Politiek is een kwestie van harde cijfers en feiten

Z. E. Prof. dr. I. A. Diepenhorst, Minister van Onderwijs en Wetenscha, pen heeft er zaterdag geen doekjes omgedaan en de „benauwende probleme' die de Nederlandse samenleving kent en in nog sterkere mate mee te mafc zal krijgen stuk voor stuk voor het voetlicht gehaald. Min. Diepenhorst die de door de A.R. Kiesvereniging „Goedereede" belegde bijeenkomst sprak noe> de politiek een kwestie van harde cijfers en onverwrikbare feiten; zowel cijfers als de feiten heeft hij zijn gehoor voorgezet. Na een briljant beto' nog enkele vragen te hebben beantwoord mocht de bewindsman als dï voor zijn komst over de Haringvlietbrug een kistje garnalen in ontvangst v men als symbolisch resultaat van de gestichte visserijschool.

Min. Diepenhorst betoogde dat men zich niet van het verleden kan losmaken; als vergelijk wees hij het als bijna onmogelijk aan dat een Berlijner niet zou spreken over de tweede wereldoorlog. Spr. vond het een merkwaardig verschijnsel dat de Nederlanders aan buitenlanders graag vermaningen uitdelen terwijl zij te anderen tijd vergeten de werkelijkheidszin te betrachten die nodig is. „Men kan niet meer volledig onafhankelijk zijn; ook in sociaal opzicht moet men in aanzien lijke mate met de buitenlandse toestanden rekening houden; zo kunnen we ook niet geheel uit eigen soevereiniteit oorlog verklaren of vrede sluiten omdat we zijn opgenomen in Internationale verdragen" zo betoogde Z.E. Spr. stelde dat internationale alianties niet te vermijden zijn, zou Nederland daarin niet opgenomen zijn dan zouden we het tegen de Russen geen 3 uur volhouden!

Voorts wees spr. erop dat dat de grote verschilpunten in de onderlinge partijen minder aan de dag treden dan voorheen het geval was. Immers zal geen enkele partij willen afzien van de strijd tegen de luchtverontreiniging, of van realisering van het Deltaplan en geen enkele partij zal ontkennen dat werkloosheid een gesel is. Hierin stemmen de partijen vrijwel overeen, het is enkel nog een kwestie van wat eerder moet worden uitgevoerd. Spr. verheelde niet dat het niet eenvoudig is het dichtste bevolkte land van de wereld te zijn; Nederland zit dan ook tot aan het hoofdhaar in de problemen. Op de landkaart van 1977 zal men vanaf Amsterdam een gesloten huizenzee zien tot aan de Biesbos toe. Voor wie dat te ongelooflijk zou vinden stelde Z.E. als voorbeeld dat wanneer men in 1950 zou hebben beweerd dat zeven jaar later de Russen een spoetnik zouden lanceren dat door niemand zou zijn geloofd. Nu, zeventien jaar later zijn we ermee vertrouwd dat astronauten in de ruimte wandelen!

Als 't moet

Spr. zag in de voedselvoorziening in de toekomst eveneens een probleem. Veel graan zal moeten worden ingevoerd; dat zal mogelijk zijn als de Nederlandse landbouw aan de spits van de Europese landbouw blijft staan; daaruit volgt dat de Hogere Landbouwschool in Wageningen ten koste van miljoenen in stand moet blijven. De veeteelt is voor Nederland een miljardenkwestie; als Denemarken daarin aantrekkelijker zou worden, raakt de handelsbalans in het ongerede, daarom moet de veterinaire faculteit gemoderniseerd worden ook al kost dat zeker 250 miljoen!

