Ingezonden

Tweede Kerstdag, 's morgens om ongeveer half tien. In de grote polder tussen Herkingen en Melissant rijden twee auto's elkaar tegemoet, een grote snelle Citroen en een rode V.W. Het is een smalle afgegraven dijk, er liggen losse stenen en in het wegdek zitten gaten De bestuurder van de V.W. mindert vaart en maakt ruimte, het is tenslotte Kerstmis. Dat is koren op de molen van de Citroenchauffeur. Hij geeft vol gas, voelt zich geweldig en scheurt door, massa's losse stenen opwerpend. Voor de V.W. komt het dun over. Een hagel van puin en grove grint treft de wagen, een kei verandert de voorruit in sissend matglas.

Vijftig guldens en een feestdag gaan de mist in, de V.W.-man prijst zich nog gelukkig niet meer brokken te hebben. De slagzin „wees een heer in het verkeer geeft hem een vieze smaak m de mond. De stoere rijder van de Citroen weet nergens van, hij 7it al in de kerk of thuis aan de koffie, als de ander kleumend naar huis rijdt.

Commentaar van een oude beroeps-chauffeur. „Je bent te netjes geweest. Maak nooit te veel ruimte, intimideer als het ware de ander, dan gaat het nooit z" snel." Het is misschien waar

K. V. P. Sommelsdijl!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen