Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rondom de Landbouwschool

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondom de Landbouwschool

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het najaar heeft zijn intrede gedaan, nog wat drukte met Uien, aardappelen en bieten en oogst 1951 is weer achter de rug. In de nu weer langer wordende avonden zal menigeen al weer een begin maken; met het samenstellen van het bouwplan voor het komende jaar, waarbij vanzelfsprekend ook het bemestingsplan onder de loupe genomen moet worden.

Het grondonderzoek is een waardevol hulpmiddel bij het opstellen van het bemestingsplan. Dat dit voor de praetijk ook als zodanig wordt gewaardeerd blijkt uit de toenemende belangstelling voor het onderzoek. De kuinstmestprijzen zijn de laatste tijd sterk gestegen, en bij deze hoge prijzen is het meer dan ooit nodig er voor te zorgen, dat het land krijgt wat het nodig heeft, niet te weinig, maar ook niet teveel. Alleen, wanneer we beschikken over analyserapporten van onze grond kunnen we daarvoor zorgen. De tarieven voor het grondonderzoek zijn onlangs wel verhoogd, maar toch is het een feit, dat ook bij die hogere tarieven 't grondonderzoek zichzelf dubbel en dwars betaald maakt, door de meer rationele bemesting, die men naar aanleiding van dit onderzoek kan gaan toe passen.

Het aantal grondmonsters, dat in het Rijkslandbouwconsulentschap Barendrecht, waartoe ook ons eiland behoort, naar het Bedrijfslaboratorium voor Grond­ en Gewassenonderzoek te Goes is verzonden bedroeg in de jaren 1948, 1949 en 1950 resp. 1857, 2288 en 3608. Uit de groei van deze aantallen blijkt de toenemende belangstelling, doch we zijn nog niet, waar we wezen moeten. Het is in de eerste plaats wenselijk, dat ieder perceel wordt onderzocht en verder dat dit onderzoek om de 5 jaar wordt herhaald.

Hiervoor zal het nodig zijn, dat het aantal monsters in dit gebied per jaar wordt opgevoerd tot ongeveer 7000, een verdubbeling dus van het aantal van 1950.

Bij de beoordeling van de verschillende verkregen analyses, waarbij ons eiland is verdeeld in Goeree en Overflakkee blijkt, dat voor de kali, de bemestingstoestand van het Westen van ons eiland voor 55%, slecht, voor 25% matig, voor 15% goed, voor 3% zeer goed en voor 2% uitmuntend is, terwijl deze getallen voor Overflakkee er als volgt uitzien, slecht 23%, matig 45%, goed 20%, zeer goed 6% en uitmuntend 6%.

Aan de hand van de proefveldresultaten is gebleken, dat een kaligehalte van minstens 0.020 gewenst is. Wij zien, dat in Goeree 80% en in Overflakkee 68% van de onderzochte percelen beneden deze norm blijft. Op deze percelen treedt dus een oogstdepressie op.

Voor fosforiziuur is de bemestingstoestand voor Goeree, voor 17% slecht, voor 38% matig, voor 30% goed, voor 12% zeer goed en voor 3% uitmuntend, eni voor Overflakkee 15% slecht, 38% matig, 27% goed, 15% zeer goed en 5% uitmuntend. Voor fosforzuur is een P. citroenzuurcijfer hoger dan 35% gewenst.

Het blijkt dus, dat in Goeree 55% en in Overflakkee 53% van de onderzochte percelen beneden deze norm blijft.

Uit deze cijfers kunnen we concluderen, dat de bemestingstoestand van de grond in het Westen van ons eiland, vooral voor kali minder goed is dan voor Overflakkee. Voor fosforzuur is de toestand over het gehele eiland gelijk en wel iets beter dan voor kali, doch goed kunnen we ze ook nog niet noemen. Wel blijkt hieruit, dat de boeren in het algemeen minder zuinig zijn met het fosforzuur, dan met de kali, doch dit was ons allen bekend. Nu de gewassen de een na de ander

Nu de gewassen de een na de ander het veld hebben verlaten, is het zeker niet overbodig er op te wijzen, dat het nu de beste tijd is om grondmonsters te laten nemen. Gezien bovengenoemde resultateui menen we ieder, die tot nu toe zijn grond nog niet liet onderzoeken, daartoe te moeten aansporen.

Een berichtje aan de assistent van de Rijkslandbouwvoorlichting in uw omgeving verzekert U er van, dat de monsters tijdig worden genomen. Voor degenen, die 5 of meer jaar geledea hun grond lieten onderzoeken, is het noodzakelijk dit te laten herhalen. Grondonderzoek is voor een goed ge

Grondonderzoek is voor een goed geleid bedrijf een noodzakelijkheid en is een even vanzelfsprekende bedrijfsuitgave als bv. de aankoop van kunstmest.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 oktober 1951

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Rondom de Landbouwschool

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 oktober 1951

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's