van de tempel.
De tempelschatten zijn meegevoerd naar Rome en in de triomtocht van Titus meegevoerd. Een afbeelding in beeldhouwwerk is nog te zien op de triomfboog van Titus, die onder keizer Donitianus voor hem werd opgericht. Daarop ziet men o.a. de zevenarmige kandelaar. Deze boog staat op het Forum Romanum, maar geen Jood zal er onderdoor lopen. Wij hebben het bij een bezoek aan die historische plaats wel gedaan.
De verwoesting van de tempel maakte een eind aan de positie van Jeruzalem als godsdienstig centrum van de Joden over de gehele wereld. Niet allen waren ze verstrooid, maar de enige plaats, waar geofferd mocht worden, was verdwenen. Zo staan al negentien eeuwen de offeranden stil. Er zijn dus ook geen priesters meer. Het godsdienstig leven ging voort via synagogen. de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juli 1967
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's