Door de bril van Han en Rien Boomsma: Bij de pyramiden van Egypte
nHeel wat geleerden hebben zich bezig gehouden met het probleem, hoe de oude Egyptenaren deze pyramiden hebben kunnen bouwen. Uitgekiend werd, dBt er beitels waren van koper, die gehard waren met byrilium. Daarmede werden de blokken steen bewerkt uit he( Mohakkan-gebergte, waaruit de pyramide werd opgebouwd. In een Engels boek over de pyramiden van de geleerde Edwards (een Pelican-uitgave, voor hen, die zich voor dit onder werp interesseren en nader willen weten) wordt medegedeeld, dat de Egyptenaren ook zagen hadden van gehard koper. Doch hij vertelt wat meer over de bouwers, de werkers van de pyramide. De Engelse en zeer bekende geleerde dr. Petrie heeft bü de pyramide de oude ruines van gebouwen gevonden, waar een gedeelte van de mensen ondergebracht waren, die aan de bouw hielpen. Hfl veronderstelt, dat er 4.000 vaste bouwers waren en dat vier malen per Jaar een groep van 100.000 mensen aangewezen waren om te helpen.
In een ander boek over de bouw van de pyramide werd weer meegedeeld, dat de bouwers geen loon voor hun arbeid ontvingen doch alleen eten. En in weer een ander boek tipte ik de opmerking, dat het blijkbaar wel eens stokte met de goede aanvoer van eten, zodat op een gegeven ogenblik de bouwers het werk neerlegden en staakten. Toen beloofd werd, dat er voldoende eten zou zijn, werd de bouw voorgezet. Naar mijn weten is dit de eerste opgave van een georganiseerde werkstaking tot het verkrijgen van betere arbeidsvoorwaarden.
Liggen dan niet ver van Cairo 3 heel bekende pyramiden; er zijn er in totaal ongeveer 80, doch sommigen zijn zo vetgaan, dat ze niet meer als het oude koningsgraf herkend worden. Men meent verder te moeten aannemen, dat ooispronkelijk een pyramide gebouwd wad voor laatste rustplaats van verschillende pharao's, doch zoals we dat niÊ»en bij Cairo, waar drie pyramiden 2%, de een, en grootste is voor Cheop.s, dej-ander die een meter kleiner is, is VÈ^r zijn zoon Chefrun. Chefrun was ni|t de oudste zoon van Cheops, doch üdsjft tweede zoon. Zijn oudste zoon stierf kort na de dood van zijn vader en had nog geen pyramide kunnen bouwen als koningsgraf. Zijn broer bouwde er wel öen voor zichzelf en Chefrun werd opgevolgd door zijn zoon Mykerinos, die de pyramide laat bouwen van graniet, dat de kostbaarste pyramide werd.
Men heeft getracht het probleem op te lossen, hoe zagen de Egyptenaren kans om het grondvlak van hun pyrarijfde waterpas te maken. Er is een stellin]^ geopperd, dat zij van de Nijl vandaan een kanaal gingen graven tot de plt^ts waar de pyramide zou komen en d^ na het opbouwen van dijken het er opvoerden om zodoende een waas te verkrijgen. Wat men wel geden heeft is iets wat we momenteel schietlood noemen, men kon dat nent gebruiken om de stenen Srecht te zetten.
get dat al was men er nog lang niet, lad men de plaats gevlakt en waterpas gemaakt, de ceremoniën bij de overbrenging van de mummie van de Pj^ao naar de pyramide vergde nog, ^^er bij de pyramide een dodentempel ^»^d gebouwd.
Van die dodentempel ging een lange Ïnaar de pyramide. Bij de Cheops tnide vinden we geen tempel terug, bij de pyramide van zijn zoon run. Doch naast die dodentempel Chefrun staat de Sphinx, het grootste beeldhouwwerk van de wereld. Weer een raadsel der oudheid. Er gaan v^chillende stellingen over dit beeld- ^wwerk. Het ene is, dat men hier blekken had gehakt voor de pyramide van Cheops, en dat toen een stuk rots niet gebruikt kon worden. Later zou Cheprun dat gezien en gedacht hebben, daaruit kan een mensenhoofd gehakt Worden, en zodoende hebben beeldhouwers opdracht gekregen hebben dit beeld uit te hakken. Het is inderdaad een pharao hoofd, met de koninklijke hoofddoek. Er bij gebouwd werden twee voorpoten — want een sphinx is een afbeelding van een leeuw met mensenhoofd. Op de foto kan men de lange voorpoten onderaan goed zien. De lengte van dit beeldhouwwerk is 73,5 M. en de hoogte is 20 meter. Tussen die poten in staat een klein altaar met een gedenksteen van een pharao, n.1. Toetmosis de vierde, die 1200 jaren later leefde.
