Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mensen met geld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mensen met geld

ten verhaal uit liet toerenleven

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(41.) ..Vannacht?" herhaalt moeder Kram «iterst verbaasd.

..Ja, weet je dat niet? 'k Heb toch QUidelijk gezien dat er bij jullie een raam openstond, en dat er iemand over pe vensterbank hing om naar buiten te tajken!"

Matje trekt ongelovig haar schouders

^ "Je zult wel verkeerd gezien hebben, "M vrouw. Ik weet tenminste nergens ^"•n. Maar wat was er dan eigenUjk te QOen?"

..D'r was brand, 'k weet niet precies ^aar, maar dat zullen we gauw genoeg

Ze horen het inderdaad heel gauw, want als om half tien de melkboer Komt, vertelt die aan buurvrouw dat ,,^ ^^^^^ op de Kepershoeve geweesi »• Er zijn geen ongelukken gebeurd, alwans met met de mensen. Want doordat ze 't bijtijds ontdekten, liet de brander niet lang op zich wachten. Alles gaat er nog, op de paardenstal na. ^» IS geen spaan meer van over. 't Is jammer van de mooie beesten. Vermaal heeft er een schadepost aan, maar 't had erger kunnen wezen.

Els, die de melkpannen bulten komt zetten en zodoende 't verhaal mee aanhoort, moet bij de laatste mededeling onwillekeurig even aan oude Krinus denken. De paarden, zijn trots en zijn enige vreugde! Wat een geluk, dat hij dit niet heeft meegemaakt!

Om elf uur, veel te vroeg dus, komen de jongens uit school. Krelis huilt, Wolter heeft een bloedneus en een kleur van opwinding.

„Moeder!" schreeuwt hij al op de drempel, nog vóór hij zijn klompen uit heeft gedaan. „Moeder hoor nou es, nou zeggen ze allemaal dat vader de paardenstal van Vermaal in brand heeft gestoken — en En dat-ie gistermiddag dronken is geweest!"

Matje schrikt geweldig. Ze vergeet te vragen hoe het komt dat de kinders zo voor hun tijd thuis zijn. Ze wordt spierwit en stamelt onthutst: ,,Wi6 Wie zegt dat dan jon

,,Wi6 Wie zegt dat dan jongens?"

„Die knullen bij mij in de klas! Ymert Kroeze had vader zelf bij de hoeve gezien zeggen ze! 'k Heb er in 't speelkwartier eerst een paar afgerammeld en toen zijn KreUs en ik samen weggelopen En nou gaan we nooit meer naar school!" besluit Wolter heftig, om dan evenals zijn broertje in een onbedaarlijke huilbui loa te barsten. Matje is totaal verslagen. Ze roept Goof en Els er bij, die niet weten wat ze horen. Goof lijkt wel razend te worden. Hij scheldt op Ymert Kroeze, die schoft, die hem eerst tot drinken verleidde, hem nu voor het hele dorp te schande maakt als een dronkenlap, en hem dan per slot van rekening ook nog beschuldigt van iets waar hij part noch deel aan heeft. Hij denkt er geen seconde meer aan dat hij 't gebeurde van gisteren voor zijn zoontjes had willen verzwijgen. Hij tiert maar door, nog erger dan de vorige dag, en noch Els noch haar moeder is in staat om zijn woordenstroom te stuiten. Het eindigt ermee dat hij naar 't portaaltje loopt, zijn jas en pet van de spijker neemt, met een van woede vertrokken gezicht weer terugkomt en de buitendeur openrukt.

,,Gtoof," krijt Matje, „wat ga je doen? Je zult toch niet Je wilt toch niet naar Ymert Kroeze?" Hij lacht kort en schamper.

Hij lacht kort en schamper.

„Maak je geen zorgen, vrouw! Ik zal m'n handen niet vuil maken aan die kerel!"

„Maar wat vril je dan, Goof?"

„Wat ik wil ? Ik ga weg, wat anders ? Denk je dat ik zal wachten tot de politie me haalt? Denk je wel, die schande laat ik me niet aandoen!" Zonder in zijn opgewondenheid acht

Zonder in zijn opgewondenheid acht te slaan op de jongens en Fieke, die met angstige behuilde gezichten in een hoekje bijeenschuilen, gaat hij de keuken uit, trekt de deur met ©en harde bons achter zich dicht.

