Het lot der Flakkeese Joden
1940 - 1945
Slot - 5 -
Een van de weinigen, die door onderduik kans gezien liebben de oorlog te overleven, is mej. Debora Rood. Zij heeft ons veel gegevens verschaft en 'deed ons bovendien het verhaal van .haar wederwaardigheden. Na de dood yan haar ouders woonde ze samen mei haar broer Louis en haar zuster Betje bp het Zandpad Middelharnis. De broer was veehandelaar en de zusters dreven een herenmodezaak. Volgens inlichtingen van het Rode Kruis werden Betje fen Louis op 3 nov. 1942 in Amsterdam gearresteerd, op 10 nov. vanuit Wester- &ork gedeporteerd naar Auschvntz en iaaar zijn ze direct na aankomst op de |3e in de gaskamer omgekomen. De gegevens van het Rode Kruis inzake de arrestatie kloppen echter niet, want S^olgens hun zuster zijn ze tegelijk met jjaar in Middelharnis opgehaald op 3 iiov. 1942. Daar mej. D. Rood ziek was In drie doktersattesten had, werd ze per auto naar het raadhuis gebracht. Per iratie mochten haar broer en zuster ujaeerijden; de anderen moesten met hun zware koffers en rugzakken erheen lo- ' en. De „heren", die hen kwamen ophalen,
Ispraken goed Nederlands, dus waren tblijkbaar N.S.B.'ers. Het geld werd af- Jgenomen, maar ze kregen drie rijks- Idaalders zakgeld terug. Daar er nog "pnige zieken waren, werd goedgevonden, dat de oude heer Gazan, zijn Ivrouw en zijn dochter Roosje, Max iartogs en mej. Rood naar het ziekenhuis in Dirksland gingen. De anderen Kgingen regelrecht naar de Hollandse fSchouwburg in Amsterdam. Na een kleme drie maanden moesten deze vijf, benevens mevr. Gazan-Meuleman, ook naar Amsterdam met auto's van de G. tG.D. van Rotterdam, waar men een _tiacht mocht overblijven. Ze werden in ^Amsterdam ondergebracht in het Ne- Iderlands Israëlietisch Ziekenhuis. Daar varen heel veel Joden met verklarin- ^gen van huisartsen opgenomen; ze Voelden zich daar veiliger. Volgens prof. Presser (zie Ondergang I pag. 343) wakren er wel 500. Daar hoorde mej. Rood pp maart 1943, dat de Duitsers de ^,Joodse Invalide" leeghaalden. Ze Icreeg toen „de schrik van haar leven". |Zij en mevr. Gazan-Meuleman besloten |te vluchten. Er was blijkbaar geen Duitse bewaking. Prof. Presser vertelt, Bdat er van de patiënten 400 de benen jnamen, geholpen door familieleden, Ivrienden enz., die hen met handkarren ihakfietsen etc. naar hun woning brach- IJen. Inderdaad zijn twee dagen later de Duitsers verschenen.
Beide dames gingen met hun koffers ae straat op, maar wisten niet waar- |heen. Gelukldg kwam er iemand die helpen wou en hen voor de nacht onder |dak bracht. Via de ondergrondse, waarnee mej. Rood al contact had, kreeg ze leen tijdelijke schuilplaats in Amstertdam-West en vandaar is ze op 31 maart |1943 naar Rotterdam gegaan, later naar Bllburg. Enige weken heeft ze ook door- Igebracht bij de familie Iz. van den Boo- |gert in Terbregge (voorheen te Somnelsdijk), voorts in Schiebroek, Blij- |dorp en Rotterdam-Zuid. Daar was ze bij de bevrijding. Op^ 17
Daar was ze bij de bevrijding. Op^ 17 tiei heeft men lïaar naar het motor- |schip van Toon de Wachter gebracht en zo kwam ze dezelfde dag nog in Mid- 'delharnis terug. Van het verschrikke- ' lijke drama, dat zich met de Joden had «afgespeeld, wist ze toen nog niets. Ook tmevr. Gazan-Meuleman is ondergedo- Rken en heeft de oorlog overleefd. Ze ^ woont nu in Enschedé.
