Kantonrechter waarschuwt ernstig tegen thuishouden van leerplichtige kinderen

Cactus voor schoonmoeder

„Ze is al een paar jaar thuis" verklaarde verd. op de tenlastelegging dat ze de school gedurende enkele maanden had verzuimd.

De Off. begreep dat verd. een zwaar gezin heeft maar het kind moet ten enenmale naar school; er kan voor andere hulp worden gezorgd temeer omdat het gezin een goed inkomen heeft. „U doet het kind tekort" bestrafte Z.E. maar verd. was het daarmee niet eens omdat het kind toch niet kan leren waarop de rechter haar antwoordde dat juist die kinderen een extra begeleiding nodig hebben. Eis en uitspraak ƒ 75,— sub. 15 dagen met het advies de sociaal paedagoog te raadplegen.

Beterschap al zichtbaar.

Toen verd. P. B. te Ooltgensplaat in staat van dronkenschap thuiskwam had hij de deur gesloten gevonden

Thans stond verd. terecht omdat hij op die avond „eens anderen veiligheid had bedreigd" en dat terwijl er nog geen jaar verstreken was sinds de vorige veroordeling. Verd. had een bijl gepakt en daarmee de buitendeur geforceerd. Met grote klappen en grote woorden was hij binnengedrongen om ook de binnendeur te vernielen waarachter zijn vrouw en schoonmoeder in doodsangst zich verschansten. „Een weinig fraaie geschiedenis" con

„Een weinig fraaie geschiedenis" constateerde Z. E. „Uw vrouw was doodsbang dat u ze met de bijl te lijf zou gaan".

Verd. betreurde het gebeurde zeer, hij verklaarde niemand te hebben bedreigd maar het was hem teveel geweest dat de deur gesloten was.

De rechter schudde niet begrijpend het hoofd: „U bent een goede werker, brengt een goed loon thuis en uw werkgever heeft in u een gewaardeerde kracht, door de alcohol zou u dat allemaal gaan vergooien...!"

Verd. verklaarde dat hij inmiddels een kuur had ondergaan, het was al een heel stuk rustiger en ook waren de huiselijke omstandigheden verbeterd, verd. vond ze zelfs zeer goed geworden sinds zijn schoonmoeder bij hem weg is. „Zeg het met bloemen en geef je schoonmoeder een cactus" paste u precies toe, vergeleek Z. E.

De Off. hoopte ook dat verd. het goede pad zal blijven bewandelen, hij eiste een lichte straf ƒ 50,— sub 10 dgn. en een voorwaardelijke hechtenisstraf van 14 dagen met een proeftijd van twee jaar en verd. dient die tijd onder toezicht te blijven van het consultatiebureau voor alcoholisme.

Mr. Naaijen toonde nog meer clementie. Hij bracht de geldboete op ƒ 40,—; de voorwaardelijke straf sprak hij conform de eis uit.

Treurige geschiedenis.

In de april-zitting was verd. C. E. van W. te Stellendam eveneens voor de balie verschenen; hij was verbaliseerd toen hij in zijn auto reed zonder in het bezit te zijn van een rijbewijs. Verd. had in nov. een rijbewijs aangevraagd maar hij moest nog een medische keuring ondergaan; thans werd verd. naar de uitslag daarvan gevraagd en of hij nu in het bezit van het rijbewijs was.

„Het is een treurige zaak, lichamelijk ben ik afgekeurd" maakte verd. bekend. Hij verklaarde dat de specialist tevreden was geweest maar het Centraal Bureau voor de afgifte van Rijvaardigheidsbewijzen had hem een rijbewijs geweigerd. „Men wil het risico niet lopen" concludeerde de Off.

Desgevraagd verklaarde verd. zich nu maar wat met een brommer te behelpen; zijn auto — voorheen voorzien van een 20 km plaat — zou nog jaren meekunnen, nu hij die niet meer mag gebruiken wist verd. niet wat te doen, een z.g. „ijzeren hond" was voor hem te duur in aanschaf.

Verd. vroeg de rechter of er een mogelijkheid aanwezig was dat het rijden met een 20 km wagentje weer wordt toegestaan. „De verdrukten in de wereld worden allerwege geholpen en wij zouden daar geweldig mee geholpen zijn", verzekerde verd. De rechter moest hem echter teleurstellen; de betreffende wet is aangenomen en zelfs kamerleden en de minister zullen verd. niet kunnen helpen. Eis en uitspraak ƒ 100,— 20 dgn, geheel voorwaardelijk.

Duister van de lichten.

Eveneens in de vorige zitting werd de chaotische aanrijding behandeld die op 3 januari te Oude Tonge gebeurde. De toedracht was toen wat onduidelijk gebleven waarom thans de getuigen werden gehoord. Ook verd. A. van L. te Vianen, die de vorige zitting niet was verschenen en zich liet vertegenwoordigen door raadsman Mr. L. J. den Hollander, was thans aanwezig, hem werd tenlaste gelegd een stilstaande, voorgesorteerd staande auto te hebben aangereden, hij zou niet tijdig tot stilstand hebben kunnen komen.

