Gebroken bakken
i.Dat is jammer", zei Laarman. „Mensen als jij kunnen we niet missen, 't Is toch voor jezelf ook heel goed en nuttig. A^ltrjd. Maar vooral in onze dagen, nu er zoveel in het leven wordt losgewrikt en wij de beginselen moeten kennen." .Er wordt met die dingen veel overdreven", meende Dolf, Mui of meer blijk gevend, dat hij het gesprek wilde beëindigen wat de ander onmiddellijk voelde.
Ä geloof niet, dat er overdreven wordt", meende de ander. "Eerder worden, naar mijn stellige overtuiging ,de gevaren onoerschat. Maar je kunt er anders over denken. In ieder geval, je weet er van. Kom eens kennismaken. Het verplicht "Mners tot niets. Je zult zien, dat het er gezellig en leerzaam is."
>i'k Zal het in gedachten houden," zei Dolf. „'t Is in ieder seval aardig, dat je mij aanklampte." "Och, onwillekeurig voel je je aangetrokken tot een ge 'oofsgenoot. 'k Zag je onmiddellijk in de kerk, en " De Orde in het grote handelskantoor werd hersteld; het
Kotfiekwartiertje was om. "Wij spreken elkaar nog wel eens", vulde Laarman de zin
"Wij spreken elkaar nog wel eens", vulde Laarman de zin aan, Dolf knikte afwezig. Zijn lust, om de kennismaking voort
Dolf knikte afwezig. Zijn lust, om de kennismaking voort te zetten, was niet groot. Nog met een ontstemd gelaat, zette Cor Zuiderman zich op
Nog met een ontstemd gelaat, zette Cor Zuiderman zich op "aar stoeltje vóór de schrijfmachine. "Wat heb je. Cor? Je zet een gezicht als een oorwurm",
"Wat heb je. Cor? Je zet een gezicht als een oorwurm", "»erkte haar buurvrouw op. i,Ik geloof, dat die nieuweling, hoe heet hg ook weer? die
i,Ik geloof, dat die nieuweling, hoe heet hg ook weer? die zwarte haar op haar nummer gezet heeft", spotte een ander. „Lieve tijd, dat moet in de courant: Cor heeft een mannetje gevonden, die haar staat."
„Hij is een bok van een vent, een eerste klas boer, met zeven paarden uit de klei getrokken", meende Cod Zuiderman geërgerd.
„Je vergist je. Cor. Ik vind die knappe jongen een heer. Dat merk je toch zeker wel aan zijn manieren?" „Een mooie heer", morde Cor Zuiderman. Hij behandelt
„Een mooie heer", morde Cor Zuiderman. Hij behandelt een behoorlijk meisje ^ grof als het maar kan." „Je zult het er wel naar gemaakt hebben", meende de
„Je zult het er wel naar gemaakt hebben", meende de eerste spreekster onbarmhartig, haar buurvrouw een knipoogje gevend: zij had er machtig schik in, dat Cor Zuiderman, die met gemak, zij het dan voor enkele weken, veroveringen maakte, nu eens bot had gevangen.
,.'k Heb niets bizonders gezegd. Maar hij is een ongelikte beer. Nu, mij een zorg. 'k Heb niets met hem uit te staan." En verwoed begon zij te tikken.
Dolf, gezeten naast Dirksen, was niet op zijn gemak. Hij had liever gehad, dat Laarman zich maar afzijdig had gehouden. En dan dacht hij ook aan Cor Zuiderman. Haar vraag was onbescheiden geweest: Zij had niets met zijn zaken te maken. Maar dat gaf hem, overwoog hij, geen recht en reden, om haar zo grof te behandelen. Hij nam zich, na enig wikken, dan ook voor, haar zijn ex
Hij nam zich, na enig wikken, dan ook voor, haar zijn excuus over zijn optreden aan te bieden. Hij meende dat verplicht te zijn. Alleen wikte hij nog, in welke bewoordingen hij dat zou doen, daar hfl toch niet al te vriendelijk wilde wezen. De waarschuwing van Dirksen wUde hij zich indachtig blijven, te meer, daar hij haar manieren tamelijk vrijpostig en ongegeneerd vond. Geruime tijd werkte hij ijverig door, zo nu en dan een
woord met Dirksen wisselend, Wien hij bewonderde om zijn werkkracht en geoefendheid in het werk. Maar dan stond, in zijn gedachten, de lajige Laarman weer
Maar dan stond, in zijn gedachten, de lajige Laarman weer naast hem. Och, hij kon hem wel eens een genoegen doen en da invitatie tot het bezoek aanvaarden. Wat betekend© h»t. daar een avond bij hem thuis te zijn? Hij had wel begrepen; dat Laarman niet getrouwd was, maar nog inwonend bij zijn ouders. En toch, hij kon wel eens op die Jongelingsvereniging gaan kijken. Dan kon hij althans zeggen, dat het hem niet beviel en dan was hfl er van af. 't Was in zekere zin aardig van hem, om hem aan te klampen. Hij moest nu niet direct afstoten.
