Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebroken Bakken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebroken Bakken

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daar was een tussenweg. De weg, die Huiti Haverma met Wisse zekerheid liep. Hard werken; gepaste ontspannmg op zijn tijd; een seneuse levensopvatting. Dat v^as niet de weg van het Christendom. Kerk en godsdienst noemde Huib Haverma „apekool". En tóch — er viel, naar Dolfs mening, niets op hem aan te merken. Dat was de tussenweg, die hem bekoorde. Als hij die levensweg ging, dan had ook op hém niemand iets te vitten. Die weg overlegde hij nog, terwijl eindelijk de slaap zijn ogen bezwaren gmg, nioest hij op. Dan was hij ook eerlijk.

Toen het HOOFDSTUK XIII.

Geloofd zij God met diepst ontzag, Hij overlaadt ons dag aan dag Met Zijne gunstbevrijzen

dat machtig koraalgezang, dat duizenden jongere en oudere stemmen uitjubelden m het bos van Melius, verklonken was, ging de massa uiteen, terwijl het grote muziekcorps, dat medewerking verleend had, nog speelde. Honderden fietsen bewogen zich op de weg naar Rotterdam, die 20 nu en dan ruim baan moesten maken voor auto'sof autobussen, door gezelschappen gehuurd. De zo goed geslaagde dag van de Rotterdamse Centrale Jeugdorganisatie, die duizenden onder het lommerrijke geboomte bijeengebracht had, om te luisteren naar enkele sprekers, behoorde tot 't verleden. En gesterkt, vol geestdrift, ging de jeugd naar huis, van haar enthousiasme onwillekeu

rig meedelend aan de vele ouderen, die eveneens waren komen luisteren.

Dominé Meinema, die één der sprekers was geweest — op veler verzoek had hij zijn bekend geworden preek ,,Gebroken bakken" tot een beknopte lezing omgewerkt en die rede uitgesproken voor de ademloos luisterenden — nam glimlachend de hoed af en liep op een particuliere auto toe. „Neen maar, u ook van de partij?" vroeg hij, de oude Mevrouw Le Grand de hand drukkend.

„Natuurlijk, dominé. Ik voel mij nog jong, hoor. 't Was een kostelijke middag." „Dat was het. Wat een belangstelling. Vind je ook niet,

„Dat was het. Wat een belangstelling. Vind je ook niet, Elsa?" „Prachtig, dominé"

Zijn blik rustte min of meer vragend op het andere meisje in de auto.

„Mijn vriendin, Gerda Zuiderman", stelde Elsa voor. ,,De huisgenote van de Van Zevenhuizens", verduidelijkte zi]. ,,Neem me met kwalijk. Ik ken al mijn catechisanten nog niet. Nauwelijks waren we begonnen, of 't werd vacantie". „U hebt een goed woord gesproken, dominé", zei Mevrouw Le Grand, zonder de minste vleierij, „'t Is te hopen, dat het ter harte wordt ger^omen. Rijdt u mede?" „Heel vriendelijk aangeboden. Mevrouw. Maar de sprekers zijn per auto gekomen en worden ook gehaald. Daar zie ik al een der bestuursleden. U neemt mij dus niet kwalijk?" „O, helemaal niet. Is Mevrouw er niet?" „'t Was wel de bedoeling, dat zij ook zou komen, maar op het laatst kwam er een kink in de kabel. Nu, 'dames, goede reis. Tot morgenavond, Elsa?" „Ja, dominé."

„Je brengt bij gelegenheid je vriendin eens mede, ja? Mijn vrouw wil gaarne kennis met haar maken." Hij liep dan op Laarman toe, die als secretaris van de Centrale Jeugdorganisatie een zware dag had gehad, hoewel het hem niet was aan te zien. „De auto is er, dominé" zeide hij.

„'k Heb het gezien. Laarman. Ik ben gereed. Is dominé Westerhuis er al?"

„Is al in de auto, dominé." „Prachtig. Dan kunnen wij_veïtrekken." Langzaam zette de auto, die de lange file volgen moest, zich m beweging.

De inzittenden spraken over het prachtige verloop van de georganiseerde middag, die zo begunstigd was door fraai zomerweer. „Zeg, I^aarman", begon dominé Meinema opeens, „ik hoor, dat je werkzaam bent bij Smeetsman & Co. op het Haring

vliet. Is dat zo?" „Dat klopt precies, dominé." ,,Ken je ook een zekere Dolf van Lankeren?" „Zeker. Hij werkt bij mij op het kantoor. Maar met m mijn afdeling."

