Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het dwaallicht van Veere

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het dwaallicht van Veere

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jean de labadie

(Slot.) Na velerlei beraadslagingen en geduld verbiedt de Synode de kansel aan de Labadie. De Staten van Zeeland bekrachtigen dit vonnis op 15 November 1668. Jean de Labadie protesteert heftig. Zijn aanhangers Yvon, Du Lignon en Menuet, die de dwalingen van hun meester propageren, delen in lietzellde lot. De Labadie laat het er niet bij zitten. De Zeeuwse Staten hebben niets in 's Heeren Kerk te vertellen.

De Zondag breekt aan. 's Morgens vroeg is het reeds druk in Middelburgs straten. Een grote schare Labadisten — zo zal ik hen maar noemen die door dik en dun met hun leraar meegaan — begeeft zich naar de kerk, waarin Ds de Labadie — ondanks zijn afzetting — zal preken. De kerk is overvol.

De Labadie bedient het Woord en deelt aan zijn volgeingen het Heilig Avondmaal uit Deze daad veroorzaakt een geweldige sensatie Als de andere helft der gemeente ter kerk komt zegt Ds de Labadie juist „Amen'"? „Doet de Labadie goed of niet." Ziedaar de vraag, die een strijdpunt vormt in de

Ziedaar de vraag, die een strijdpunt vormt in de Zeeuwse hoofdstad. Heel Middelburg is in opwinding. De Magistraat is door het optreden van de predikant otaal verrast. Ze zuillen echter laten zien, dat ze er ook nog is om orde op zaken te stellen. Ze kondigt een besluit af, waarin De Labadie, de toe

Ze kondigt een besluit af, waarin De Labadie, de toegang tot alle officiële kerkgebouwen ontzegd wordt. „Geen nood broeders" troost de Labadie zijn volgelingen. „Ik breng zelf een kerk tot openbaring, waarin de Staten niets te vertellen hebben. Het interesseert me niet. Men wil nog van een kerk spreken, een Kerk van Chrisus, waarvan het grootste deel bestaat uit onherborenen en onheiligen. Men spreekt toch ook niet van kudde schapen, als het op enkele na zwijnen zijn?2) Wie mij iefheeft volge mij."

iefheeft volge mij." Hij voegt de daad bij het woord, huurt een zaal, preekt en bedient het Avondmaal.

Nu is kerkelijk Middelburg in twee kampen verdeeld. Vóór of tégen de Labadie is de leus. Hevige tonelen spelen zich onder elkaar af.

Onlusten en partijschappen groeien. Het deftige Middelburg is vol onrust.

De Magistraat besluit in te grijpen. Zij neemt het besluit de Labadie uit Middelburg en haar rechtsgebied te verbannen en meent dat dan de ust wel zal terugkeren.

De Labadisten nemen nu een vijandige houding aan egen de Magistraat.

Deze roept militaire hulp in, om onlusten te voorkomen. De verbanning is onherroepelijk

Zo is de Labadie balling... maar geen zwerver. Zover komt het niet. Het bericht, dat hij de stad Middelburg moet verlaten,

Het bericht, dat hij de stad Middelburg moet verlaten, s spoedig in Veere bekend, waar hij ook veel aanhangers eeft.

De Magistraat der Markiezerstad is de Labadie zeer enegen. De voornaamste burgers zijn aanhangers van zijn leer.

De voornaamste burgers zijn aanhangers van zijn leer. Snel schrijft men een vergadering uit. In heilige ijver ontstoken roepen zij de kerkeraden der Nederduitse en Schotse Kerk op het Stadhuis. Zij stellen voor een Waalse Kerk in Veere te stichten n de Labadie aan het hoofd te plaatsen.

n de Labadie aan het hoofd te plaatsen. Het is wel een unicum, dat een Magistraat een kerk tot penbaring brengt. Maar het gebeurt. Onverwijld beoept men de Middelburgse balling en aan zijn drie metezellen wordt het burgerrecht van Veere aangeboden. Onder enorme belangstelling, doet de Labadie intree. Hij bouwt op dezelfde grondslagen voort als in de eeuwse hoofdstad. Hij erkent alleen de rechtzinnigheid er belijdenisschriften, maar ze zijn voor hem ezag zonder

In Middelburg heerst grote vreugde, nu men verneemt at de Labadie zijn tenten te Veere opslaat. Nu is de gewenste prediker dicht bij en kan de bevoling zo dikwijls als zij dat wenst van zijn preken genieten.

Verschillende vooraanstaande Middelburgers verhul zen naar Veere.

