Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verkiezingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verkiezingen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

lensdag 15 februari wordt een beijke dag voor het Nederlandse 1 Dan immers wordt een nieuwe |de Kamer van de Staten-Generaal Hi^en enige maanden vroeger dan itórmaal de bedoeling was geweest, Wdat het kabinet-Cals in „de nacht ran Schmelzer" voortijdig ten val werd lebracht. Heel Nederland zit in spanswat er uit de stembus zal komen, I daarvan hangt grotendeels af hoe TOEf'land in de komende jaren gere- ^rd zal worden: links of rechts of tussenin.

ledere verkiezing brengt spanning, maar deze toch wel meer dan vorige. Ons politieke leven is in een impasse geraakt. Een grote verwarring is ontstaan. Algemeen heerst de mening, dat de toonaangevende partijen door diverse oorzaken zijn vastgelopen met hun tot dusver gevolgde beleid, met name wat betreft de vorming van stabiele regenngen. Na de vorige verkiezingen (1963) trad het kabinet-Marenen op, dat reeds na 1 jaar en 7 maanden door interne meningsverschillen over de Omroepwet struikelde. We hebben dat betreurd, want de koers, die het volgde, was wel niet ons ideaal, maar toch in de gegeven omstandigheden nog de beste, die men kon verwachten. Er heeft daarna achter de schermen in Den , gedurende zes weken een geheimg politiek spel ontwikkeld, dat tot dWer nog nimmer is opgehelderd. De oirftoepkwestie is toen misbruikt om een uitgesproken linkse politiek te gaan voeren onder auspiciën van de heren Cals en Vondeling met steun van mr. Biesheuvel en prof. Diepenhorst. Dit is ee& soort „staatsgreep" geweest, want ze was in strijd met de verkiezingsuitslag van 1963. Gelukkig heeft dit kabinet-Cals slechts 1 jaar en 7 maanden het bewind gevoerd, doordat het in november 1966 werd weggestemd, waarna het overgangskabinet-ZijIstra optrad, dat zoveel mogelijk orde op zaken probeert te stellen. Het is echter een minderheidskabinet (alleen K.V.P. en A.- B.P.) en we wachten dus op de uitslag van de verkiezingen, waarna een nieuwe regering moet worden gevormd, die op deze uitslag gebaseerd moet zijn.

Deze gang van zaken (vier kabinetsformaties binnen vier jaar) wijst erop, dat er iets is in de Nederlandse politiek. Het lijkt op de vóór-Gaullistische toestanden in Frankrijk. We gaan hier ni^niet verder op in; dat lijkt ons overbodig na de lange serie artikelen over het partijwezen, die we pas beëindigd hebben. De vraag is óf en in hoeverre het vrijwel algemene onbehagen in de uitslag van de verkiezingen tots, uitdrukking zal komen. Het is niet OiÉaogelijk, dat daarin enige indicaties hiOTomtrent te vinden zullen zijn, al 2ïfl>ihet niet eenvoudig zijn, daaruit de juiste conclusies te trekken. We hopen daarop nog wel terug te komen.

Het spreekt vanzelf, dat er allerweg^ al druk gespeculeerd wordt over di^vraag, welke regering er zal komen na de verkiezingen. Daaromtrent lopen dé; wensen uiteraard sterk uiteen. Al wat „links" denkt in Nederland, d.w.z. sociaal-economisch links, zou wel graag een combinatie zien als Ijij het kabinet- Cals, dus van K.V.P., P.v.d.A. en A.R.P. alleen met dit verschil, dat er dan een waarborg zou zijn van de zijde van de K.V.P., dat deze partij weer niet halverwege de rit het kabinet beentje zou lichten. De grote vraag is echter of de leiding van deze partijen dit zou aandurven. In de K.V.P. zit een stevige rechtervleugel en een grote middengroep, die helemaal geen prijs stellen op een herhaling van het Cals-experiment. In de A.R.P. zijn ook velen geschrokken van de droeve resultaten van dat zo progressieve beleid. Prof. Zijlstra laat nu zien hoe het beter kan. En de P.v.d.A. houdt het natuurlijk onveranderd op een progressieve politiek met een aantal specifiek socialistische desiderata. Daardoor zal bovengenoemde combinatie er niet gemakkelijker op worden.

Vast staat, dat de P.v.d.A. en de V.- V.D. beide hebben uitgesproken, dat ze niet samen in één kabinet willen zitten. Dat is ook begrijpelijk, omdat hun sociaal economische opvattingen te veel uiteenlopen. Van K.V.P. en A.R.P.-zijde is medegedeeld, dat zij in elk geval gaarne een eensgezind optrekken van de drie confessionele partijen zouden zien. Indien de C.H.U. hiermee akkoord zou gaan zouden ze inderdaad sterk staan in hun onderhandelingspositie met de vierde partner, hetzij dit de P.v.d.A. is dan wel de V.V.D. De drie traditioneel rechtse partijen zijn niet in staat zonder bijstand van een vierde een regering te vormen met een behoorlijke meerderheid in het parlement. Momenteel teilen hun fracties samen 76 van de 150 leden, dus precies de heUt plus één. De jongste prognose van de a.s. verkiezingen geeft voor hen 49''/o aan van de stemmen, dus nog niet eens de meerderheid. Deze oplossing is dus uitgesloten. Er moet absoluut een vierde partij ingeschakeld worden. Wordt dit de P.v.d.A., dan zal de C.H.U. waarschijnlijk niet meedoen. En tegen de V.V.D. zal waarschijnlijk een deel van de K.V.P. en van de A.R.P. bezwaren nebben. Het wordt dus weer een moeilijk geval.