Matje staat bleek en verbijsterd naar die gesloten deur te staren, alsof de werkelijkheid niet tot haar doordringen wil. Pas wanneer ze een ogenblik later ook het poortje dicht hoort slaan, wordt het haar met een schok duidelijk dat hij weg is, weg, wie weet waar naar toe!

Matje is niet één van die mensen die bij 't minste dat scheef gaat hun evenwicht kwijt zijn. Maar nu ze daar geheel onvoorbereid voor zo'n ontzettend feit wordt geplaatst, zonder ook maar in de verste verte te weten hoe het verder zal gaan — nu wordt het haar eensklaps te machtig, en tot grote schrik van haar huisgenoten zakt ze met een kreunende snik op de vloer in elkaar. Els weet de eerste paar minuten niet wat ze beginnen moet. Daar ligt moeder, roerloos en klaarblijkelijk buiten bewustzijn. Om haar heen de drie kinderen, angstig en overstuur. En daar staat zij, machteloos temidden van al het vreselijke dat ze onverwacht over hun huis is gekomen!

Lang duurt haar vertwijfeling echter niet, spoedig is ze zichzelf weer meester. Ze hoeft er niet over te denken waar ze om hulp aankloppen zal. Niet bij de naaste buren. Dan zou binnen een paar uur het hele dorp weten wat er gebeurd is, en zulke dingen zijn toch al gauw genoeg ruchtbaar. Nee, de buurt zal ze er voorlopig maar buiten houden. „Krelis, pomp eens gauw een bakje water, en ga dan met Pieke naar Weertinks. Misschien kunnen jullie daar zolang blijven, zeg maar dat moeder niet goed is geworden. Niet meer vertellen, hoor, denk er om. Wolter, ga buurviouw Teunisse roepen, vraag of ze dadelijk komt!"

„Mag ik daar ook niet meer vertellen?" vraagt Wolter, zijn tranen met moeite wegslikkend. „Ja, daar wel!"

„Ja, daar wel!" Buurvrouw Teunisse is te vertrouwen. Die zal er geen praat van maken, weet Els.

,,Ga nou maar vlug!" dringt ze nog eens.

En terwijl de jongen als een pijl uit de boog wegsnelt en Krelis na het water-pompen met Fieke aan de hand eveneens verdwijnt, knielt Els bij haar moeder neer, om haar met water en azijn bij te brengen.

De boerin van de Beukenkamp ontstelt er niet weinig van, als die morgen tegen half twaalf Wolter van Goof en Matje bij haar binnenvalt met 't bericht dat vader zowat tien minuten geleden is weggelopen en dat Els vraagt of ze direct bij moeder komen wil, want die is ziek en ligt op de grond.

De goede vrouw heeft ontzaglijk veel moeite om uit het verwarde verhaal wijB te worden, en als ze 't eindelijk goed begrepen heeft, is ze er zo van ontdaan, dat ze onverwijld haar hele etensboel, waar ze net bedrijvig mee doende was, in de steek laat.

„Ga jij het aan buurman vertellen, Wolter, die is bij de zeug!" beveelt ze. Daarna, met haar sloffen nog aan en d'r mantel zo-maar los over het bonte werkschort, loopt ze op een draf naar het huisje van Goof Kram.

Matje zit op een stoel in de keuken, als vrouw Teunisse binnenkomt. Ze licht bij 't opengaan van de buitendeur met een ruk het hoofd op, maar laat het dadelijk weer terugvallen op de borst, als ze ziet dat het niet haar man is die op de drempel staat. Els is bij 't fornuis bezig wat koffie warm te maken. Ze draait zich schielijk om als ze de deur hoort.

,,Nee maar, kind dan toch, wat een beweging!" praat de goedige boerin, terwijl ze meewarig het hoofd schudt. „Zo'n consternatie ineens, daar zou eeni mens haast te veel van krijgen. Wie had dat nou een half uur geleden nog gedacht! En Goof zo maar weggegaan? In een driftige bui zeker, hè? Arm schaap, wat zal je een angst uitgestaan hebben!" (Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 mei 1955

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Mensen met geld

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 mei 1955

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's