In hei zichi van de Lange Jan
Vakantieplannen — Crisis — De heilige koeien.
In februari, als het een heldere lucht is, merken we 's avonds al heel goed het lengen van de dagen, 's Morgens kan het gebeuren dat we ons afvragen of het nog licht zal worden, maar 's avonds kunnen we vnnst boeken. Want het is toch Dntegenzeggelij k waar, dat we de wintertijd toch gauw beu zijn en we zien uit naar het lentegroen en het heerlijke lentezonnetje. Velen zouden de wintermaanden wel willen doorbrengen in andere streken van de wereld, waar de koude en de veelvuldige regen uitblijven. Wi] willen niets dan mooi zomerweer en vidj kunnen niet goed tegen het telkens weerkerende natte seizoen in ons lage land met zijn zeeklimaat.
De kinderen op straat voelen de ommekeer van het seizien al aan hun lijf; zij spelen langer en zijn uitgelatener dan in de midden-winter.
Maar ook degenen die geen kind meer zijn, zien in het verschiet de mooie dagen komen. Zij zeggen: 't gaat alles toch nogal vlug voorbij en dan bedoelen zij de dagen en maanden van veel thuiszitten. Zij gaan al denken aan vakanties en uitstapjes. De bladen staan al weer vol over vakantiehuisjes en aanbiedingen en shows van caravans. Vaders en moeders zitten al uit te kienen waar de reis nu heen zal gaan. Ja, dat moet je in februari zeker al doen, anders is er geen plaats en dan heb je niets. Zij zitten al gebogen over kaarten; zij schrijven en bellen naar adressen en maken alvast afspraken voor de tijd, dat er niet gewerkt wordt, maar dat er echt van het leven genomen wordt wat het kan bieden. Zo zijn de mensen, plannen maken
Zo zijn de mensen, plannen maken voor een verre toekomst, die er zó mooi niet uitziet. Lezen we niet elke dag haast in de krant van ontslagen en van inkrimping van de werktijd? Nou! Zou het niet kunnen dat er gedwongen vakanties zullen komen, meer dan ons lief is? Of zijn we stekeblind? Denken we dat het zo'n vaart niet zal lopen? Zijn we de crisisjaren vergeten, de tyd met de massa's werklozen? Wij reden in een auto naar een plaats
Wij reden in een auto naar een plaats in Noord-Brabant, om daar van dichtbij te zien wat er voor de werklozen werd gedaan om dan met een gedegen verslag voor de dag te komen bij de autoriteiten. Wij zagen de jongens bomen rooien in de bossen om ruimte te maken voor nieuwe wegenaanleg. De bomen werden in blokken gezaagd en die blokken werden in het mulle zand geplaatst om een vaste ondergrond te hebben. Dit werk had wel een beetje zin, maar daar hoorden de jonge mannen toch niet thuis en de opgeschoten jeugd zeker niet, want een week uit het vaderlijk huis is voor velen niet bepaald goed.
's Middags aten we mee van het eten dat de kok had bereid. Een klein stukje vlees, wat aardappelen en spinazie, waarin nog lange grasslierten zaten. De dominee, voorzitter van het werkiozencomité, zei er niets van; de andere commissieleden ook niet. Wij leefden in de crisistijd en dan leer je wel af om veel noten op je zang te hebben.
Dan zijn we niet zo kieskeurig meer. Al deze dingen kunnen we terug krijgen en misschien gauwer dan we denken. Wie had verwacht dat er nu al zo'n inzinking zou komen? En als dit het uiterste begin is, waar zal het einde zijn? Wij zijn een klein land en wij kunnen onszelf niet voeden. Wij zijn zeer afhankelijk van de omringende landen en daar is het óók al geldgebrek.
Wij dachten dat wij er waren en dat alles in kannen en kruiken was, precies zoals wij dat wensten, maar het is hier geen paradijs en een luilekkerland bestaat niet.
Het zou best kunnen gebeuren dat onze afgoden er aén moeten. Of hebben wij er geen erg in dat er voor veel afgoden gebogen wordt? Wat is een afgod? Iets wat we boven alles stellen; waar v/ij de mond vol over hebben; waar wij mee naar bed gaan en mee opstaan. Waar hebben de mensen het zo druk over op hun werk? Wat is het eerste waarover ze spreken, als ze 's maandags in het volksbusje naar hun werk worden gereden? Wat verhandelen ze in de schafttijd, als ze hun goedbelegde boterhammen naar binnen werken, velen zonder eerst God te erkennen, dat Hij die weldaden nog schenkt? Zij, die er elke dag getuige van moeten zijn, weten het maar al te goed. Het begint op de eerste werkdag al over de sport, de grote afgod van de twintigste eeuw. En als je niet weet of het twee-drie was of vier-nul, dan wordt je voor achterlijk aangezien. De tweede afgod is de tv. als je niet
De tweede afgod is de tv. als je niet weet wat er gisterenavond werd vertoond, word je aangekeken of ze willen vragen of je toch nog wel leeft. Straks is de wit-zwart t.v, ook niet meer goed en dan moet er over gedacht worden om een kleuren-t,v, aan te schaffen. Dat zal centen kosten! Maar dan zal er wel gezeurd worden over opslag, want het gewone weekloon is ontoereikend. Dan komt er misschien wel een loonronde van het nieuwe ministerie. Een mens mag toch wel wat hebben!
Neen, dat móét hij hebben; daar heeft hij recht op!
Een derde afgod? Hebben ze je nooit meewarig aangezien, toen ze merkten dat je geen „wagen" had? Moeten niet velen „krom" liggen om hun auto lopende te houden? En is het bij velen niet het gesprek van de dag? Er wordt gelachen door velen als ze horen over de heilige koeien in India: wat zijn dat voor mensen in dat verre land! Zijn er hier ook geen „heilige koeien", die wij, het koste wat het koste, in stand willen houden?
Een vierde afgod Ik zal niets meer noemen. Ik zie op den duur niets meer dan afgoden; dingen waarop wij ons vertrouwen stellen en hogelijk vereren. Ieder moet het maar voor zichzelf overdenken.
En de ware God? Daar wordt niet druk over gepraat. Velen zouden vnllen dat Die er niet was. En om die wil kracht bij te zetten, wordt er verkondigd dat God dood is.
Als we deze dingen overdenken, weten wij wel zeker dat er een crisis op handen staat, in welke vorm dan ook. Daar behoef je geen profeet voor te zijn.
Maar wij zullen doen alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Dat is de leuze van de meeste mensen.
Zo zou elk moeten spreken als hij geblinddoekt was. Maar als die blinddoek weggenomen wordt, zitten wij er midden in en dan is het te laat, ZWERVER,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's