De arabieren noemen dit beeld Abu el-Hol, dat betekent vader van het schrikken. Het beeld werd indertijd zwaar beschadigd, toen er eens een heerser over Egypte — ongeveer 200 jaren geleden — dit beeld als object voor schietoefeningen ging gebruiken en er de neus van wegschoot. Wat ons opviel bij het beschouwen van dit beeld was, dat vermoedelijk de oorspronkelijke verf van de makers van dit beeld, nog op een der wangen zat. De oude Egyptenaren hebben altijd hun beelden beschilderd, en daar het volk bruin was van huidskleur, zit er bruine verf op een gedeelte van de wang. Over kwaliteit gesproken.
Er gingen legenden omtrent dit beeld, er zou een geheime schatkamer te vinden zijn. Dat inspireerde een Engelsman, die dwars door het hele beeld, dus bijna 75 meter, een boor heen joeg, en toen die niets vond, ook van boven vandaan dwars door de kop liet boren. Toen wist men dat het hele brok steen geen geheime kamer bevatte.
Er blijft altijd de vraag over, waarom heeft pharao Cheops deze plaats uitgekozen als zijn laatste rustplaats. Hij woonde in Memphis, dat ongeveer 20 km van deze plaats afligt. Mogelijk was er een andere vestiging Heliopolis waar hij vaak vertoefde en die een 10- tal kilometer hier vandaan ligt en dit hem tot dat besluit heeft geleid. Mogelijk is het ook waar dat hier de grote Nijldelta begint, dat hier voldoende mensen te vinden waren om aan de bouw te helpen. Want nog altijd irriteert ons de vraag, hoeveel mensen waren er toen in dit oude Egypte, dat er zoveel tewerkgesteld konden worden aan die bouw.
Bij de pyramide van Cheops liggen nog drie, bijna verwaarloosde kleine pyramides aan de oostkant, daar zouden dochters van Cheops te ruste zijn gelegd. Doch veel interessanter is het, dat de adel, die aan het hof verbonden was, hun graven lieten maken dichtbij de pyramide, ze wensten dicht bij hun koning begraven te worden.
Juist die graven zijn zo interessant, omdat de doden allerlei geschenken mee kregen voor hun reis naar het hiernamaals. Misschien liggen er nog duizenden van die graven van edellieden, onbekend voor de geleerden van 1967.
Een paar jaren terug was er in Leiden een tentoonstelling van Nederlandse vondsen bij de Pyramiden. Nederlandse geleerden mochten in de woestijn bij de pyramiden opgravingen verrichten — een brok meedoen aan de internationale opgravingen. Grote vondsten werden niet gedaan, als er een pyramide uitgegraven wordt heeft de Egyptische regering er zelf vertegenwoordigers bij, en alle schatten worden bestemd voor het Egyptische nationale museum. Doch ook de vondsten bij de graven van de adel zijn interessant, gebruiksvoorwerpen van die tijd, albasten vazen en al die dingen meer. De arabieren ter plaatse kennen ook
De arabieren ter plaatse kennen ook de vindplaatsen, en ze houden deze geheim. Daar graven zij „koopwaar" op, kannetjes, potjes, kleine afbeeldingen van mummies, van dienaren die de vreemdelingen te koop worden aangeboden. Als je er komt, word je overstroomd met aanbiedingen, je ontkomt er niet aan om iets te kopen. Allemaal echt antiek, voor één mark koop je romeinse olielampjes, oebietsjies — uit steen gesneden dienaren, die bij de graven gelegd werden.
We hebben het gedaan. Vorig jaar viel het romeinse lampje kapot. He was gedroogde klei. We hadden zo iets wel verwacht. Er zijn nog twee oebietjies over. We hebben ze iemand laten zien, die er verstand van had. Hij meen de de een is vals, de ander kan echt zijn.
Het zou ons meevallen, de arabieren hebben in Egypte hele industriën opgebouwd van vervalste antiquiteiten, je kunt zelfs vazen bestellen in de trant van de oude Egjrptische pharao-dynastieën Je koopt, een herinnering aan een
Je koopt, een herinnering aan een mooie reis, en wees niet teleurgesteld, als je thuiskomt, dat je een miskoop hebt gedaan. Waarlijk je kunt voor die enkele marken, die je besteedde, geen echte koopwaar uit 4- of 5 duizend jaren geleden verwachten.
Wij vonden de stenen „oebietjies", afbeeldingen van dienaren van de adel, leuk. Daarom staan ze nu in onze huiskamer, tussen andere herinneringen van grote reizen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 juni 1967
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's