Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toch gelukkig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toch gelukkig

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Copyright: J. J. Groen en Zoon N.V., Leiden

Geert zet zich aan de riemen. Buter neemt een fuikestok en helpt duwen. De boot is een ideaal vissersschuitje. Eigenlijk is het een punter. De kop hangt voorover en is scherp. De boorden boven de berghouten lopen naar binnen en geven het scheepje in grote mate zeewaardigheid. Buter staat achterin. Hij tuurt de zee op om het vlaggetje in het oog te krijgen. „Iets meer naar rechts. Geert!"

„Iets meer naar rechts. Geert!"

„Zie je de vlag vader? Gelukkig maar Als die weg was...!'"

Geert stuurt meesterlijk langs het stengetje, het begin van de beug. Zonder over boord te rekken kan Buter het grijpen. Hij legt het achterin de punter, trekt het touw met de steen, die als anker dient, binnen boord en dan komt de eigenlijke reep. Langzaam roeit Geert voort, maar zijn ogen zijn op het gore katoen gericht dat in diagonale richting door vader omhoog

wordt getrokken. „Het begin is slecht", zegt de visser,

„Het begin is slecht", zegt de visser, als hij de eerste kaalgevreten hoek binnenboord haalt. „Maar het aas is er af", merkt Geert

„Maar het aas is er af", merkt Geert op. „Je kunt wel 'n beetje harder roeien,

„Je kunt wel 'n beetje harder roeien, hoor! Mooi rustig zeetje nou hè? Ja hoor, we hebben beet, kijk maar". Geert ziet het. Het katoen maakt een

Geert ziet het. Het katoen maakt een zigzaggende beweging, een bewijs dat de een of andere vis daar onder water heen en weer zwemt. „Het mesje. Geert... vlug het mesje!"

„Het mesje. Geert... vlug het mesje!" „Ik weet het niet... vergeten...?"

„Ik weet het niet... vergeten...?" Maar hij laat even een riem los, rukt zijn knipmes uit de zak en trekt het open. Hij gooit het voor Buters voeten en grijpt de riem weer. Plotseling is het water vol beroering.

Plotseling is het water vol beroering. De brede staart van een aal geeft een harde slag tegen de riem. „Uitkijken, Geert... Dat is er een

„Uitkijken, Geert... Dat is er een waar we voorzichtig mee moeten zijn". Buter jongleert meesterlijk met de strak getrokken reep. De reuzenaal scheert onder de boot en weer terug. Handig houdt Geert de punter op dezelfde plaats. Gespannen kijkt hij toe hoe zijn vader een gunstig moment afwacht om de buit binnenboord te halen. Heel duidelijk ziet Geert de bronskleurige buik, een paling dus. Meer waard ook. En dan maakt Buter een opwaartse beweging. Met een doffe klap slaat de paling op de bodem Razendsnel snijdt Buter de reep door. Eén slag van de staart kan de ingehaalde reep hopeloos in de war brengen. Geert wipt het beun open, om vader in de gelegenheid te stellen de paling erin te gooien. Het is een dier van ongeveer drie pond.

Het kronkelt wild door het bootje en Buter heeft heel wat slijm aan zijn broek zitten, voor het dier in zijn enge gevangenis rondzwemt. Het binnenhalen van de beug gaat verder. Er komen allemaal hoeken binnen waar het aas nog aan zit en dit doet Buter opmerken „Ik denk dat die kanjer de enige was die hier vannacht heeft rondgescharreld Geert!"

„Wij hebben de halve beug nog niet binnen hoor! En verder van de wal hebben wij ook meer kans".

„Ik geef geen gulden meer voor de rest", voorspelt Buter.

En hij krijgt gelijk. Zonder onderbreking roeit Geert voort. Aan elke hoek zit nog het posje; sommige leven nog. Een eindje voor de punter dobbert weer een vlaggetje; het einde van de beug. En als Buter het binnenhaalt zegt hij: „Zegge en schrijve één paling van drie pond zwaar. Als we ons werk rekenen is hij zijn gewicht aan zilver waard." Geert heeft de riemen binnenboord

Geert heeft de riemen binnenboord gelegd om de mast op te zetten. Buter steekt de spriet in het zeil, terwijl de jongen het schootje vastzet. Nu neemt hij een riem en gebruikt die als roer. Hij richt de kop vah de punter op een alleenstaande boom. Het is een populier, die in de buurt van hun fuiken aan de wal staat. En voortgedreven door een zacht windje, zeilen de vissers landwaarts naar hun fuiken. Buter werkt het binnengehaalde wier overboord en begint het hoekwant te ordenen. Ondanks de slechte vangst fluit hij bij deze bezigheid en Geert glimlacht er maar eens om. Hij kan vader niet altijd begrijpen. Maar de dag is nog niet om. Misschien hoopt vader dat de fuiken het goed zullen maken. Maar hij rekent er niet op. De fuiken staan tegen de wal en daar

De fuiken staan tegen de wal en daar is natuurlijk het meeste vuil heen gedreven. Wat zei dominé daar gisteravond ook weer van?