De Labadie stelt de belangstelling zeer op prijs en stelt ook enige weekdiensten in. De weg van Middelburg naar Veere is steeds bezaaij

De weg van Middelburg naar Veere is steeds bezaaij met kerkgangers.

Meermalen telt men er over de vierhonderd Psalmen zingend trekt men dan weer naar de hooW stad terug. De menigte vreemdelingen brengt ongekende knend».!

De menigte vreemdelingen brengt ongekende knend».! heid en voordeel

't Zal zo niet blijven. Een scherpe pennenstrijd ontstaat. Erger! Een burgertwist dreigt te ontvlammen. De instituering der Labadistenkerk in Veere; deont. vangst, de verbannene daar bereid, is een doorn in lm oog van de Magistraat van Middelburg. Men vreest grote scheuring in de kerk, door de aclie der Labadisten. De Magistraat van Middelburg verzocht de Staten \

De Magistraat van Middelburg verzocht de Staten \ Zeeland om raad en hulp. De Staten zien met zorg de woelingen aan.

De Staten zien met zorg de woelingen aan. Ze sturen een bevelschrift aan de Veerse Magistraat I om de Labadie uit hun stad te verbannen. Veere weigert het bevel uit te voeren. „Dat moet er nog bijkomen, dat men in onze zaken zó ingrijpt! De Labadie is niet stadsgevaarlijk" in lum i tivering.

Ze nemen de missive voor keimisgeving aan. In Middelburg is men boos, dat Veere die lastige de Labadie niet wil uitbannen. Maar het moet! Gaat het niet goedschiks, dan kwaad. scliiks!

Men ontwerpt een plan om Veere te doen gehoorzamtn. De Magistraat der Zeeuwse hoofdstaat roept een «e. wapende macht op de been. Deze moet Veere liezelteii | en de Labadie uit de stad verwijderen.

en de Labadie uit de stad verwijderen. In Veere is dit plan spoedig bekend. Onmiddellijk roept men de gehele burgerij onder de wapenen.

Ze treden voor het Stadhuis aan. De oudste Burgemeester neemt het woord. Hij schetst in warme bewoordingen de levensgang van | de Labadie en wekt allen op, het voor deze leraar op te nemen. Hij gispt het optreden van Middelburg, roept op lot verzet en besluit:

„Laten wij pal staan. Het betreft de eer van onze stad! Van onze Vrijheid! Van onze Godsdienst! Zweert mij allen, dat ge de rechten van onze goede stad zult verdedigen!" Met geestdrift legt men de gevraagde eed af.

Met geestdrift legt men de gevraagde eed af. Er zal dus, als het niet anders kan, burgerblocd vloeien Maar zie.

Daar stapt Ds de Labadie op het bordes van het stadhuis.

Hij stelt zich naast de Burgemeester op en wenkt met de hand om stilte.

Onder doodse stilte spreekt hij de gewapende madit toe: „Mannen broeders van Veere! Het Koninkrijk van

„Mannen broeders van Veere! Het Koninkrijk van Christus, dat ik zo graag uit wil breiden, is niet vau (leze wereld. Niet in oorlog of burgertwist, maar in de liefde is onze God!

„Uw rechten en vrijheden zullen niet worden gekrenkt, Ik verlaat vrijwillig uw stad. Geen burgerbloed ruste op mijn hoofd! De Heere zij met U allen." Grote ontroering maakt zich van allen meester. Wij kunnen niet anders dan de Labadie om deze daail

Wij kunnen niet anders dan de Labadie om deze daail eren.

Schoorvoetend geeft de Magistraat toe.. De kerkeraad der Nederduitse Hervormde Kerk stelt hem een vererend getuigschrift ter hand

Jean de Labadie verlaat met de zijnen terstond \ eeif­ Langzaam keert de rust weer. 't Duurt heel lang voor men Middelburg vergeeft. En de beginselen van de Labadie? Zij werken nog na in Zeeland, vooral in Walcheren


2) Tegen deze uitval protesteert Ds Koelman heftig' ,^^^ op uw beelden en geUjkenissen Labadie. Gij hebt vi'ltomen gelijk, als ge zegt, dat een geheel genoemd wordt naar het grootste deel. Maar wat is de kerk? De lö* is een hoop geroepen belijdende mensen. Of daar nu veel of weinig bekeerden onder zijn, doet niets af van h«' feit, dat het een hoop belijders is en blijft Een hoop stenen blijft een hoop stenen, onverschillig of er veel of weinig edele en kostbare onder zijn." Trouwens Calvijn zegt (Institutie Boek 4 Gapt. I V 19): De vromen zullen nooit de meerderheid vormen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 december 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Het dwaallicht van Veere

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 december 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's