Spr. haalde ook Schiphol aan waar straks een nieuw emplacement in gebruik wordt genomen dat plm. honderdmiljoen kostte, wanneer Schiphol niet moderniseerde zou Nederland snel buiten de stroom van de wereldhandel liggen en zou niet in staat zijn alle grote noodzakelijke voorzieningen te betalen. Rotterdam dring aan op het graven van de geul en spr. verzekerde dat dat geen grootmoeds waanzin is; er moet zelfs — aldus Verolme — gerekend worden op tankers van 500.000 ton. Min. Diepenhorst benadrukte dat, wanneer de haven van Rotterdam niet langer het gehele West-Europese achterland zou bedienen zich de invloed van dat noodlottige gebeuren op alle terreinen zou laten gelden. Een bloeiende landbouw, veeteelt en industrie vond spr. van eminent belang, het exporteren van die producten betekent voor de nat. economi» een grote winst; dat kan alleen worden bereikt door veel mensen op de universiteiten en hogescholen te laten studeren, terwijl toch elke student de staat gem. f 10.000,— kost. Geschat wordt dat er in 1970 maar liefst 94.000 studenten zullen zijn; in 1980 zijn het er 150.000! en Z.E. kon zich in een nachtmerrie bij benadering indenken aan welke wanhoop de Min. van Onderwijs in die tijd ten prooi zal zijn. De begrotingspost „onderwijs" be-

De begrotingspost „onderwijs" be-loopt dit jaar de 5 miljard maar m is dat zeker 9 a 11 miljard; Nederlt dampkring wordt vervuild door de dustrie, er zullen atoomcentrale's r ten worden gebouwd om energie i wekken, wegen moeten worden u,- legd, het Deltaplan voltooid, een •. durende noodzaak is het paraat ho van een leger, een toenemende atie behoefte laat zich gelden, de c dat verzuimd wordt leven we over tien jaar in een geestelijke woest waarschuwde Z.E. Diepenhorst. van dagen moeten gehuisvest t; zal wat gedaan moeten worden a opvang van de bevolking; „waniiS

„Men moet een staatkundige bli het geheel hebben en niet in den t de beloften doen" zo betoogde „als Nederland op verantwoorde > geleid moet worden moeten er c genoemd worden," we moeten reec' en de werkelijkheid onder ogen ^ Spr. wilde ook geen enkel VK middel veronachtzamen; er moet c men worden tot de uitbouw van i' nationale aansluitingen. „Alleen eer deriand in een krachtig Europa - nog toekomst omdat de wezenlijk •_ helpt de wer.ldvrede te waarbor aiaus spr.

Min. Diepenhorst rekende voor de blanke in de wereld ver in de 'o derheid is en vroeg zich af wat de slag zal zijn van de presentatie va rekening nadat het westen het o^ confronteerde met alcohol en pros tie en slavenhandel bedreef.

„Wanneer we ernst maken met j geschapen zijn naar het beeld va; Almachtige dan wordt het tijd dal ons aan de internationale nood gele laten liggen" betoogde Min. Diej horst. „Er behoeft niet aan te wc- getwijfeld of we kunnen en moete-( achtergebleven samenlevingen ^ doen" betoogde hij; daarbij de r. . binnen de grenzen niet voorbij z. „Een christen moet zich op alle te nen van het leven als christen ci baren, wezenlijk om het leven te^ ^^^•" i , , e

„Men moet vandaag al weten men aan ons heeft. We zullen dce men aan die kabinetten waarin ^ onszelf erkennen en herkennen; we . klaren wat we voor het volk beg.' we hebben ons programma van be. sels in goedchristelijke trant en i nen de gegeven mogelijkheden spa'j wij ons metterdaad in" verzekerde.' „We zijn in de eerste plaats r antirevolutionaire politiek maar de f is slechts een middel, een uiterst a dienstelijke en nuttige organisatie l het doel" waarbij spr. de wens uitiji dat het door samenwerking mag k 4 tot een eendrachtig georganiseeial litiek Christendom in Nederland g „het doel" zag spr. het bereiken e vrede in gerechtigheid. „Als we ' vrede en gerechtigheid spreken he' we een verscherpte blik op het ge omdat we de boodschap van de c zijde hoorden dat de bergen vrede d len dragen en de heuvels bekleed I len zijn met gerechtigheid; we k' b ons als A.R. inzetten voor de 1.1 if. meenschap en het bewerken va: i realisering van die boodschap t^' gen van de gehele kerk en hel ge volk" zo besloot Prof. Diepenhors n O

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen