Brief Gerei. Gemeenien van vermaning en opwekking
De classis Rotterdam van de Gereformeerde Gemeenten heeft in haar vergadering van 6 maart zich tot de gemeenten gewend met een brief van vermaning en opwekking. De inhoud van deze brief behelst enerzijds een vermaning om zondige levensgewoonten te laten en te vlieden en anderzijds een opwekking tot een ernstig zoeken en betrachten van de vreze des Heeren en daartoe de aangewezen middelen waar te nemen. Wij laten uit deze brief enkele fragmenten volgen.
„Ons is gebleken, dat onder de invloed van een van God en Zijn instellingen zich meer en meer afkerende wereld, ook in de gemeenten meerdere blijken van verlating van de rechte wegen des Heeren zich voordoen. Daar deze verwereldlijking van ons christelijk leven grote schade aanrichten moet, en voor huisgezinnen en gemeenten grote gevaren in zich bergt, acht de classis het nodig, u hiertegen ernstig te waarschuwen.
Met name willen we hier noemen het gevaar, dat dreigt van de zijde van de televisie. Wij beseffen dat dit instrument als zodanig niet verwerpelijk moet geacht worden, maar dat de beïnvloeding van het volk, welke er door plaats grijpt, veelal geschiedt op een wijze, die met het Woord Gods niet rekent. In dit verband wordt verwezen naar de uitspraak van de Generale Synode, dat het gebruik van de televisie in de gezinnen of anderszins, tot vermaak, ten sterkste moet worden veroordeeld. Daarom waarschuwt de classis de gemeenten ernstig, om onze christelijke levensstijl niet te doen ondergraven door wereldse televisie-programma's, alsook door middel van onchristelijke boeken en tijdschriften. Deze zouden moeten worden geweerd uit ons leven."
Vermaterialisering van het leven
Niet alleen echter tegen het gevaar dat ons van die zijde bedreigt, menen wij te moeten waarschuwen. Er zijn ook andere gevaren, die moeten worden gesignaleerd. Wij denken met name aan de vermaterialisering van het leven, waardoor aan de stoffelijke dingen zo grote waarde wordt toegekend, dat Goddelijke geboden en geestelijke belangen daarvoor moeten wijken. Deze vermaterialisering openbaart zich ook in de gemeenten. Of geeft de afname van de omvang van de gezinnen ons geen reden om te denken, dat ook in de kring van onze gemeenten de invloed van de moderne levensopvattingen zich gelden laat? Zo ook zijn er tekenen, dat de eenvoud van leven, gepaard met het besef van ernst en verantwoordelijkheid, teloor dreigt te gaan in de zucht naar bezit, luxe en overdaad, zijn daarvan maar al te veel bewijzen voorhanden, en de wijze, waarop sommigen zich menen te moeten opmaken, openbaart een hart, dat in de vreze Gods geen lust heeft.
Toch zou onze vermaning, om zich tegen deze uitingen van verwereldlijking te keren, en die in persoonlijk, huiselijk en gemeentelijk leven te be- strijden, zich niet als onze evangelische bewogenheid met u openbaren als niet tegelijkertijd de classis de gemeente zou opwekken, om ernst te maken met de ons van God gegeven middelen, die de eeuwige belangen van ons en onze kinderen bevorderen.
De Bijbel in het middelpunt
Daarom wekken wij u op, om ernstig in persoonlijk en huiselijk leven met het Woord Gods om te gaan. De levenshaast van onze moderne tijd bedreigt dit noodzakelijke getrouwe omgaan met de Heilige Schrift. Laat in de huisgezinnen elke dag een gedeelte worden afgezonderd, voor een persoonlijk of gezamenlijk lezen en overdenken of bespreken van het Woord Gods. Laat daarnaast ook een boek, dat uw geestelijke stichting en opbouw dient, gelezen worden. En dat in de weg des gebeds de zegen Gods over ons leven ernstig en nadrukkelijk begeerd worde. De gezinshoofden hebben hierin hun roeping en verantwoordelijkheid wel te verstaan.
Heiliging van de dag des Heeren
Vooral ook doen wij een beroep op de gemeenten, om met het gebod Gods, tot heiliging van de dag des Heeren, meerdere ernst te maken. Laat die dag uitsluitend de dienst Gods gewijd worden, en were een ieder alles, wat daarmede strijdt.
Zoals de Heere Israël alleen wüde doen wonen, zo beveelt Hij ook de gemeenten, om de besmetting van de wereld te vlieden. De gedaante van deze wereld gaat voorbij en wij haasten ons naar de grote dag des Heeren. Daarom moge de woorden van de Apostel Petrus (2 Petrus 3 : 10—14) door Gods genade verstaan en ter harte genomen worden:
„Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in de nacht, in welke de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken die daarin zijn, zullen verbranden.
„Dewijl dan deze dingen alle vergaan, hoedanigen behoort gij te zijn in heilige wandel en godzaligheid!"
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's