Uit Het Kijkvenster
Vakantieplannen — Verre reizen — De kerk in de vakantie — Wegenwacht en pompstation.
^R de ene helft van het Nederlandse volk de andere helft examineert, maar ook dat de ene helft de andere deelgenoot maakt van plannen voor de vakantie en van ervaringen in de vakantie Behalve het weer, dat tot heden to koud en te nat was, en de politiek, die ook met al te zonnig is, is dat het gesprek van de dag: Wij gaan daar en daar naar toe, en: Waar gaan jullie dit jaar heen? Weken, zelfs maanden van tevoren worden er plannen gemaakt en nog eens weken en maanden daarna wordt er gepraat over alle belevenissen en ervaringen. Want nog altijd is he waar: „Als iemand verre reizen doet, dan kan hij veel verhalen". Daar komt dan nog bij, dat tegenwoordig iedereen beschikt over een camera of een filmapparaat en een projector, zodat we desnoods tot de volgende vakantie onze vrienden en kennissen kunnen verrassen of vervelen met onze reisgenoegens . j i u f
Als iemand verre reizen doet, schreef ilc daar En wie doet er nu tegenwoordig geen verre reizen? Héél vroeger waren onze ouders of grootouders blij wanneer ze een dagje op famiUebezoek konden gaan. Later konden we één of twee weken uit, en wat ee vreugde was dat! Nóg later gingen we even de grenzen over, naar Duitsland of België... Maar daarmee nemen we ook al geen genoegen meer. Het moet bepaald Spanje zijn of Italië of Griekenland, en als het wegens de internationale toestand even kan, Israël. Tenslotte moet je tegen je vrienden
Tenslotte moet je tegen je vrienden en relaties kunnen zeggen: We zijn daar en daar geweest en we hebben zoveel kÜometer gereden... Ik denk aan ee puntdichtje, dat ik enkele jaren geleden ergens las: „Naar het buitenland gsan, o, wat een feest. Want dan kun "if zeggen: We zijn er geweest". ..„JDaarmee is uiteraard niets ten na
..„JDaarmee is uiteraard niets ten na '® e gezegd van de vakantie op zichzélf en evenmin van die mensen, die echt naar het buitenland gaan om uit te rusten en om te genieten van d schoonheid van de natuur en de cultuur. Wi], op het platteland en op d eilanden, hebben er geen vermoeden van wat vakantie betekent voor mensen, die elf maanden lang opgesloten zitten tussen de vier muren van hun kantoor of fabriek. Wij, die dagelijks kunnen genieten van zon en wind en water, wij kunnen niet beseffen wat het betekent, wanneer we de stadsmensen horen zeggen: „Ik ben hard aan vakantie toe". En daarom misgunnen we niemand het genot van een welverdiende rust. Maar we vragen ons wel af waar die rust blijft wanneer we dagen lang maar voortjakkeren over buitenlandse autobanen, om dan honderden kilometers van huis maar weer van de ene bezienswaardigheid naar de andere te rennen, om dan doodmoe de weg terug af te leggen...
En we kunnen niet ontkomen aan de indruk dat velen gedreven worden door deze ene begeerte: zover mogelijk van huis om zovéél mogelijk te kunnen opscheppen... Stel je toch voor, wanneer je bijvoorbeeld in Rotterdam woont en je zou na de vakantie tegen je buren moeten zeggen: We zijn naar de Kralingse Plassen geweest! Dat zou gewoon een lachertje zijn! •k -iir
Ik voor mij houd het ervoor, dat we in de vakantie datgene moeten doen, waaraan we in ons gewone leven niet toekonaen. Dat wil zeggen, dat de vafeöntie ons gegeven is voor onze rust en voor onze ontspanning, opdat we daarna weer met nieuwe en frisse moed aan het werk kunnen gaan. Wanneer we bij de hervatting van ons werk moeten uitrusten van de vakantie, dan klopte er iets niet. En toch blijkt dat veel voor te komen. Dan wordt de vakantie doel in zichzelf, inplaats van een middel om weer op adem en op krachten te komen.
Er moet me nog iets anders van het hart. Dat betreft een facet van de vakantie, waaraan blijkbaar vele mensen geen aandacht schenken, namelijk onze kerkgang in de vakantie. Bij het maken van onze vakantieplannen moeten we er terdege rekening mee houden of we in die plaats of in die streek wel naar de kerk kunnen gaan. Sommige mensen zitten rustig drie of vier weken in een vrijzinnige streek van ons land, waar ze geen prediking naar Schrift en Belijdenis kunnen beluisteren. Anderen gaan naar landen, die geheel roomskatholiek zijn en zijn daardoor wekenlang verstoken van de kerkgang. Dit moest toch alzo niet geschieden. We mogen en kunnen toch, met alle eerbied gezegd, God en Zijn Woord niet met vakantie sturen. Dat Woord hebben we ook in onze vakantie nodig als een lamp voor onze voet en als een licht op ons pad.
En dan nog iets. Laten we — we leven toch niet voor onszelf alleen — ook eens denken aan die mensen die minder bedeeld en daardoor ook minder bevoorrecht zijn dan wij: de mensen die niet met vakantie kunnen. En aan de langdurige zieken, die gedwongen rust moeten nemen, en snakken naar de buitenlucht. En aan de onderontwikkelde gebieden, waar gebrek is aan de allernoodzakelijkste levensbehoeften. En aan de landen, waar het oorlogsgeweld al zo lang woedt (Vietnam...). Niet om daardoor onze genoegens te bederven, maar juist om de vakantie des te meer te waarderen. Want ook onze vakantie is een gave van God, waarop we geöa recht hebben!
•iür -k Het was een vakantiepraatje ditmaal. Ook voor uw Waarnemer geldt, dat de boog niet altijd gespannen kan zijn. Nu we dan toch in vakantiestemming zijn, nog een aardig beeld om mee te besluiten (ik heb het niet van mezelf, maar kan niet laten, het aan U door te geven).
Sommige mensen hebben een Wegenwachtgeloof. Ze zijn lid van een kerk, betalen hun bijdrage aan die kerk, maar hebben die kerk niet nodig, als he goed gaat. Pas wanneer ze „pech" krijgen in hun leven, dan schakelen ze de kerk in en rekenen erop, dat ze meteen geholpen worden, op vertoon van hun lidmaatschapskaart.
n e Er zijn echter ook mensen met een Pompstationgeloof, Ze gaan naar de kerk zoals een automobilist éénmaal per week gaat tanken. Hij rijdt langs de pomp, blijft in zijn wagen zitten, dra2ut het raampje naar beneden en zegt: „Volgooien met super graag". De tank wordt volgegooid, de voorruit gewassen, de banden gecontroleerd, en hij kan weer een week rijden. Zo gaan sommige mensen naar de kerk; ze zitten erbij, ze laten zich bedienen, maar ze doen er zelf niets voor.
Moet U eens denken, als U in de vakantie gaat tanken of als U — wat ik niet hoop — pech krijgt...
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's