uit het kijkvenster
Kerstfeest 1966 — Romantiek en Evangelie — Uit een Kerstpreek van Bonhoeffer.
Het zal vijftig, misschien wel zestig geleden gebeurd zijn. In een tijd, len snipperdagen nog onbekend waren toen feestdagen nog niet werden lorbetaald. Twee arbeiders, op één onze eilanden, raakten met elkaar I gesprek, in de dagen tussen Hemel- [jartdag en Pinksteren. Het onderwerp [jn het gesprek laat zich wel raden: ! dure tijden en de lage lonen. . Ja, zo merkte de ene arbeider op, It IS maar schadelijk. Nog maar pas Heden een dag verlet met Hemel- ^artsdag, en straks met Pinksteren (aan de verdiensten wéér stil. Gelijk heb je, was het antwoord. ar dit jaar hebben we nog één gebij het ongeluk, dat Eerste Pink- :dag op een zondag valt... Dor de historische betrouwbaarheid dit verhaal kan ik uiteraard niet listaan, maar het kwam me weer voor j geest, nu ditmaal de Eerste Kerstj en de eerste dag der week samen- Ijllen. Dezer dagen heb ik me door Imand uit het bedrijfsleven laten ver- Ben dat dit feit onder de werknemers 1 wekenlang onderwerp van gesprek lis. De feestdagen vallen schadelijli II jaar, zo wordt dan al in oktober of Lember geconstateerd. Inderdaad, lant Eerste Kerstdag op een zondag. It betekent ook Nieuwjaar op een [)ndag en dat betekent ook Oudejaar ) een zaterdag, dus niet zoals op an- ;e jaren een paar uur eerder naar IS. Alles bij elkaar een verlies van ke-en-een-halve doorbetaalde snipferdag.
J Ik wil hiermee maar zeggen, dat er in •geveer een halve eeuw heel wat ver- Inderd is. Toen had men liever een Lr feestdagen minder, wat, gezien de taaie toestanden begrijpelijk was. jlians wordt het allerwege betreurd, lanneer het maximum-aantal feestdap niet kan worden bereikt, en in het Itht van de huidige maatschappelijke lluatie kunnen we ook daarvoor begrip lebben.
Iwat echter wél bedenkelijk is, is dit. Jat blijkbaar voor vele mensen Kerstpis niet meer betekenis heeft dan één Uwee doorbetaalde snipperdagen.
ten zou er eigenlijk de tijd voor moelin hebben en de moeite voor moeten (eraen om een soort enquête te houden pet deze vraag: .,Wat betekenen de kerstdagen nu eigenlijk voor u?" Ik mes dat verreweg het grootste deel lan de antwoorden zonder meer ont- [ellend zou zijn. Bovengenoemd perton had in de naaste omgeving zosaar enkele steekproeven genomen: |echts tien procent van de onderlagden bleek er enig begrip van te lebben dat we met de Kerstdagen de pmst van Gods Zoon in het menselijk ïï herdenken. Voor de overigen was Kerstfeest volledig bepaald door feu, drinken, uitgaan en gezelligheid, dan zeggen ze nog dat Nederland christelijk, een „gekerstend" land
Het is voor mij de vraag in hoeverre als kerken, kerkmensen en chrisnen aan deze ontkerstening mede huid hebben. We hebben er allemaal 11 meegedaan, het Kerstfeest in een 'mantische en commerciële sfeer te ilen. We hebben er voornamelijk dit iee bereikt dat er van de soberheid sn het Kerstevangelie weinig of niets overgebleven. En nu zitten we als ïken met het probleem: zijn we met •ze Advents- en Kerstwijdingen en "igdiensten niet op de verkeerde weg?
Moeten we niet radicaal de bakens verzetten en de Isribbe ontdoen van alle franje en romantiek om het weer te wagen met het naakte Evangelie van Hem, Die arm geworden is opdat Hij door Zijn armoede armen rijk zou maken? * ir
Juist dezer dagen is een boekje verschenen onder de titel „Een kind is ons geboren" (Uitgave Bosch en Keuning te Baarn). Het bevat een twaalftal Kerstpreken van grote mannen uit de kerkgeschiedenis, onder andere van Gregorius van Nazianze, Leo de Grote, Augustinus, Bernard van Clairvaux, Luther, Zinzendorf, Bonhoeffer en Paul Tillich. Men kan het betreuren dat de keuze enigszins beperkt is gebleven; waarom is bijvoorbeeld ook niet een preek van Calvdjn of van Kohlbrügge opgenomen? Maar in elk geval geeft deze bloemlezing een aardig beeld van de manier waarop de eeuwen dóór over het Kerstevangelie is gepreekt. Ter illustratie van wat ik hierboven neerschreef, laat ik enkele passages volgen uit een (geschreven) Kerstpreek van Dietrich Bonhoeffer, die in 1945 als tegenstander van het Nazi-régime na jaren van gevangenschap werd gefusilleerd. Hij schreef (het was in het eerste oorlogsjaar): „Hoezeer is heel onze kwalijke vie
k „Hoezeer is heel onze kwalijke viering van het feest met al de huiselijke behaaglijkheid en het liefelijke en zoete en bonte waarmee we het hebben versierd, ingesteld op deze betovering, die ons voor één keer naar het sprookjesland moet ontvoeren — Dit soort Kerstfeesten is ons in de laatste jaren al moeilijk gevallen. De betovering heelt vandaag zijn kracht volledig verloren, ze verbant de werkelijkheid niet meer. De Vlucht is ons versperd. De bonte sluiers, die ons anders werkehjk nog dagen en uren konden misleiden, zijn ons vandaag als leugen en bedrog duidelijk geworden. Het wezen van de wereld heeft zich onthuld. „De wereld lag verloren", dat is niet meer een stelling uit de dogmatiek, dat is de zichtbare werkelijkheid, waarin ons feitelijk leven zich voltrekt. Daarom echter horen we nu ook met nieuwe belangstelling en nieuw verlangen de oude boodschap: „Zie, Ik verkondig u, zij die daar zijn in de duisternis in de schaduwen des doods, grote vreugde!"
Haar te horen in alle eenvoud en haar te zeggen in alle zakelijkheid, dat is onze taak, onze religieuze taak bij het Kerstfeest!"
Tot zover Bonhoeffer. En met deze oude boodschap wens ik u gezegende Kerstdagen. WAARNEMER.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1966
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1966
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's