Orgelrecital van nrie J. Keijzer In de Laurenskerk, Rotterdam
Wij lazen daarover het volgende verslag m de Nieuwe Rotterdamse Courant
„Het initiatief van de organist Arie J. Keijzer (of was het een idee van de concertconimissie?) om een orgelrecital aan de familie Bach te wijden heeft een boeiend en gevarieerd programma als resultaat gehad, dat tot interressante vergelijkingen aanleiding kon geven. Men zou alleen op dit programma kunnen aanmerken dat voor zo'n uitgebreide familie vol muzikaal talent de keuze nog wat eenzijdig was gebleven: van J. S. Bachs verwanten was alleen de verre neef Johan Bernhard present en voorts waren er stukken van zijn zoons Wilhelm Friedemann en Carl Ph, Emanuël.
De koraalpartita van J. B. Bach (1676 —1749), waarmee het concert begon, bood reeds ingetogen-optimistische muziek in knappe contrapuntische zetting, en zeer de moeite waard was ook de kennismaking met een aantal koraalvoorspelen (alle fugatisch) plus een fuga in c van W. F. Bach. De fuga lijdt echter wel aan breedsprakerigheid en een surplus van sequenzen, hetgeen haar minder waardevol maakt dan de koraalbewerkingen. Houdt Wilhelm Friedemann nog vrij
Houdt Wilhelm Friedemann nog vrij strak vast aan het idioom van zijn vader, de orgelsonate nr. 5 van' zijn broer Philipp Emanuel ademt de geest van de galante stijl: het contrapunt is verdwenen, de melodiek is sierlijker maar ook gemakkelijker van inventie, en de bas bepaalt zich vaak tot gerepeteerde noten, de zelfstandigheid van beweging, maakt plaats voor louter begeleidingssteun. Van de grote Bach had Keijzer de vijfde sonate (voor drie zelfstandige stemmen) en de bekende prelude en fuga in be gekozen.
De vertolkingen kenmerkten zich alle door de technische vaardigheid en de tempostabiliteit die karakteristiek zijn voor het spel van deze organist, maar toch waren ditmaal vrij veel oneffenheden op te merken die wellicht op een indispositie konden wijzen. Ook leidde Keijzers neiging tot snelle tempi en zijn metrische vastheid soms tot interpretaties die iets meedogenloos-machinaals hadden. De fuga van W. F. Bach was daarvan evenzeer een voorbeeld als J. S. Bachs prelude en fuga in b. Behoudens enkele penetrante scherpten van tongwerken konden de klankkleuren over het algemeen zeer voldoen".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's