wind
Waaiende wind in de bomen Wind die de wingerd doorstoeit Wind die zich werpt.op de stromr Wuivende wind, die mij boeit.
Boeit om het immer bewegen, Boeit om dat ruisende lied. Boeit als ik ga langs de wegen, Kijk naar het pluimende riet.
Wind uit het Noorden en Zuiden Komt, en geen mens het ziet Wij horen de winde geluiden Maar weten zijn uitgangen niet
Hij die doet waaien de winden, Stuurt ook mijn wankel bestaan, Wie daarin zijn steunpunt kan \ir Kan winden en stormen doorstaar
La
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1967
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's