Israel en de Arabieren
- 3 - Na het heel korte overzicht van de geschiedenis van de Israëlieten en de staat Israël dienen we nu aandacht te wijden aan de Arabieren. Allereerst Itomt de vraag aan de orde wie nu ei^nlijk met die naam bedoeld word'Ui, want daarbij moeten we goed onderschelden. Oorspronkelijk werden onder Arabieren verstaan de bewoners van Arabië, het grootste schiereiland van de wereld, gelegen tussen de Rode Zee, de Indische Oceaan en de Perzische Golf met in het Noorden een ongedefinieerde grenslijn van de Eufraat naar de Middellandse Zee, zodat men er ook wel IVIesopotamië, Syrië en Palestina onder rekent. In ruimere zin echter worden alle,Arabisch - sprekende volken, dus niet alleen die van het Nabije Oosten, eronder gerekend, maar ook de landen van Noord-Afrika: Marokko, Algerië, Tunesië, Libië en Egypte, waar een groot deel der bevolking Arabisch spreekt of waar dit de officiële taal is. Deze grote verbreiding van het Arabisch veroorzaakt door de verovering van al deze landen door de oorspronkelijke Arabieren na de profeet Mohammed (gestorven 632 na Christus), de stichter van de Islam, in hun „Heilige Ooriog" voor de nieuwe godsdienst, toen ze zelfs tot de Pyreneeën doordrongen en Spanje in hun macht kregen. In de jongste Israëlisch-Arabische oorlog bleek, dat ondanks allerlei tegenstellingen en rivaliteiten al deze landen tenslotte één lijn trokken tegen de Israëli's, die beschouwd worden als indringers in een specifiek Arabische streek. Als de kern in historisch opzicht van de Arabische wereld moeten de Bedoeïnen beschouwd worden, nomadenstammen, die sinds onheuglijke tijden in de Arabische woestijnen rondtrekken. Daartoe behoorden ook de in de Bijbel genoemde Midianieten, afstammelingen van Abraham en Ketura.
Volgens de Arabische genealogen — geleerden, die de afstamming bestuderen — zijn alle Arabieren afstammelingen van Abraham via diens zoon Ismaël die met zijn moeder Hagar de woestijn in werd gestuurd. Abraham was een nakomeling van Noach's zoon Sem, zodat zowel de Israëlieten als de Arabieren (Ismaélieten) beide tot de Semieten moeten worden gerekend. De term antisemitisme (jodenhaat) is dus eigenlijk minder juist. Beter zou het zijn te spreken van anti-judaïsme. Ondanks de gemeenschappelijke afstamming is de ver houding tussen beide volken allerbedroevendst. De geschiedenis van de Arabieren
De geschiedenis van de Arabieren gaat' dus evenals die van Israël zeer ver tertig in de vóór-christelijke eeuwen. Het waren toen heidenen, die er allerlei stSmgoden op na hielden. De pan-Arabische goden — die ze dus alle gemeen hadden — waren de god Allah en zijn vrouw Allat. Het is Mohammed geweest die het afgodendom bestreed en erin slaagde van de Arabieren strakke monotheïsten te maken: er is maar één God n.1. Allah en Mohammed is zijn profeet! Het is wonderbaarlijk welk een fanatisme de Islam toen heeft ontwikkeld. De Arabische legers trokken naar de grenzen van Indië, veroverden heel Noord-Afrika en staken zelfs de straat van Gibraltar over. Enige eeuwen laviel het Arabische imperium uit Het hele Nabije Oosten viel in en van de Turken, die er vier eeuwen over hebben geheerst, totdat ze in 1917 door de Engelsen werden verdreven. Deze laatsten kregen Palestina als mandaatgebied van de Veren. Naties, maar doordat steeds meer Joden uit Europa er wilden immigreren werd de toestand zo verward, dat ze eraf wilden, hetgeen dan ook in 1948 geschiedde en toen werd de Staat Israël geboren.
De staat Israël is aan alle zijden, behalve in het Westen, waar hij aan de Middellandse Zee grenst, door Arabisch Mohammedaanse landen omgeven: Egypte, Jordanië, Syrië en Libanon. Dit zijn dus steeds de directe aanvallers en ;achter staan dan als indirecte de [s genoemde andere landen. Zoals lude Israël eeuwenlang bloot stond aanvallen van Egyptenaren, Filifen, Edomieten, Moabieten, Ammonm, Syriërs, Assyriërs en Babylonizo ligt het nu aan alle kanten ingesloten door fel hatende Arabische vo&en, die onder elkaar allesbehalve igezind zijn, maar die als het tegen il gaat, direct de gelederen sluiten, ilaats, waar het oude stamland van Joodse volk, hun Beloofde Land, is eigenlijk in de huidige verhou- ;en gezien, zo ongunstig mogelijk, de kaart van het Nabije Oosten beleert, wordt daardoor direct getrof- Bovendien is de vorm v^n het land ,;rategisch opzicht allerongelukkigst. lat kan zelfs een leek op militair gegemakkelijk vaststellen. Natuurgrenzen zijn er vrijwel niet. In het Iden wordt het door Jordanië bijna .weeën gespleten. Wanneer de omlende landen een sterk militair appat hadden, zou Israël eigenlijk een erdedigbaar land zijn en in korte van alle kanten overweldigd kunworden. Het bestaat tot dusver dan eigenlijk bij de gratie van de zwakder Arabische landen, want wandeze militair en mentaal op gelijk stonden met de Israëli's, zouden ie het op de duur niet bunnen bolken.
Sinister Luns heeft op 25 mei j.1. in ITweede Kamer een overzicht gege- ven van de sterkte der legers in het Midden-Oosten, waaruit dus op papier de militaire verhoudingen zijn vast te stellen. We nemen deze gegevens letterlijk over uit de „Handelingen der Staten - Generaal".
Israël: een staand leger van 60.000 man en mobilisabel 200.000 man. Voorts ongeveer 600 tanks. De luchtmacht telt 14.000 man en beschikt over 300 jachtvliegtuigen, waarvan een deel zeer moderne Franse en 50 bommenwerpers. De marine heeft 25 eenheden, w.o. 2 torpedobootjagers en 4 onderzeeërs; bemanning 3000. Voorts een aantal Hawk-raketten.
Egypte: een staand leger van 180.000 man, mobilisabel nog 120.000; aantal tanks 900, meest Russische; de luchtmacht: 15.000 man, 400 jagers en 100 bommenwerpers; marine: 6 torpedobootjagers (Russisch) en 12 onderzeeërs, 11.000 man. Ongeveer 100 raketten met grotere actie-radius dan de Hawks.
Syrië: staand leger 60.000; mobilisabel 30.000; 500 tanks; luchtmacht: 100 jagers en 5 bommenwerpers, 4000 man personeel; praktisch geen marine.
Irak: staand leger 70.000; 500 tanks, 150 jagers en 30 bommenwerpers. Jordanië: staand leger 50.000, mobilisabel 60.000; 200 tanks: 55 jagers.
Libanon: staand leger 10.000, 75 tanks 20 jagers, marine 250 man.
Saoedi-Arabië: staand leger 30.000 reserves 20.000, tanks onbekend, 10 jagers en 10 bommenwerpers.
Alles bijeengeteld hadden de Arabische landen ong. 600.000 manschappen, bijna 2200 tanks en bijna 900 vliegtuigen. Israël stond dus tegenover een 2 a 3-voudige overmacht, doch versloeg op de drie fronten (Sinai-woestijn tegen Egypte, Jordaangebied tegen Jordanië en Galilea tegen Syrië) eerst in vier dagen tijd Nasser en Hoessein en toen in twee dagen de Syriërs. Het was een ongeëvenaarde prestatie, die de bewondering van heel de Westelijke wereld heeft opgewekt, de Arabieren ontzette en verdoofde en de Russen mateloos ergerde. Voor de derde maal bleken de Arabieren geen knip voor de neus waard te zijn. Hun overmacht aan mankracht en materiaal werd waardeloos gemaakt door de inferioriteit van de legerleiding en de gevechtskracht der manschappen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1967
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's