Pinksterbloemen
Ze liepen langs de sloot en pliikten pinksterbloemen Het kleine meisje met de grote zus, zo blij! Aan d' overkant de weg, veel auto's, niet te noemen. Wie had er oog voor bloemen en voor kind'ren in de wei?
Het kleine meisje droeg een grote ruiker pinksterbloemen De teer wit lila kelkjes beefden in de handjes van het kind. En boven hen de zon, ruime hemelroemen Als voorgedragen op de vleugels van de wind.
Gods geest die 't leven geeft aan kind'ren en aan bloemen, Met Pinksteren keert vreugd en blijdschap weer. De mensen racen langs de weg en duizend auto's zoemen. Wie denkt aan 't heerlijk Pinksterfeest, de wond'ren van de Heer?
LANERTA.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 23 mei 1967
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's