Meditatie
, Niet ontroerd'
Uw hart worde niet ontroerd. (Johannes 14 : 1).
Johannes 14, is één van de hoofdstukken, Waarin de Heere Jezus Zijn discipelen voorbereidt op Zijn vertrek uit deze wereld. Allereerst in Zijn kruislijden en dood, maar straks, na Zijn opstanding, ook in Zijn hemelvaart, het is opmerkelijk, dat de Heere bij dat alles geen moment denkt aan Zichzelf, het is opmerkelijk, dat de Heere bij dat alles geen moment denkt aan Zichzelf. Hij is met zorg vervuld, betreffende Zijn discipelen. Hieruit spreekt weer Zijn onpeilbare liefde, waarmede Hij Zijn kerk heeft lief gehad.
Hij weet, dat Hij moet staan in de verzengende stralen van Gods toorn, maar daaraan denkt Hij niet. Hij bekommert Zich om hen, die straks als wezen achterblijven in een vijandige wereld, daarom: uw hart worde piet ontroerd!
Zeker, daar was reden te over om ontroerd te zijn. En wie zou dat beter weten, dan de Alwetende? Hij weet, dat de storm van twijfel, aanvechting en benauwdheid zal heengaan over de harten van zijn jongeren.
„Uw hart". Dat is het centrum van het leven, de zetel der aandoeningen. Daarin trekt zich samen: droefheid, kommer, angst, pijn, blijdschap, liefde en haat.
Welnu, dat hart zal in heftige beroering komen door de reeks van gebeurtenissen, die staan te geschieden. De lucht wordt angstwekkend donker. Jezus gaat sterven, wie zal dan nog leven? Jezus gaat vallen, wie zal dan nog staan? Jezus gaat zwijgen, wie zal dan nog spreken? Uw hart worde niet ontroerd!
Wil Christus hier zeggen, dat ze nu alles wat gebeuren gaat, maar achteloos naast zich neer moeten leggen? Weineen, maar Jezus wil, dat hun vleselijke overleggingen omtrent Zijn heengaan een plaats zullen maken voor een recht inzicht van de betekenis daarvan.
Toen was er reden genoeg voor ontroering, zult ge zeggen. Judas zou Zijn Meester verraden, Petrus zou Hem verloochenen. Jezus zal aan het kruis worden genageld en de Heere wist, dat vooral over dat laatste hun hart zou ontroerd worden, dat het onbegrip en wanbegrip daarover groot zou zijn. ^ Gods Zoon naar de gerichtsplaats! Zie , dat werd niet verstaan. Verstaan wij het? Is er ook voor ons geen andere plaats over gebleven? Gods toom bedreigt u! Gods Wet vervloekt u! Uw zonden klagen u aan. De hemel wil u niet hebben en de aarde werpt u uit! Werd uw hart daarover reeds ontroerd? Zeker, dat zal moeten. Maar aan de andere kant moeten we ook verder geleid worden. Zeker, de weg naar de hemel, voert onherroepelijk langs het kruis, maar het kruis, hoe belangrijk ook, is niet het eindpunt.
Christus is juist aan het kruis geklonken om bedroefden en beproefden te troosten. Om sieraad voor as en het gewaad des lofs voor een benauwde geest te geven.
Zijn weg gaat verder naar de Pa«smorgen, naar de Hemelsvaartdag, naar de Pinkstervolheid. Zijn Geest zal uiteindelijk moeten komen als de grote ziele-trooster.
Wat een rijk Evangelie! „Uw hart worde niet ontroerd."
Door een nacht, hoe zwart hoe dicht, Voert Hij ons naar 't eeuwig licht. Christus gaat door Zijn Geest vertroosten. Hen vertroosten, die door satan verschrikt zijn geworden, die door de genade Gods aan de andere kant een recht gezicht hebben gekregen op hun zonde en schuld voor God en deswege een droefheid naar Hem zijn gaan kennen. Vertrouw op Hem o volk in smart, stort voor Hem uit uw ganse hart!
Gij lieden gelooft in God, geloof ook in Mij! Hierdoor wordt dus uitgedrukt, dat het evenzeer nodig is om in Christus te geloven als in God. Het is reeds een voorrecht, wanneer van ons, evenals van de discipelen getuigd mag worden dat we in God geloven, maar nu is het ook nodig dat we de opgestane Christus als God leren ontmoeten. Dat we Hem kennen in de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap van Zijn lijden. Nooit zal een ontrust hart tot vrede komen, dan door het geloof dat Christus niet alleen voor anderen, maar ook voor mij is gestorven en opgewekt.
Met dat geloof is het een wonderlijk geval. Weliswaar komt de eis des geloofs tot ons, maar aan de andere kant is het volkomen Gods gave. Dit deed een Augustinus uitroepen: Heere geef wat Gij beveelt en beveel dan wat Gij wilt!
Dat geloof wordt de pelgrimsstaf, waarmede de reiziger voorttrekt en steun en sterkte ontvangt in de moeilijke ogenblikken van het leven. Is het ook reeds uw steun en troost? „In het huis Mijns Vaders zijn vele
„In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen." Wat een kostelijk onderwijs geeft de grote Profeet en Leraar aan Zijn kerk. Eerst wijst Hij hen heen naar de bron, maar laat dan ook zien welk een kostelijke en rijke stroom uit die bron ontspringt. Eerst wijst Hij heen naar de Vader, als eerste oorzaak, naar Zichzelf als de verdienende oorzaak, om dan de aandacht te bepalen bij de verdiensten, de gaven en schatten, die in Hem te vinden zijn en tot verzadiging genoten w^orden hierboven.
Daarom: sursum corda, de harten naar boven, waar Christus is, aan de rechterhand des Vaders.
Dirksland. C. J. Kesting.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1967
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's