Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In Het Zichi Van De Lange Jan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In Het Zichi Van De Lange Jan

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eerbied in Gods huis Kleine gaven — Sfeer in liet liuisgezin.

jussen de kerkramen op de witte nuur hingen bord waarop te stond: Verboden te spuwen. _ Het achtjarige Jongetje vond dat liets vreemd; het Itrist dat de kerk fchoon moest blijen dat het iiet mee zou valbn voor de koster , dat bruine jedje van het talakssop op te rui- Ijen Het kind wis Ijen Het kind wist dat al de mannen iabak pruimden. Dat deden ze op hun berk en na het eten thuis, dus konden dat ook moeilijk laten als ze in de lerk zaten. Grote jongens op school, (ie alleen 's winters de school bezochfen, hadden ook al pruimtabak bij zich. jongens konden moeilijk pruimen bnder er bij te spuwen; bij enkele lote mannen lukte dat; die konden Iht pruimen. Het achtjarige ventje fond het helemaal niet gek dat die brdjes er hingen. Hij besefte niet dat fet heel erg was, dat zoiets te lezen lést staan in de kerk; dat de mensen zichzelf niet zoveel fatsoen hadden *i het spuwen te laten. Zij zaten toch i „Gods huis" en daar doe je toch niet ^of je thuis bent! JZouden er in onze tijd ook geen bord

jes moeten hangen met „verboden dit en verboden dat"? Er gebeuren nog wel dingen in de kerk, die het daglicht lüet «logen zien. Hoe dat komt? Wel, omdat Ir geen besef is aangebracht waór zij ffich bevinden en dat er geen ontzag is ^oor God en Zijn heilige dienst. Meestal is het geen goed teken dat kinderen niet meer bij hun ouders willen zitten n dorpje maar enkele orgels, want die prachtige muziekinstrumenten konden maar enkelen betalen. Hoe graag had het kind in het huis willen zijn, waaruit die orgelklankèn kwamen. Nu en dan woei maar een stukje klank door het geopende raam naar binnen, maar om ól die klanken te horen, van dichtbij, wat zou dat heerlijk zijn!

Nu is het zingen niet meer nodig. Nu loten de mensen zingen: zij zetten even een plaat op, of ze laten een bandje afdraaien. Dat is veel gemakkelijker en mooier. Dan hoor je geschoolde stemmen en uitmuntende koren, die net zo lang hebben moeten zingen tot de plaat er mocht zijn en verder werd gefabriceerd. Je behoeft er niet zo intens mee mee te leven; je kan gerust een kopje thee of koffie nuttigen, want het zingt en speelt toch wel door. Dat is veel mooier, zulk zingen!

Zou je denken? Ik weet het nog niet. Zou dezelfde sfeer er zijn als die er was in het gezin, dat eensgezind de psalmen en gezangen zong?

ZWERVER.

in de kerkbank. Hoe aangenaam moet het zijn als het hele gezin bijeen is vergaderd om samen te luisteren naar ~^t de Heere heeft te zeggen en deel ïnemen aan de eredienst! Als de kinten naast hun ouders zitten, kan een |in duwtje al maken dat die kindeniet alsmaar in een bijbeltje aan het bladeren zijn en dat het besef wordt aangebracht, dat ze niet in een bus zitten, maar onder de verkondiging van de rijkdom van Gods genade voor schuldige mensen. Vóór het kind, in het hoekje van de

Vóór het kind, in het hoekje van de bank zat, in de ogen van de achtjarige althans, een oude man. Dat was een beste man in de ogen van het kind: elke zondag had hij iets voor het knaapje, een paar pepeirmuntjes, een grote appel, een fijne peer en het gebeurde ook, dat hij zijn hand naar Meren uitstak en een paar okkemoin de kleine handjes van het kind glijden. Okkernoten waren in die . niet te koop in de winkel, zoals nu. en dan zag het ventje op school die iten wel eens, als er een paar jongens boeren uit de polders ze meebrachbnnaar school. Het was een heel zelne keer dat je één noot van zo'n gen kreeg; je mocht dan al heel spe- ^al bevriend zijn met zo'n kind, dat i& die tijd in weelde was grootgebracht. "iDoor die kleine gaven (maar in de ogen van de jongen waren die gaven groot!) had die oude man het hart van het kind ingenomen. Misschien was die gulle gever een man die tegen de vijftig &p, maar voor het besef van een kind Ém je dan al oud. sVan de preken weet het kind niet

sVan de preken weet het kind niet veel meer. Maar toen de predikant op een avond afscheid nam van zijn gemeente en vader en de grootste broers waren thuisgekomen, werd er gesproken over de tekstwoorden, die als afscheid ^woorden waren genomen: „Kinderkens, het is de laatste ure". Het waren de woorden van de apostel Johannes. Het was de laatste ure voor de dominee geweest, maar zo zou het ook d&'laatste ure worden van elks leven en zo /OU ook de laatste ure aanbreken van de wereld. Misschien hebben die woorden wel indruk gemaakt op het Idnd, want het ging de andere dag in ^ bijbel snuffelen om deze woorden npg eens te lezen. Het kind had nog niet roveel verstand en kende de bijbel nog Btet zo van binnen en van buiten, dus zocht hij maar in het laatste bijbelboek. In Openbaring zouden die woorden zéker wel moeten staan. En hij maar lezen! Zijn moeder was bezig aan de was en zegt: „Ik heb het nergens gevonden". op te hangen en hij loopt naar achter Moeder, zij kon ook niet helpen; zij was niet bij die laatste kerkgang geweest en zij kon ook niet ineens de plaats zeggen waar deze bijzondere woorden geschreven stonden.

Later wist het kind het wel. En elke keer als 1 Johannes 2 wordt gelezen, moet hij er aan denken.

Zondagavond! Dan werd er gezongen in het gezin. Wat voelden de ouders zich dan één met hun kinderen. De mannenstem van vader harmoniëerde , met de kinderstemmen en met de ianstem van moeder. Het waren Ben die gezongen werden, maar va- ' was niet zo kerkistisch, dat hij bang was van een gezang. Hij was vroeger lid geweest van een andere kerk, waar wél gezangen werden gezongen. De mooiste die hij zich kon herinneren werden nu ook in het huisgezin gezongen. Er waren nog boekjes uit de vorige kerk overgebleven en zo konden ze allemaal meedoen. Het gebeurde dat de mensen voor het tuintje bleven staan luisteren. In de zomeravonden, als het raam

In de zomeravonden, als het raam opstond, klonk uit een huis, schuin tegenover, orgelspel. Er waron op het

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 1967

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

In Het Zichi Van De Lange Jan

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 1967

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's