Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit Het Kijkvenster

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit Het Kijkvenster

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„God is dood" — De nieuwste leuze in de theologie — Amsterdam en Elspeet.

Op het marktplein in een Duitse provinciestad staan mannen in groepjes met elkaar te praten over het weer, ever de politiek en over de dingen van -l'te dag. Plotseling worden de gesprekeen gestaakt, want aller aandacht wordt in beslag genomen door een krankzinnige, die op klaarlichte dag met een lantaarn het marktplein loopt af te zoeken, onophoudelijk roepend „ik zoek God, ik zoek God!" De mensen geloven met'in God en staan te grinniken bij zo'n dwaze vertoning. Dan komt de gek dreigend op de mannen af, smijt zijn lantaarn in stukken op de straatstenen en schreeuwt: „Waar is God? Ik zal het u zeggen. Hij is dood. Wij hebben Hem gedood, maar wij weten het nog niet. Ik kom te vroeg, deze gebeurtenis is liog niet tot de oren der mensen doorgedrongen. Of is de grootheid van deze daad tè groot voor ons? Moeten wijzelf nu geen goden worden?" Dit verhaal, dat ik met eigen woor

Dit verhaal, dat ik met eigen woorden weergaf, komt voor in de werken van de Duitse cultuur- en godsdienst- Jilosoof Friedrich Wilhelm Nietzsche (1844 -1900) Héél de levens- en wereldbeschouwing van Nietzsche is in dit simpele verhaal samengevat. „God is dood," met deze formule karakteriseerhij telkens weer de crisis van het niiiihsme, waarin niet alleen zijn tijd, maar ook zijn eigen leven verkeerde. Daarmee was echter de zaak niet afgedaan, want Nietzsche was groot genoeg offl te beseffen dat er, indien God werkelijk dood is, een ontzettende leegte ontstaat. Een leegte die alleen maar opgevuld kan worden doordat de mens zelf god wordt. En zo kwam hij tot zijn ideaal van de „Uebermensch", de mens die boven het gewone mens-zijn uit wil die geen andere wet erkent dan de wet van het leven en die geen andere norm aanvaardt dan de norm die hij zichzelf heeft gesteld. Dat betekent dat de mens, alleen nog geregeerd door instinct en drift, zich onbeteugeld kan uitleven. (Tot welke prestaties deze „Uebermensch" in staat is, hebben de jaren 1940-1945 ons trouwens geleerd, want al de kopstukken van het Derde Rijk waanden zichzelf „Uebermenschen...")

,God is dood". Dat was de „ontdekking" van de filosoof Nietzsche in de vorige eeuw. Inmiddels is Nietzsche zelf dood, maar God leeft nog. Toch wordt thans opnieuw, en luider dan ooit tevoren de leuze aangeheven „God IS dood". En nu zijn het niet de filosofen, maar de theologen, die de dood van God openlijk proclameren. Deze nieuwe richting in de theologie (als men tenminste nog van theologie mag spreken!) wordt zonder veel scrupules als cle „God-is-dood-theologie" aangediend. In Duitsland, en nu ook in ons land, wordt druk gediscussieerd over het geruchtmakende boek van Dr. Dorothea SoUe „Plaatsvervanging", dat als ondertitel draagt „Een hoofdstuk theoloje na de dood van God." De schrijfster letoogt daarin, dat God niet (meer) bestaat en dat Hij onze medemensen tot Zijn plaatsvervangers heeft aangesteld. Wanneer we dus een ontmoeting hebben met een medemens, dat ontmoeten we God. •A- ^

Natuurlijk is deze nieuwe theologie niet uit de lucht komen vallen. Het zou ons echter veel te ver voeren, wanneer TC de wortels van deze woekerplant •noesten opgraven. De verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog hebben de vraag „Waar is God?" bijzonder klemmend gemaakt. De theologen hebben in te verleden al te gemakelijk bewijzen voor het bestaan van God geconstrueerd, en de moderne mens laat zich niet [neer met een kluitje in het riet sturen. ; en meer andere oorzaken hebben ertoe geleid, dat men is gaan spreken WW „de afwezigheid van God", zelfs «ver „de dood van God". Het komt me echter voor dat de theologen nu wel erg ver naar voren zijn gekomen om zichzelf te beschuldigen. Dat is ook "1'n theologische mode geworden: „Wij nioeten onszelf onderzoeken of wij als »erk dit levensgevoel niet mede hebben veroorzaakt... Ook wij als kerk gaan liet vrij uit..."