,,Dus je komt niet met hem in aanraking?" „Door het werk niet dominé. Maar ik spreek hem wel eens. Hij is er nog niet lang. Aanvankelijk kenden wij elkaar niet. Maar toen zag ik hem op een morgen in de kerk, waaruit ik natuurlijk concludeerde, dat hij één der onzen was. De andere morgen heb ik hem toeni direct aangesproken en hebbeu wij kennis gemaakt." ,,Komt hij geregeld ter kerk?" „De eerste weken was hij geregeld 's morgens in de Nas

saukerk. Maar de laatste weken komt hij däär niet meer. Mogelijk kerkt hij elders.'* „'t Is mogelijk", peinsde dominé Meinema hardop. Uit een korte uitlating had hij de vorige week van Elsa begrepen, dat zij in zorg verkeerde over het gedrag van haar broer. Deze ongezochte gelegenheid vond hij zeer geschikt, om, zo voorzichtig mogelijk, enige nadere informaties m te winnen.

,,Is de Nassaukerk de wijkkerk van die jonge man?" vioeg dominé Westerhuis. ,,Zeker, dominé. Hij heeft kamers op de Goudse weg en behoort dus tot uw wijk."

„Van Lankeren. Van Lankeren. 'k Hoor die naam voor het eerst. Heb ik hem dan over het hoofd gezien? Is hij al vermeld onder de ingekomenen? Zeker met. Want dan had ik hem al lang genoteerd en bezocht."

,,Hij is nog steeds niet vermeld, dominé. 'k Had het ei valleden week nog met hem over. 't Heeft de tijd nog, zei hiJ ' „Hm. En hoe lang is hij al in Rotterdam?" „Laat eens zien, ruim twee maanden al." ,,Dan wordt het toch tijd, dunkt me. Weet je het adies'"

,,Dan wordt het toch tijd, dunkt me. Weet je het adies'" „Neen, domme, maar 't is een kleinigheid..." „Ik kan je v/el even bellen, Westerhuis. Zijn zuster is ze* bevriend inet mijn vrouw en zij komt morgenavond " Lasiman, die ter wereld met kon begrijpen, waarom domffl»

Memema zo belangstellend naar Van Lankeren vroeg, gm? thans een licht op. ,,Graag Licht mij even in. Dan ga ik hem eens opzoeken

Ik moet zeker m de avonduren zijn, Laarman?" „Het kantoor siuit om half zes, dominé". ,,Prachtig Was hij nu op de Landdag?" „Neen. 'k Heb hem gister nog gemviteeid. Hij kon vnj l^'S'

„Neen. 'k Heb hem gister nog gemviteeid. Hij kon vnj l^'S' gen, evenals ik en enkele andeien. Maar hij wilde met " ^„ „Hoe staat het met die jongeman, Meinema? Ken j" lieW „Nooit gezien. Hij zou met zijn zuster ons eens komen bezoeken, maar het gebeurt niet." ,,Hm. Ik vermoed, dat hij het liefst geen dominé ziet". ^''

,,Hm. Ik vermoed, dat hij het liefst geen dominé ziet". ^'' de andere piedikaat, die, als man van ervaring, de sitiu''* blijkbaar gmg inzien. ,,Staat het .zo, Laarman?" ,,'k Weet met, wat ik zeggen moet, dominé", aarzelde deze

„Hij is eenmaal bij mij thuis geweest en eenmaal op de J""' geling sverenigmg." , ,,Als je hem spreekt, is hij dan gul en hartelijk? Of ti*"

,,Als je hem spreekt, is hij dan gul en hartelijk? Of ti*" hij je te ontwijken?"

,,De laatste dagen spreek ik hem met meer, domme halve dan gistermorgen toen ik hem attent maakte op Landdag." „Met andere woorden: hij ontwijkt je?" de

,,Ik kan het niet anders zien, domme" was het antvvooio „Natuurlijk. Ik begiijp het al. Jij ook, Meinema?" „Ik geloof niet, dat deze zoon van een overleden co op het goede pad is", antwoordde de aangesprokene ,,Lieve tijd, is hij een Kei-wijk ?" zoon van Van Lankeren. die ' (Wordt vervolg

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 december 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Gebroken Bakken

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 december 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's