Uit Het Kijkvenster
Klare wyn — Troebel water — De donkere dagen vóór Kerstmis.
zouden nog eenmaal terugkomen jongste vergadering van de Geje Synode der Ned. Herv. Kerk om belangrijke onderwerpen die daar len behandeld, onder de aandacht tengen, namelijk het geschrift over jijbel en het gesprek met de Reitranten. Er zijn uiteraard nog vele re zaken aan de orde geweest, het zou te veel tijd en ruimte ;n, die alle te bespreken. We geven verslag, maar maken slechts enkejnttekeningen.
lereerst dan het geschrift over de tiedenis, het geheim en het gezag de Bijbel, dat tot titel draagt: rp wijn". Eerlijk gezegd ben ik deze titel niet zo erg gelukkig. We weleens, wanneer er in een of re zaak helderheid moet komen: moet nu maar eens klare wijn gelken worden", en ongetwijfeld is zegswijze de achtergrond van dit iiift. De leer aangaande de Heilige & is tegenwoordig zó in discussie, ket geen kwaad kan, wanneer de eens „klare wijn" schenkt. Maar itel voor een synodaal schrijven ik dit toch wat populair, wat huisen keuken-achtig. Maar goed, we n ook niet over een woord vallen, jaat tenslotte om de zaken die aan [de komen.
lare wijn" is geen nieuw belijdejeschrift, zelfs geen officieel herik schrijven. Het is alleen bedoeld Hl hulpmiddel bij het lezen van de •e Schrift. Het stuk is nog niet in verschenen en ik heb er dus nog kennis van kunnen nemen, zodat e van een beoordeling zal moeten inden. Wanneer ik (voorlopig) moet m op de verslagen van de synodeidering en op de uitlatingen van iige synodeleden, dan heb ik de k dat we met dit geschrift niet Teden mogen zijn. Er wordt — en IS droevig dat we soms van een Ie iets anders konden verwachten et nadruk verklaard dat de Heilige ft Gods Woord is. Al is, naar de Hg van enkele synodeleden te gungeoordeeld over de Schriftkritiek ïer de schade die deze heeft aanht in de kerk.
irigens zal het goed zijn te be- !ii, wat de Nederlandse Geloofs lenis (die ook de confessie van de Herv. Kerk is') stelt in artikel V: leze boeken ontvangen wij voor en kanoniek. En wij geloven ir enige twijfeling al wat daarin pen is, en dat niet zozeer omdat rk ze aanneemt en voor zodanige houdt, maar inzonderheid omdat alige Geest getuigenis geeft in onten dat ze van God zijn..."
meer de synode, „klare wijn" willen schenken inzake de leer ie Heilige Schrift, dan heeft ze wel (als we de eigenaardige beeld- £ mogen voortzetten) in „troebel " gevist wat betreft de toenadelot de Remonstranten.
stellen voorop dat geen enkele er vrede mee mag hebben dat het m van Christus zo verscheurd en !ld is. We hebben er in deze runooit een geheim van gemaakt, ie het ronduit zonde voor God dat kerken met dezelfde belijgescheiden naast elkaar leven en zelfs vijandig tegenover elkaar We hebben dan voornamelijk het 'P de Gereformeerde gezindte in iten de Herv. Kerk. Dus op kerle met elkaar verbonden zijn door Ine Formulieren van Eenigheid". mochten toch verwachten van de i der Ned. Herv. Kerk dat ze alit zou trachten toenadering te 1 tot die kerken, die met haar belijdenis hebben! Dat doet ze echter juist niet. Eerst ging ze (in 1958) een concensus aan met de Luthersen. En thans stelt ze de kansels open voor predikanten van de Remonstrantse Broederschap. Dat is heel wat ingrijpender, wanneer men bedenkt, dat ons derde belijdenis geschrift (de Dordtse Leerregels) geheel gericht is tegen de Remonstranten van de 17e eeuw (die overigens nog zéér rechtzinnig waren in vergelijking met de Remonstranten van onze tijd!)
Men behoeft toch waarlijk geen theoloog te zijn om te zien dat er maar keuze is uit twee mogelijkheden: óf de Dordtse Leerregels handhaven en de Remonstranten buiten de deur houden, óf de Remonstranten toelaten en de Dordtse Leerregels afschaffen. Dit dilemma is door enkele synodeleden ook duidelijk gesteld. Maar d'e synode doet geen van beide, ze kiest een tussenweg: de Remonstranten worden toegelaten en tegelijk blijft het derde belijdenisgeschrift van kracht, (dat de Remonstrantse leer veroordeelt) Dat is de dwaasheid gekroond. Op deze manier wordt de belijdenis een museumstuk, dat iedereen mag bekijken en dat niemand mag aanraken! Natuurlijk zal dat voorgaan van Re
Natuurlijk zal dat voorgaan van Remonstrantse predikanten in Hervormde diensten geheel op basis van vrijwilligheid geschieden en is toestemming van de plaatselijke kerkeraad vereist. Men zou er nog aan kunnen toevoegen dat er in de praktijk niet veel verandert, omdat er in de kerk zelf toch al veel Remonstrantisme gevonden wordt. Maar de hoofdzaak is dat nu officieel de deur is opengezet voor de dwaling. En dat, terwijl de kerk de roeping en de opdracht heeft, „een pilaar en vastigheid der waarheid" te zijn!
, We leven in de donkere dagen vóór Kerstmis. Het is donker in de natuur, de nachten worden steeds langer, de dagen aldoor korter, het lijkt wel alsof het zelfs midden op de dag niet volledig licht is, en alsof de nacht het zal winnen van de dag.
Het is ook donker in de wereld. Oorlogen en geruchten van oorlogen, revoluties, economische achteruitgang, natuurrampen, het is alsof de machten der duisternis alles zullen overweldigen. In de kerk is het ook donker. Van
In de kerk is het ook donker. Van buiten strijd en van binnen vrees. De geest der dwaling wint overal terrein en inplaats van de liefde heerst er haat en nijd en twist. En we behoeven niet de leuze aan te heffen: „Des Heeren tempel is deze", want we liggen als kerken alle onder hetzelfde oordeel.
Vlak voor de geboorte van Christus was het óók donker in de kerk. Er waren pr maar enkelen die de vertroosting Israels verwachtten; Simeon, Anna...
En toch zaten die mensen niet met een boekje in een hoekje, maar ze weken niet uit de tempel met vasten en bidden, God dienende nacht en dag. Ik dacht dat dat ook ónze plaats en ónze taak was. Dezer dagen las ik bij Theodorus van der Groe (en met die woorden wil ik graag eindigen): „Indien sommigen nog enige heilige tranen hebben overgehouden, over Jozefs droevige verbreking, en over de vervallen muren en wegen van Sion, laten ze dan komen en die uitstoten voor het aangezicht des Heeren, midden in Zijn Kerk, en laten ze toch enige vergelding doen aan het huis van hun arme moeder, waarin zij gewonnen en geboren zijn. Welgelukzalig zal het volk zijn, dat op Jeruzalems puinhopen nog klaaglijk zal zitten wenen, wanneer anderen met snelle, hooggebulte kemelen zullen aftrekken naar Egypte".
WAARNEMER.
Post Scriptum.
Hartelijk dank voor de brief uit Zuid Beveland. Waarderende woorden kunnen een mens goed doen!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1966
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1966
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's