Uiteraard kan het geen kwaad, allereerst de hand in eigen boezem te stesen en onze schuld te bekennen. Maar net wordt zo gemakkelijk een doekje voor het bloeden, terwijl de werkelijke oorzaak niet of nauwelijks aan de orde somt Die werkelijke oorzaak ligt in net Paradijs, waar we God de rug heb- Oen toegekeerd en in principe de leuze •God IS dood" hebben aangeheven. En M We nu atheïst willen zijn of christen, "'ep in ons aller hart zit deze gedachte: * is geen God". Willem Kloos, de tiichter uit de vorige eeuw, sprak het ^rhjk uit:

« ben een god in 't diepst van mijn Wachten En zit in 't binnenst van ™]n ziel ten troon".

| «iedrich Nietzsche werd niet moede '6 verklaren dat God dood is, tot hij r zelf volslagen krankzinnig van werd. " in onze eeuw hebben de theologen IS het ware een spreekkoor aangehs- 'en, dat steeds luider verkondigt: „God ^od". Het is een eindeloze variant P het thema van Psalm 14: „De dwaas «gt in zijn hart: Er is geen God". En ueen degene die z'n eigen hart een «je kent, verwonderd zich niet over ,^°veel dwaasheid... •A- -iür

livy il '^^^ anders verwonder ik Jovp ^°^ werkelijk dood is, waar- Blw!' ™"den we dan nog drukte maken? ^n hrf""" '^ö^e schrijft „een hoofdstuk I '«wogie na de dood van God". In ons me land (waar altijd mensen zijn die terstond achter de nieuwste theologische mode aanhuppelen) organiseert de V.P. R.O. ter gelegenheid van haar 40-jarig bestaan een teach-in voor de televisie onder het motto „God na de dood van God". Misschien zijn er onder de lezers, die deze discussie - avond in Krasnapolsky op de beeldbuis hebben gevolgd, maar het moet toch wel een zielige indruk gemaakt hebben een stel theologen, filosofen en artiesten te zien kibbelen over de vraag of God dood is, en o ja, wat er dan verder moet gebeuren.

De discussie was weinig bevredigend, vond de pers. Geen wonder, dacht ik. Harry Mulisch beweert: „God is dood". Dr. J. J. Buskes protsteert en zegt: „God leeft". Dat wordt een spelletje van „nietes en welles". Eerlijk gezegd geloof ik niet dat de opdracht om te getuigen zó ver gaat, dat we, zoals Buskes, in een gezelschap van atheïsten moeten optreden als een soort „advocaat van God". De eer die Buskes ermee ingelegd heeft, was dat hij „ondanks alles een sympathieke persoonlijkheid blijft". Ach ja, dat kon ook nog, in God geloven en sympathiek zijn...

^ Was het een toevallige omstandigheid, dat op dezelfde avond heel Elspeet in rep en roer was als gevolg van de polio - affaire? Wat een afstand tussen Amsterdam en Elspeet! In de hoofdstad discussiëren „verlichte", mensen over de dood van God. Op de Veluwe weigeren „bekrompen" lieden de vaccinatie, in naam van diezelfde God! De materie zelf laat ik rusten, ik vind het de moeite niet waard om er veel woorden aan te verspillen. Waar het me om gaat, is dit: De godsdienstige mentaliteit van Elspeet is in de ogen van pers, radio en televisie een gevaar voor de volksgezondheid. Eigenlijk moest de regering hier ingrijpen! Maar op de teach-in, in Amsterdam wordt God rustig dood verklaard. Dét mag wel, in naam van de hooggeroemde vrijheid van meningsuiting. it

Nu ja, die mensen in Elspeet, daar loopt een streepje door, dat wisten we al. Maar Harry Mulisch en consorten, die zeggen: „God is dood", zijn dat geen dwazen? En die Veluwe, daar kun je je over opwinden en je kunt er om lachen Mogen we dan misschien ook wat lachen om die mensen die God doodverklaard hebben? De Heere God doet dat trouwens zelf ook. Het staat letterlijk in de Bijbel, in Psalm 2: „Die in de hemel woont zal lachen, de Heere zal hen bespotten".

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1966

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

Uit Het Kijkvenster

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1966

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's