Onze Oranjelonarchie
i geboorte van een nieuwe Oranjestelt ons, evenals het huwelijk van Bes Beatrix met prins Claus von berg verleden jaar, voor het vraag- ; van onze monarchie. Erg urgent probleem, dunkt ons, niet. Het ^r niet zoals in Griekenland, waar koningschap aan een zijden draad "; en eigenlijk altijd gehangen heeft. &eer we zien uit opinie-onderzoe- , dat ten minste 80 "/o van de Ne- .nders voorstander is van de mofiie, dan kan daaruit de concluvorden getrolcken, dat de positie |het Oranjehuis nog altijd stevig kerd is in ons volksleven. Hoe dit naaste of verre toekomst zal zijn, f uiteraard niemand. Allerlei factokunnen daarop van invloed zijn. toch wagen we het hier de stelte poneren, dat Nederland wel één Ide laatste landen zal zijn, die de lirchie zullen veranderen in een bliek, term „monarchie" betekent let-
l i 1 l i V. alleenheerschappij. En inderis ze dat de eeuwen door ook geweest, totdat in de 19e eeuw Irlementaire en constitutionele mo- |ie werd ingevoerd. Duizenden javas zij de normale staatsvorm, of bnarch nu koning, keizer, farao, sul- ^f sjah heette. Er waren keizers in koningen in Israël en Babyion, ts in Rome en Duitsland, tsaren üsland. Maar dat waren alle absofmonarchieën. De macht van de was onbeperkt, zowel die van hg Salomo omstreeks 900 v. C. ^e van Lodewijk XIV in de IVe n. C. Zij regeerden „bij de gratie |de) Gods" en bij de oude Romeiverden ze zelfs vergoddelijkt. Lo- 6k XIV zei van zichzelf „de staat, jjen ik." En zo dacht vroeger elke over zijn eigen positie. Werd Ier een land onafhankelijk, dan het een koninkrijk: men denke Belgié in 1831 en aan Noorwegen |05. Het merkwaardige is echter, Ie Nederlanden, die zich in de tachtige oorlog vrijvochten, voor een bliek kozen. In 1581 zwoeren onze Raderen Filips II van Spanje af en de burgers zelf het bewind in Onze voorouders waren blijkdoor de dwingelandij van de hse vorsten allesbehalve monar- ; gezind. Met Zwitserland vormden bderlanden enkele eeuwen lang de republieken van Europa, heeft lang geduurd vóór het mo- |ale stelsel ging wankelen. Toen
i * ll 09 koningin Juliana werd geboren, er in Europa 22 monarchieën (de ^gerende koningen, groothertogen Duitsland niet meegerekend) en ^ublieken n.1. Frankrijk en Zwitnd. Ons land was immers in 1814 len koninkrijk geworden. En thans er in ons werelddeel met Monaco pchtenstein mee nog 10 monarn.1.: Nederland, België, Groot- Jime, Noorwegen, Zweden, Denelen, Luxemburg en Griekenland, pl het aantal republieken 19 be
nl j ' M n r , is de eerste wereldoorlog gedie de machtigste monarchieën [Europa deed sneuvelen: Rusland 117 en Duitsland en Oostenrijk- |arije in 1918. Portugal was al [egaan in 1910 en Spanje volgde in Italië werd gedurende de tweede [doorlog een republiek evenals de mlanden Joego-SIavië, Roemenië ilgarije. En bij sommige van de bestaande monarchieën kan men ïateren, dat ze niet erg stevig ver- 'd zijn in het volk. In de drie inavische landen, die sterk socia- 1 georiënteerd zijn, wil men blijkbaar geen verandering forceren, maar ] praktisch zijn het eigenlijk republieken met een vorstelijk persoon aan het In België is het koningschap liet zo hecht verankerd als in rland en in Griekenland staat het il wankel, ons eiland betreft, samen met
, etj ' * ons eiland betreft, samen met md heeft het ongetwijfeld de [tijd best gefundeerde monarchie, de stevigheid in het Verenigd :rijk hoofdzakelijk op de spreeklelijke Engelse traditie, in Neder- [Spelen andere factoren mee. Hisis ons volk helemaal niet monarich. Het zwoer in 1581 zijn moaf en koos de republikeinse staats met de Oranjeprinsen als stad- •s, die onder de Staten-Generaal lor hen benoemd werden. Pas in 'erd ons land een monarchie onlet Oranjehuis. Men mene echter [dat ons volk principieel monaris. Zelfs de meest rechtse protspartijen, de S.G.P. en de A.R.P., in hun beginselprogram de moleid van een republiek open, maar menen, dat door Gods leiding in historie het Oranjehuis zo met 'land is samengegroeid, dat hier constitutionele koningschap der les de meest geschikte regeringsis We zouden dus kunnen zeg- »'?i!. ^^^ '^^ grote meerderheid van ons thans de Oranje-monarchie preboven de republiek. Zodra het iehuis zou wegvallen, is het zeer schijnlijk, zo niet zeker, dat ons [voor een republikeinse regeringszou opteren. ^'l
is wel zeker, dat de nog bestaanlonarchieën geen republieken gesn zi]n, omdat ze tijdig van autoishe tot democratische, dus parle- ^^ 'Sir-constitutionele getransformeerd j ^ V( )r onze laatste koningen, Willi en Willem III, is dit niet ge- makkelijk geweest en Willem I was er helemaal niet toe bereid. Zij hebben echter ingezien, dat ze de ontwikkeling niet konden tegenhouden en er zich bij neergelegd. Hoe het gelopen zou zijn, wanneer er ook na 1890 steeds mannelijke Oranjetelgen hadden geregeerd, is uiteraard nimmer vast te stellen, maar we geloven wel, dat de wijze van uitoefening van het koningschap door de drie koninginnen Emma, Wilhelmina en Juliana, die zich strikt gehouden hebben aan de constitutionele normen, er in hoge mate toe heeft bijgedragen aan onze monarchie ook in de bewogen tijden, die er in deze periode zijn geweest (1918 en 1940—'45) een stevige grondslag te geven.
In een monarchie als de onze is de vrijheid van het volk zeker niet kleiner dan die In een republiek. Dat waarborgt de grondwet. Het is tegenwoordig zelfs zo, dat de republikeinse regeringsvorm absoluut geen garantie biedt voor de volksvrijheid en -invloed. De communistische landen zijn republieken, z.g. „volksrepublieken", maar waar is de vrijheid, die wij bezitten? En wat te derüien van Portugal met zijn dictator Salazar en de beroemde republiek Frankrijk met zijn alleenheerser Charles de Gaulle? Onze monarchie is de mocratischer — opgevat in de zin van vrijheidlievender — dan deze republieken.
In ieder geval is het bij ons erfelijk koningschap niet nodig om de zoveel jaar een presidentsverkiezing te houden. De normale verkiezingen, die we nu kennen, brengen ons volk toch al aardig in rep en roer. In onze, wat beginselen en partijen betreft, toch al zo verdeelde natie zou dan nog een ander strijdpunt de gemoederen gaan be roeren. De vraag zou allereerst aan de orde komen of het presidentiële staatshoofd gekozen moet worden door de kiezers zelf of via hen door de Staten-Generaal. Hoe deze vraag ook werd beantwoord, de moeilijkheid bleef altijd: welke persoon uit welke partij is acceptabel voor de meerderheid? Het is daarom verblijdend, dat tot dusver de monarchie nog altijd goed functioneert en dat de waardering voor wat het Oranjehuis voor Nederland deed en doet bij het overgrote deel van ons volk niet is verminderd, ook al staan velen er wat nuchterder tegenover dan voorheen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's