Gelukkig is de mens die bij tegenspoed zijn goede humeur weet te behouden. Maar het is niet altijd zo, hoor! Hij zal het maar eens afwachten. Als die fuiken niks opleveren, zal dat fluiten wel afgelopen zijn. Of niet. Maar het is prettig werken met vader. Natuurlijk hij snauwt wel eens, maar wie doet dat niet? Bij Frankema lopen ze altijd tegen elkander te mopperen. Vooral de buUrman. Als het niet tegen de buurvrouw of de anderen is, dan op een koe of paard dat niet wil zoals hij het wil...

„Als de wind nog meer gaat liggen, nïoeten wij de riemen nemen. Geert". Hij schrikt op uit zijn gepeins. Het

Hij schrikt op uit zijn gepeins. Het water is bijna vlak. Het wordt warmer. De visdiefjes krijsen en duiken. Kapmeeuwen doen het bezadigder. Zij vliegen rustig rond, maar loeren scherp naar buit. „Gooi het schootje maar los. Geert.

„Gooi het schootje maar los. Geert. Wij bergen het zeil en gaan roeien". .

Geert knikt. Het schiet ook helemaal niet meer op. Maar nu nemen ze elk een riem en naast elkaar gezeten trekken zij de punter voort.

Vrouw Buter staat in het keukentje voor de spiegel. Met haar beide handen werkt zij het haar in een wrong en pakt een voor een de haarspelden tussen haar tanden weg. Jellie is vijf minuten geleden vertrokken. Zij heeft een dagdienst in Weerdam bij de dokter. Elke morgen gaat zij om halfacht de deur uit. Op de fiets is het maar een wipje. Vrouw Buter klaagt wel eens dat ze zo vaak alleen is. Met goed weer zijn haar man en Geert op zee. Zij kan in de kleine woning geen volle dagtaak vinden en dat was ook de reden dat Jellie een dienst gezocht had. Zij zelf wilde dat. En vader had haar gesteund. Maar zij is nu in een uitstekende stemming. En als vrouw Buter goed te spreken is, zingt zij psalmen. Luid, wanneer zij alleen thuis is, gedempt als de anderen zich in haar nabijheid be- | vinden. Geert heeft daar nog wel eens' pret over. Soms gebeurt het dat vader een straatdeuntje zit te fluiten terwijl - moeder het een of ander religieus lied loopt te neuriën. Enfin, nu er niemand j is die haar van de wijs kan brengen,' a zingt zij uit volle borst. Terc,, bezig is de vaat te wassen, dwaler e ogen door het keukenraam naar de ve van de Frankema's. De knecfc'e de boer doet hardnekkige poginfie'i een varken te pakken te krjger t verschijnt de boerin in de staldeur wijst naar het zwijn en bukt zic' iets op te rapen. Een stok, ziet i'r Buter. Nu loopt zij om het beebt e en maakt hitsende gebaren. Het a ken is nu bij de deur, maar o^ draait het zich om en snelt tusser^ belagers door, het weiland in. e

„Spaar je moeite, buurvrouw", ''' pelt vrouw Buter lachend. „Je bei;: te dik om een varken op te jagen '

Zij wil weer een ander lied mz maar zij komt er niet toe omda* derde ten tonele verschijnt. v

„Och heden, nu zal Evert het pr ren. Best mogelijk dat die het li krijgt".

Met haar handen op het aanrec'-' steund kijkt vrouw Buter toe. ïl de tweelingbroer van Frits, heel' hoge rug. Maar hij is handig '? handiger en vindingrijker dan *'* op de boerderij. Blijkbaar ^e^ boerin dat ze zonder haar het B^ klaren zullen. Zij geeft termiinsi^ stok aan haar zoon en verdwijn nenshuis. Vrouw Buter neemt f. wassen vaat op om die op te "'b

' (Wordt f^""

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 februari 1967

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Toch gelukkig

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 februari 1967

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's