Jacob Cohen uit Oude Tonge, zoon (Van Meyer Cohen, heeft kans gezien j onder te duiken en is na de bevrijding jweer teruggekeerd naar zijn oude I woonplaats. Hij is toen gehuwd met "Nanny Meyer, geen Flakkeese. Zij was op 30 april 1944 vanuit Amsterdam naar . Westerbork afgevoerd en vertoefde ; daar nog op Dolle Dinsdag (5 september 1944). Er zaten daar toen 4000 Jo- 'en, die in de grootste spanning wachten op de ~ naar men toen dacht — ichtbijzijnde bevrijding. Maar Westerbork moest juist daar
Maar Westerbork moest juist daarm ontruimd worden. Zeshonderd "ochten er achterblijven, maar zij wam respectievelijk in Theresiënstadt obibor en Auschwitz terecht. Wonder oven wonder heeft zij alle verschrik- 'ngen overleefd, maar ze woog bij haar erugkomst nog slechts 73 pond! In feruari 1946 is ze naar Oude Tonge geomen en daar op 10 juli 1946 gehuwd et Jacob Cohen. Deze is enkele jaren geleden bij een ongeluk om het leven gekomen en nu woont zij met haar kinderen in Amsterdam. Haar zwager ouis David Cohen, over wie we reeds schreven dat hij in kamp Vught is omgekomen, heeft men daar in een bunker laten doodhongeren. Dat is haar door "en Duitse arts verteld en zij heeft er een schriftelijk bewijs van.
Voor degenen, die haar wellicht nog gekend hebben, vermelden we ook nog, ,dat Bella Gazan (dochter van Salomon Gazan in Sommelsdijk), die gehuwd Was met Lion Zeehandelaar, tot 25 mei 1943 in Amsterdam heeft gewoond. Ze is toen linea recta via Westerbork naar Sobibor vervoerd en omstreeks 28 mei aldaar omgekomen. Ze was geboren op 29 april 1894. Ze is niet in onze lijst opgenomen, omdat ze niet meer op Flakkee woonde.
Een heel bekende Joodse Flakkeeër van vóór de oorlog was Mozes de Haas, veehandelaar in Sonmielsdijk. Bij het uitbreken van de oorlog woonde hij in Rotterdam. Toen op 10 mei 1940 de oorlog met Nederland uitbrak, vertoefde hij in Amstardam en is daar toen uit wanhoop uit een raam van het Amstelhotel gesprongen, hij kwam dus door zelfmoord om het leven. Zoals men weet, heeft menige Amsterdamse Jood hetzelfde gedaan. Het tragische feit was al spoedig op Flakkee bekend; wij herinneren ons tenminste, dat we het gedurende de meidagen al vernamen.
Tot zover de gegevens, waarover wij beschikken. Het verzamelen ervan en de controle op de juistheid — voorzover mogelijk — heeft ons heel wat tijd en moeite gekost en bovendien was het een zeer trieste bezigheid. We meenden dit onderzoek, dat nog nimmer systematisch heeft plaats gehad, toch eens te moeten instellen. We hebben pas weer bevrijding ge
We hebben pas weer bevrijding gevierd, maar ook de doden herdacht.
De tweede wereldoorlog in al zijn verschrikkingen zal degenen, die hem, op welke wijze dan ook, bewust hebben meegemaakt, nimmer meer uit de gedachten gaan. Deze oorlog heeft in zijn totaliteit in alle landen en op alle fronten het leven gekost aan naar ruwe schatting 15 miljoen soldaten (er is ook een schatting van 20 miljoen), 11 miljoen in concentratie- en vernietigingskampen omgekomen en 5 milj. burgers koelbloedig vermooFd door soldaten, de Duitse S.S. en de Japanse Kempeitai en nog vele andere groepen. Wat Nederland betreft, schat men het totale aantal op ± 260.000. Daarbij zijn 104.000 slachtoffers van de Jodenvervolging d.i. ongeveer 80% van de hele Nederlandse Joodse bevolking. Als we de Flakkeese cijfers bezien, is dit percentage ± 90, zodat ons eiland wel een zware tol heeft moeten betalen aan de „furor teutonicus" (de Duitse razernij).
De blijdschap van degenen, die deze afschuwelijke tragedie overleefd hebben, is zwaar verduisterd door het verdriet om het verlies van hun vele dierbaren, die het leven lieten. Hoevelén schoten er niet alleen over van de gehele familie. En hoevelén dragen niet alleen de geestelijke, maar ook de lichamelijke littekens hun leven lang met zich. Hele Joodse gemeenschappen, met name op het platteland, zijn weggevaagd; de Flakkeese is er één van.
Het dacht ons daarom goed dit drama ons nog eens voor de geest te halen, niet slechts in algemene bewoordingen, maar vooral wat de personen betreft.
We eindigen met een verzoek aan onze lezers. Mochten er onder u zijn, die in deze artikelen kennelijke onjuistheden hebben gevonden — dit is zeer goed mogelijk — of die nog meer gegevens kunnen verstrekken, dan houden we ons aanbevolen voor correcties en aanvullingen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 23 mei 1967
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's