Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het Kijkvenster

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het Kijkvenster

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

KerkelQhe Haottwlsten — Lang- Igielokte dominé's in de 17e eeuw. — Sermoenien. tegen het „lanck Ihalr".

Over de tooi van het haar is kerkelijk gezien, altijd veel te doen geweest en; nog te doen.

Zo is b.v. langzamerhand de mode van het korte haar bö de vrouwen de kerk ingedrongen en het is slechts een enkele kerkelijke richting, die er bezwaar tegen maakt. Er is op classis en zelfs op Synodes veel over te doen geweest, maar men blokt het niet tegen te kunnen houden. Het komt voor dat meisjes die belijdenis des geloofs afleggen, het haar 20 lang op een rol draaien, maar Is deze ceremonie voorbij, dan draagt men het weer naar de mode van de tijd!

Uw k^kvenster-schrijver vindt dit niet eerlijk t.o. God en de mensen, maar hij is In veler oog misschien een al te conservatief man. Afgezien dat hij het op grond van de H. Schrift veroordeelt, hij vindti het ook lelijk! Wat is mooier, dan dat de vrouw haar gehele natuurlijke haardos draagt.' Onthoud mijn woorden: de oude haardracht komt wel weer eens in ere!

Er is eeni tijd geweest, dat er andere kerkelöke haar-twisten waren, niet over het haar van de vrouwen, maar over het lange haar van de mannen!

De Franse mode was toen zo doorgedrongen, dat de hoogste eer werd toegekend aan haarbossen, besproeid met welriekend reukwater en vreemde poeders! Ofschoon vele leraars en ouderlingen de doorwerking van deze mode trachtten te stuitea, het mocht niet baten. Schaamteloos geblanket en gefriseerd, verschenen de jonge mannen met hangende lokken in de samenkomsten der gelovigen. Die lange lokken schenen ook verschillende predikanten te bekoren en niet lEing daarna zag men ook langgelokte dominé's op de kansels! Toen was er geen houden meer aan: als de dominé lange lokken mocht dragen, mochten de leden het ook! Andere predikanten hielden scherpe

Andere predikanten hielden scherpe sermoenen tegen dvt „zielverdervend gedoe." In 1640 deed de kerkeraad van Amsterdam een protest horen en vermaande de gemeente om Christus wille ernstiglflk, zo lief als haar de ere Gods en haar eigene zaligheid was, zich van deze gruwelijke hoovaardij te onthouden. Haarlem ging nog verder en dreigde met censuur. De classis BrieUe nam in 1643 met algemene stemmen het besluit, om acht te nemen op „het lang hair van studenten en proponenten."

De meeste jonge predikanten en studenten, die een' prachtig hoofd met haar hadden, zinde het niet om dit nu maar op stel en sprong af te knippen en de schaar er in te zetten! Er was jaren toe nodig geweest om het zo mooi te laten groeien. Z^ weigerden aan de broederlijke vermaning gehoor te geven en dreven de spot met „die Voetiaanse talmerljen." Het werd een volkomen haaroorlog! Te Dordrecht stond een godzalig pre

Te Dordrecht stond een godzalig predikant, Jacobus Borstius (van hem is nog een catechisatie-boekje in omloop) een man, die zeer welsprekend was. Het gebeurde dat het Dordtse volk uren vóór de kerkdienst aanving, voor de kerkdeur stond om een plaats te bemachtigen. Men kan zich voorstellen hoe groot de toeloop was, toen Ds. Borstius liet bekend maken, dat hij op zekere Zondag een predicatle zou houden tegen „het lange hair". Deze leerrede had zo'n uitwerking, dat de Dordtse kappers het overdruk kregen, om de lange lokken van de mannen te knippen. De predi-catie verscheen (zonder kerkelijke goedkeuring der visitatoren) ook in druk en werd enorm gelezen en besproken.

De voorstanders zaten echter ook niet stil, zodat er een stroom van schotschriften, satyren en verzen verscheen.

De bekende Zierikzeese dominé Godefridus Udemans ging ook geweldig te keer tegen „de lokken en blessen en gefriseerde koppen" eni schreef bovendien een lijvig boekje, getiteld: „Absalom's hair", waarin hij hevig uitpakte tegen hen, die lang haar droegen. Voetius was zo ingenomen met die geschrift, dat hij schreef: ,,dat niemand die dit boeksken gelezen had, het nog zou opnemen voor het lange hair."

Aan het slot van dit betoog gaf Ds. Borstius een 16-tal stellingen, waarvan wij er eeni paar zullen opnemen.

I. Wij mogen met ons haar, evenmin als met onze leden, doen wat wij willen, maar hebben de paden te volgen, die God onze Schepper, ons dienaangaande gegeven heeft.

X. Dat de mannen lange haren dragen als de vrouwen is zo monstrueus en onnatuurlijk, alsof zij tanden hadden als leeuwentanden; want het één zowel als het ander is het brandmerk van de Antichristische sprinkhanen. Openb. IX : 8.

XII. Vooral kerkelijke personen mogen deze zotte manieren niet volgen, want zij moeten boven anderen, exemplaren zijn van godzaligheid, zedigheid en matigheid.

Behalve leergeschillen waren er dus ook andere zaken, die de Kerk in beroering brachten. Maar men veinsde in die dagen niet, krachtig tegen de wereldgelijkvormigheid, die de kerk binnendrong, op te treden. Het komt ons voor, dat het daaraan nu nog al eens ont- WAARNEMER.

WAARNEMER.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 juni 1952

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Uit het Kijkvenster

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 juni 1952

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's