Opeens: hoe zou Laarman nu staan tegenover de komende fuif, waarvan de gemoederen vol waren? Een toneelstukje. Een dansje na. Dat was toch niets voor hem? Maar hij kon zich er toch niet aan onttrekken? Of zou hij soms de katjes in het donker knijpen?
Dolf wilde er toch het zijne van hebben. Hö zou hem eens polsen, door over de gebeurtenis te spreken. En te meer wilde hij dat, aangezien hij zelf zijn houding nog niet bepaald had. Aan de ene kant voelde hij er voor, er heen te gaan; aan de andere zijde was er een stem in zijn binnenste, die hem er van af wilde houden. Eerst echter zou hij mejuffrouw Zuiderman zijn excuses
Eerst echter zou hij mejuffrouw Zuiderman zijn excuses aanbieden.
De gelegenheid daartoe kwam eerst, toen het werft voor die dag afgelopen was en het personeel de kantoren verliet. Dolf haastte zich naar de uitgang, waar hij het meisje juist inhaalde.
„Ben woordje, juffrouw Zuiderman", zeide hij op vriendelijke toon.
Van terzijde keek zij hem aan, zonder een woord te zeggen. Haar blik was nog boos, maar tóch las Dolf nieuwsgierigheid in, haar raadselachtigflikkerende ogen.
Links en rechts verspreiden de employe's zich, zodat zij spoedig alleen waren,
„Ik wilde u excuus vragen voor mijn onbeleefdheid van, morgen. Hoe het precies zo kwam, weet ik niet recht, maar u verdiende zo'n grove behandeling niet".
Opeens was Cor Zuiderman milder gestemd. Zij lachte haar bekoorlijke lach.
„Inderdaad was u niet erg beleefd", zeilde zij. Maar Ik wa« ook wat al te nieuwsgierig. Men zegt, dat dat een gebrek van dames is. Het kwam alleen, doordat ik belsuig in u stel en ook in de dame, die bij u was. Ik zag onmiddellijk, dat zij uw zuster was. Maar zand er over nu. Ik ben heel blij, dat u mij voortaan beter zult behandelen."
,,Ik ben mij niet bewust, dat ik u onbeleefd heb bejegend, behalve dan vanmorgen", weerstreefde Dolf, die het meisje, dat met flinke pas naast hem voortliep, niet begreep. „Wel, natuurlijk niet. Och, weeg mijn woorden alsjeblieft
„Wel, natuurlijk niet. Och, weeg mijn woorden alsjeblieft niet op een weegschaaltje," haastte zij zich te zeggen, om er dan vleiend aan toe te voegen: „Wij zijn en blijven dus goede vrienden, hé mijnheer Van Lankeren?" Onmiddellijk was Dolf, gedachtig aan de verkregen waar
Onmiddellijk was Dolf, gedachtig aan de verkregen waarschuwing, gereserveerd. „Zoals collega's onder elkaar behoren te zijn", zei hij. „Ik
„Zoals collega's onder elkaar behoren te zijn", zei hij. „Ik was vanmorgen niet collegiaal en beleefd. Dat speet mij." „Och, spreek daar niet meer van", zei zij wat ongeduldig. „Ik heb gezegd; zand er over en dat meen ik. Wij hebben morgenavond in ,,Favoriet" generale repetitie. Doe mij het genoegen en komt u nu ook eens kijken."
„Maar dan is de aardigheid er af, als de fuif er is", ontweek Dolf een rechtstreeks antwoord. Het gesprek ging een richting uit, die hij niet wilde. Liever
was hij alleen verder gegaan, maar zij bleef eenvoudig vertrouwelijk naast hem lopen en hij wilde niet onbeleefd zijn met haar te laten gaan.
„Wat geeft dat?" repliceerde zij. „Zoveel te meer hebt u er op de eigenlijke avond aan. 't Is een pracht van een blijspel, 'k Heb er heel wat werk mee gehad, om het er in te pompen, maar 't zit er best in. U kunt tonen, dat uw excuus gemeend is, door morgenavond te komen in „Favoriet", 't Is op de Coolsingel. Na afloop gaan wij dan nog een uurtje naar beneden. Daar is een piekfijne dancing. U doet het, hé?" Dolt wendde zijn ogen af. Hij wilde niet in de hare zien. „Ik kan niet dansen", zeide hij kortaf.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's