We zijn hiermee intussen al gekomen tot de prognoses omtrent de uitslag op 15 februari. Het N.I.P.O., de Telegraaf, het weekblad Revu hebben er al gepubliceerd. Ze hebben opiniepeilingen verricht en deze week zullen er nog meer komen. De vraag is altijd, welke waarde men daaraan moet hechten. De ervaring heeft geleerd, dat ze de tendens van de veranderingen aardig aangeven, maar dat de getallen zelf nogal afwijkingen vertonen van de werkelijke uitslag, wat niet verwonderlijk is, gezien het naar verhouding steeds kleine aantal geënquêteerden. Alvorens er hier enkele over te nemen geven we zonder kwantificering onze eigen visie op de aanstaande verschuivingen. Een voornaam punt is, welke partij

Een voornaam punt is, welke partij de grootste wordt, omdat daaruit de eerste kabinetsformateur wordt aangewezen. Zal dit de K.V.P. of de P.v.d.A. worden? Behalve in 1952 en 1956 was het na de oorlog steeds de K.V.P. Bij de Statenverkiezingen van 1966 zakte de P.v.d.A. van 30»/o in 1962 op 23 in 1966! Nadien is ze wel in herstel. Ze zal nu wel wat verliezen aan D'66 en de P.S.P., maar anderzijds zal ze ontevreden K.V.P.'ers winnen n.a.v. de „ruk naar rechts" van november 1966 door deze partij èn een contingent kiezers, die ontevreden zijn over de politiek van het kabinet-Zijlstra. De K.V.P. zal ongetwijfeld enig verlies lijden door de interne troebelen na „de nacht van Schmelzer" aan de P.v.d.A., maar ze zal wel wat vroegere kiezers van de B.P. terugkrijgen. In elk geval geloven we, dat de K.V.P. toch met een groter aantal zetels uit de bus zal komen dan de P.v.d.A. De V.V.D. zal wel een paar zetels win

De V.V.D. zal wel een paar zetels winnen ondanks de zekerheid, dat ze een behoorlijk aantal stemmen zal verliezen aan de pas opgerichte D'66, die in hoofdzaak bestaat uit vroegere linkse liberalen. Ze krijgt opgetwijfeld kiezers terug van de B.P. Dat ze zulk een felle oppositie heeft gevoerd tegen het kabinet-Cals zal haar geen windeieren leggen. Ook haar anti-zuilenpolitiek in de bezor­ omroepkwestie zal haar winst gen.

De A.R.P. zal ook wel vooruitgaan. Haar huidige vaste kern, zowel van rechts als van links, blijft haar door alles heen trouw. Wanneer prof. Zijlstra haar lijsttrekker was geworden, zou ze beslist een flinke winst hebben gemaakt want diens politiek wordt ook door vele niet-A.R. sterk geprezen. Ook zonder deze bekwame econoom op de lijst zal ze toch nog wel van zijn werk profiteren. Biesheuvel, een gematigd-linkse figuur, spreekt de jongeren aan en Roolvink de „mannenbroeders". De winst zal echter wel bij één zetel blijven.

De C.H.U. staat eveneens op winst, omdat ze niet meedeed aan het bewind- Cals en op de bres stond voor een gezonde economie en strijd tegen de inflatie. Ze zal waarschijnlijk voor het eerst de A.R.P. in stemmen- en zeteltal overvleugelen.

Wat de kleine partijen betreft, de P.S.P. zal wel enige winst boeken door de kwestie-Vietnam, de monarchiecontroverse en de Amsterdamse troebelen. De C.P.N, loopt kans iets achteruit te gaan, de S.G.P. blijft stabiel evenals het G.P.V. en van de B.P. is niets verstandigs te zeggen. Dat hangt helemaal in de lucht. Hieronder volgen enkele prognoses: van het N.I.P.O., van een 8-tal journalisten (gemiddelde) en van mevr. v. Someren. Het aantal is dat van de nieuwe fractie in de Tweede Kamer. Men vergete echter niet, dat zich tot de laatste dag nog verschuivingen kunnen voordoen onder het grote aantal „zwevende" kiezers. w

:a> 1 g ^ O >5 w s» 1

P.v.d,A. 43 42 42 40

V.V.D. 16 18 18 18

A.R.P. C.H.U. 13 13 14 15 13 14 14 15

C.H.U. 13 15 14 15

P.S.P. 4 6 5 5

C.P.N. S.G.P. 4 3 3 2 4 3 4 3

S.G.P. 3 2 3 3

B.P. 3 4 4 4

G.P.V. D '66. 1 — 1 — 1 2 1 1

D '66. — — 2 1

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1967

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

De verkiezingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1967

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's