De chaos begon toen een pendelbus plotseling de weg opreed. Een daarachter naderende vrachtwagencombinatie van de fa. Taalle te Middelharnis reed de bus aan en zwenkte naar links. Verd. A. van L. die uit tegengestelde richting naderde remde zijn combinatie af en zou de voor hem staande personenwagen, bestuurd door get. A. F. P. te Oude Tonge hebben aangereden.

Verd. v. L. verklaarde dat hij bij het zien van de stilstaande wagen gas had teruggenomen, hij zou ruim op tijd hebben stilgestaan -OSrare het niet dat hij plotseling de lichten van de bus en van de combinatie van Taalle had zien opdoemen. Hij had flink doorgeremd en op het gladde weggedeelte was zijn combinatie dwars op de weg komen te staan. Verd. verklaarde dat hij van een botsing tegen de personenwagen niets had bemerkt.

Get. M. T. te Middelharnis verklaarde dat hij de bus tot op plm 10 meter afstand was genaderd toen die plotseling de weg opreed. Daarop was verd. tegen de bus gebotst, naar links uitgeweken en weer terug naar de rechterweghelft gegaan; hij begreep niet waar de personenauto gebleven was. Desgevraagd verklaarde get. dat zijn combinatie maar liefst 10 lichten voerde. Ook werd get. A. F. P. - bestuurder van de personenwagen gehoord. Verd. was uit de nachtdienst op Rozenburg gekomen, een paar collega's zaten bij hem in de auto. Verd. kon heus niet meer verklaren hoe het allemaal gegaan was, hij had er alleen maar over in gezeten hoe met zijn passagiers er ongeschonden af te komen. „De bus kreeg een tik en twee tellen later vlogen wij vooruit; ik zeg daar gaan we" herinnerde verd. zich nog, get. wist echter niet van welk voertuig zijn wagen die klap had gekregen. De Off. rekwireerde dat een en ander

De Off. rekwireerde dat een en ander zo niet in een duidelijker, dan toch wel m een ander licht w^as gesteld. De Off. twijfelde daardoor aan de juistheid van de tenlastelegging, een en ander was hem te onzeker om een veroordeling te durven vragen, waarom de Off. vrijspraak vroeg, waarmee Z. E. instemde. Raadsman Mr. den Hollander vond dat het juist door al die lichten op de weg een duistere toestand was geweest. Verd. zou geen verkeersfout hebben gemaakt als hij door die boulevard van lichten geschrokken plotseling zou heb- ben geremd.

Een geldboete van ƒ 25,— 5 dagen • werd uitgesproken tegen verd. J. v. V. te Ooltgensplaat omdat hij als werk- Igever zijn zoon had laten rijden met een onjuist of in het geheel niet ingevuld rijtijdenboekje. Verd. verklaarde dat hij er moeilijk controle op kon uitoefenen omdat zijn zoon soms enkele dagen van huis was maar Z. E. wees verd. erop dat hij de verantwoordelijke man blijft. „Ik heb hem al meerdere malen gewaarschuwd en ik kan mijn eigen zoon toch niet ontslaan" mopperde verd. die ook nog een boete werd opgelegd omdat hij zelf had gereden zonder rijtijdenboekje. Het hielp niet of hij verklaarde dat hij zelden of nooit meer reed, wel nam de Off. in aanmerking dat verd. inmiddels een ontheffing heeft gekregen. Eis ƒ 2,50 - 1 dag. De rechter vond dat toch te weinig omdat verd. de ontheffing eerder had kunnen aanvragen. Uitspraak ƒ 10,— 2 dagen.

Verd. H. W. F. te Stellendam had in Dirksland zonder nummerplaatverlichting gereden. Verd. trok het overigens in twijfel, het ontbreken van zo'n klein lichtje zou daar op de kaai, een van de best verlichte plaatsen zijn gezien?" Eis en uitspraak ƒ 7,50 - 1 dag.

Gebouwd zonder vergunning.

Verd. A. R. te Dirksland had een op zijn erf staande houten schuur uitgebreid met een houten aanbouw van 8V2 X 6 meter zonder daarvoor een schriftelijke vergunning van B. en W. te hebben.

Verd. verklaarde dat uitbreiding dringend nodig was geweest, het koren dat hij moest opslaan zou anders nat geworden zijn. Toen verd. een vergunning geweigerd was — hij had wel in steen mogen bouwen — was hij toch aan het bouwen gegaan. Hij verklaarde het overigens niet voor zijn plezier doch uit noodzaak te hebben gedaan; het ontsiert het landschap beslist niet" verdedigde verd. Z. E. raadde verd. in overleg te tre

Z. E. raadde verd. in overleg te treden met het gemeentebestuur omdat het gem. bestuur zonder meer tot afbraak kan gelasten. Eis en uitspraak ƒ 75,— 15 dagen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen