Woningbouw Op Itorte Termijn

Alle drie de dorpen blazen hun partij meel

De woningbouw in Ouddorp werd gestagneerd doordat indertijd het plan „Molentienden" werd afgewezen; het bestemmingsplan Horrelshoogten is volgebouwd en derhalve bestond in Ouddorp geen enkele mogelijkheid meer voor woningbouw. Door de creatie van het plan Hermansweg wordt een verdichting verkregen van de bebouwing in het bestemmingsplan Horrelshoogten; het plan wordt begrensd door de Hermansweg, Beatrixweg, Oosterweg en Bemhardweg.

Deze grond was aanvangelijk uitgegeven t.b.v. agrarisch gebruik; gebleken is dat de animo voor het tuinieren afneemt en dat verschillende bewoners de tuingrond al.<; opslagplaats voor oude materialen gebniiken, waardoor — zo stellen B. en W. — langzaam maar zeker verpaupering ontstaat.

Het terzake gegeven advies van de commissie Ruimtelijke Ordening luidde dat mede gelet op de nationale grondschaarste t.a.v. deze gronden z.s.m. een bestemmingsplan diende te worden ontworpen, teneinde bij een te verwachten bouwstroom gelegenheid voor woningbouw te hebben. De Prov. Planologische commissie kon zich in beginsel met het door het Inst. Stad en Landschap opgemaakte plan verenigen.

Enkele raadsled,en spraken de wens uit dat het landschapschoon door het nieuwe plan niet zal worden aangetast.

De voorz. kon de verzekering geven dat juist het tegendeel het geval zal blijken te zijn. Het plan wordt gecompleteerd met een „beplantingsplan" zodat het a.h.w. in het groen wordt „verpakt".

Mede op de opmerking van dhr. M. Aleman die beweerde dat een scheidslijn dwars door het varkenshok van dhr. Rijnbrand loopt gaf de voorz. toezegging dat bij de uitvoering van het plan met de meeste zorgvuldigheid wordt gewerkt om de bestaande situatie zo weinig mogelijk schade te berokkenen. Overigens kunnen geen concrete toezeggingen worden gedaan; er staan meerdere opstallen die veelal zonder goedkeuring van B. en W. verrez/an zijn. Overigens zijn de piketten reeds geslagen zodat de scheidslijnen duidelijk waarneembaar zijn.

Tot slot deelde de voorz. mee dat het bestek al voor een groot deel gereed is; ook de grond is ter beschikking zodat wanneer de goedkeuring wordt verkregen de spa gelijk in de grond kan!

Crediet.

De raad stelde vervolgens een crediet van ƒ 130.000,— beschikbaar voor het bouwrijp maken van de grond. De kosten bedragen in totaal ƒ 290.518,— (plus ƒ 17.558,— volbrengwaarde van de grond) maar worden over 3 jaar gespreid. In 1968 en 1969 dient nog een crediet van resp. ƒ 84.885,97 en ƒ 75.830,83 te worden gevoteerd. Uit het prae-advies blijkt dat in 1969 ook langs de Hermansweg en een gedeelte van de Oosterweg een trottoir zal worden gelegd.

Vaststelling grondpr^zen.

De grondprijs voor eengezinswoningen werd vastgesteld op ƒ 19.30 per m-; voor bejaardenwoningen op ƒ 20,27; voor bijzondere bebouwing op ƒ 25,10 en voor autoboxen eveneens op ƒ 25,10. De grondkosten zijn in vergelijk met de elders geldende prijzen zo miniem mogelijk geworden door de geringe ver-wervingskosten van de grond.

Ook Goeree . . .

De raad besloot tot het aangaan van een vaste geldlening met de N.V. Bank voor Nederl. Gemeenten ten bedrage van ƒ 224.000,—. Het bedrag wordt aangewend tot het bouwrijp maken van een gedeelte van het uitbreidingsplan „Nieuwe Oostdijk" zodat verwacht mag worden dat met de bouw binnen niet al te lange tijd wordt begonnen. Ook is het waarschijnlijk dat 60 woningen die Stellendam zijn toegewezen spoedig zullen verrijzen, de aanbesteding heeft reeds plaats gehad.

Rommel buitengaats.

Een crediet a ƒ 3000,— werd gevoteerd voor het doen instellen van een onderzoek naar de beste methode van lozing van het afvalwater van de 3 dorpen. Ouddorp en Stellendam lozen nog uit op de Grevelingen en het Haringvliet maar het staat vast dat de hiertoe verleende vergunningen na de afsluiting van deze zeearmen niet zullen worden gecontinueerd zodat het systeem van de open lozing moet worden losgelaten. De mogelijkheid wordt overwogen om vanaf de bestaande pompstations persleidingen te leggen naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie aan het Havenhoofd waar vandaan het wellicht mogelijk zal blijken het effluent via een persleiding te doen afvloeien in open water. Zou dit niet mogelijk blijken te zijn dan zullen zowel te Ouddorp als te Stellendam volledige rioolwaterzuiveringsinstallaties moeten worden gebouwd waaraan nog het bezwaar zou kleven dat het effluent in de polders terechtkomt. Bovendien zijn de bedieningskosten van één installatie mteraard aanzienlijk lager dan van drie installaties. Het Technisch Adviesbureau der Ver. van Ned. Gemeenten zal de mogelijkheden onderzoeken.

Bij een bespreking ten verzoeke van de Deltadienst waarin de z.g. aanpassingswerken ter sprake werden gebracht was de lozing aan de orde gesteld.

„Heeft Rijkswaterstaat in dit geval een vinger in de pap?" informeerde de heer Santifort. „Een arm!" antwoordde de voorzitter. Hij legde uit dat de gevoteerde ƒ 3000,— een voorfinanciering is die later bij de Deltadienst kan worden teruggevraagd.

Dhr. Bruggeman had het liever andersom gedaan: „Had waterstaat laten beginnen, dan horen wij het wel " „Nee, nee", waarschuwde de voorzitter; „als gemeente moeten we de andere arm in de pap hebben, zodat wij bij de voorbereidingen betrokken zijn".

„Op deze manier wordt de raad niet gedegradeerd tot een bekrachtiger van wat reeds klaar is gemaakt", betoogde de voorzitter.

„Hebt u een schriftelijke bevestiging van de toezegging dat de ƒ 3000,— bij de Deltadienst in rekening kunnen worden gebracht", informeerde dhr. Snijder

De voorz. zei hier liever niet om te vragen; met de Deltadienst zijn bijzonder goede ervaringen opgedaan; bovendien zijn van de vergadering waarin dat werd toegezegd notulen gemaakt. „Als ze het maar ver genoeg in zee

„Als ze het maar ver genoeg in zee brengen zodat we niet net als in Scheveningen in de rommel moeten zwemmen hoopte dhr. Visser.

„Dat zal voor ons e^n schip op het strand en een baken in zee zijn" was het passende antwoord van de voorz.

Gemachtigden.

Een commissie uit Ged. Staten zal a.s. 7 maart een openbare zitting houden waarin verslag zal worden uitgebracht inzake de bezwaren ingediend tegen het raadsbesluit houdende vaststelling van het bestemmingsplan Ouddorp-Westhoofd. Het college wordt in de gelegenheid gesteld zich te doen vertegenwoordigen door één of meer gemachtigden; alsook door een deskundige van Stad en- Land. De raad machtigde resp. de voorz. burg Smith en dhr. A. P. Schat.

Deze zaak houdt verband met het noodzakelijk verdwijnen van 14 zomerhuisjes i.v.m. de aanleg van een dijk. Het bestemmingsplan wijst voor deze woningen een nieuwe plaats aan. Door de Ver. van Natuurmonumenten, een particulier, en Staatsbosbeheer zijn daartegen bezwaren gerezen. De heer Komtebedde sprak zijn vertrouwen in de voorzitter als pleitbezorger uit. Spr.

•—- zou het betreuren als deze zo" ^ bezitters die meewerkten t.b v ^ gemeen belang het slachtoffer ; worden van genoemde instantie-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen