Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Branden vernietigen jaarlijks f 24 millioen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Branden vernietigen jaarlijks f 24 millioen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aantal v«rbrande boerderijen gelijlc aan do nieiuwbouw. — In 5 jaar tijds voor ƒ 120 millioen öt^or brand verwoest.

Mor brand gaat jaarlijks voor een t kapitaal in ons land verloren. De jtanten berichten haast dagelijks over randen. Men neemt er even al of niet muis van en gaat dan bij wijze van teken over tot de orde van de dag. De instandigheid dat er mensenlevens bij erloren zijn gegaan doet ons er moget iets langer bij stil staan. Hoevele leers zullen er niet zijn, die na van het -schrift kennis genomen te hebben en -econstateerd te hebben dat het ver Je buurt is zich de moeite niet geen om het bericht in zijn geheel te en. Alleen berichten met vette 1 over massale branden zullen 'te Koppen over massale branden zuiver het algemeen even doorgenomen wden. Maar in 't algemeen gen»-»men 'n de berichten over branden niet sentioneel genoeg meer om ioor de Iers met belangstelling gelezen te worn. Een uitzondering daaroo vormen ogelijk de branden veroor.^aakt door kseminslag. Oorzaak van deze betrckeujke onverschilligheid is mogelijk het eel voorkomen van branden. Voor de oorlog werd er vaait gespro

Voor de oorlog werd er vaait gesproen van „Door de brand uit de brand." 'en wilde daarmee wel te kennen geen, dat het „branden" opzettelijk weid eróorzaakt om zich in bezit te kunnen tellen van de hoge verzekeringsgelden, ndertussen moet helaas geconstateerd orden dat ook in de naoorlogse jaren -orm veel aan brand ten prooi valt. Ja t zelfs het aantal verbrande boerde- "en ongeveer gelijk is aan de nieuw- 'UW.

Indien men zo'n feit onder het oog rijgt stemt dat toch wel even tot naenlten. De opbouw en nieuwbouw van erderijen ten koste van geweldige kaitalen is slechts nauwelijks voldoende m liet aantal idoor brand verloren gerne boerderijen te vervangen. Zo weren in één jaar 638 boerderijen gebouwd 809 boerderijen gingen door brand erloren. Op die wijze is er van verbemg ten opzichte van, de volkshuisvesg in het algemeen en van de behoefte n boerderijen in het bijzonder geen rake, De boerderijenbrand wordt op } ivjze tot een grote ramp voor ons olk. Van de totale schade door brand M'oorzaakt gedurende een periode van jaren van ƒ 120 millioen komt niet Inder dan ƒ 40 millioen voor rekening an boerderijenbrand. Een derde deel at zeker buiten verhouding hoog is, at het aantal gebouwen aangaat. Spe- 1 de boerderijenbranden zijn voor onagrarische streken wel waard om er ens even bij stil te staan. Dat is niet leen het geval of de betrokkenen door surantie schadeloos gesteld wordt aar feitelijk is de gehele gemeenschap ï bij betrokken. Wat had er op die wijniet een grote waarde verloren aan eliuizingen, schuren en opstallen van llerlei aard. Waarden die inzonderheid deze tijd moeilijk te vervangen zijn. Hoe schrijnend is niet het woningte­ "ort. De woningnood mag men gerust en plaag ea een kwaad van deze tijd oemen. Met allerlei slechte gevolgen in "ciaal en moreel opzicht. Aller streven "oet gericht wezen om mede te werken m de woningnood zo spoedig mogelijk P te heffen. En bij iedere brand wordt et euvel weer erger. Vooral in deze tijd et zijn gebrek aan materialen is het elvuldig voorkomen 'K ramp. van brand een

Hoe is in het verleden door de Minis­ T van Opbouw niet voorgesteld, dat 'ongeveer 1960 de hoogste woningnood mter de rug zijn. Helaas is het tendeel waar. Hoe heerst er voor' het tór 1951 een grote achterstand ten opelite van het woningbouwprogram, zozelfs vastgesteld moet worden dat e woningnood niet af­ maar toeneemt. 11 net is wel erg dat ons volk niet in 'aat blijkt te zijn om deze sociale nood M de eerste orde te kunnen opheffen. «'st daarom zijn de veelvuldige bran­ «en van de laatste jaren zo funest. Een «niddeld verlies van ongeveer ƒ 24 ."hoen door brand is geen kleinigheid. at zou met zo'n groot bedrag de wettopbouw niet gebaat zijn. Een reden ra zo voorzichtig en zorgvuldig mogeit te zijn-. Zeker er zijn tal van oorza- ™. dat de mens onmachtig staat en ?«:e«oos is. Zo bij geval van bliksem- ; waardoor jaarlijks ook tal van ö'denjen verloren gaan. Daar staan e machteloos tegenover. Iets anders is '«wanneer de brand veroorzaakt wordt ™OT onvoorzichtigheid en slordigheid. -L '® 'vergeten de oorzaak waarin men ook zo dikwijls leest „Met lu- ™efs spelende kinderen." Achteloosheid, onvoorzichtigheid en

Achteloosheid, onvoorzichtigheid en "We oosheid zijn maar al te vaak de ifaken van het ontstaan van branden, n tot wegneming van deze oorzaken San Tf '^°^^ ^^^^*' ™^^'' l<™"eD ^oen allori ^°^^' '^°'^ ^°°^ ''16t treffen van 2ij"fvoorzorgsmaatregelen als daar ew ^°^gen voor een goed branderwTi*^ niet goede blusmiddelen, het cleot V "controleren van schoorsteen, OJK"^*« leidingen e.d. dingen meer. alleii "toezicht bij het gebruik van teilen '"°*^°*'isehe kracht op de boer­ Vonko ^°^ '^^3.^ zijn overspringende boerd "'** öe oorzaak dat kapitale te vlr'^^t^ ^" '^^ ^ worden gelegd. Niet ik j^^^n het toezicht op de kinderen, te v,„J' met­lucifers te spelen maar al 'isen öoi'zaak zijn van branden. En L: onvoorzichtigheid. Brandende pijp tii i„ ,01 sigaret hebben menig boerde­ ^ zou het zeker geen overbodigheid zijn indien op elke boerderij een snelblusbrandapparaat voorhanden was. Het gemakkelijk brandbare materiaal vormt er aanleiding genoeg toe. Tegen oorzaken van buiten staan we machteloos, maar in een groot aantal gevallen zou door meerdere voorzichtigheid en grotere zorgvuldigheid en toezicht veel brand voorkomen kunnen worden. Een groot volksbelang is er mee gemoeid.

De Benelux is dood

Eenheid laat zich niet maken, ze moet groeien

Ook in het Staatkundige moeten de dingen langzaam groeien. Verschillen moeten afslijten, tegenstellingen verzacht en uiteindelijk na soms een langdurig proces opgeheven worden. Dat is op schier elk levensgebied het

Dat is op schier elk levensgebied het geval. Maar vooral niet het minst op staatkundig gebied. De historie geeft daarvan overvloedige voorbeelden. Strijd en tegensteilingen tussen geslachten — tussen steden en steden, tussen gewesten en gewesten zijn de moeilijke gang — van eeuwen her gewest om tot een nationale eenheid te komen. Dat is de sprake der historie. Eenheid maken het gaat niet. De eenheid moet groeien. Met vallen en opstaan. Daar is de Benelux. Het is een bevestiging van wat we boven schreven. Niet gegroeid, maar gemaakt. En het gevolg? Het gaat niet. De loftrompet is er over gestoken. Nu drie, vier jaren geleden. Edoch de fanfares zijn verstomd. Tal van moeilijkheden. Telkens en telkens weer om de gemaakte eenheid te behouden. Maar het lukt niet: De gekoesterde verwachtingen, ze worden niet vervuld maar gaan in rook op. Dat België, Nederland en Luxemburg! Een voorbeeld voor de Volkeren der Aarde. Daar betrachtte men de wijsheid om tot betere economische toestanden te geraken. Maar het is tot op heden mislukt. Omdat die eenheid er niet was. Wel voorgesteld op papier. Maar de werkelijkheid is nu eenmaal anders. Er is geen eenheid gegroeid. En de werkelijkheid spot nu eenmaal met wat het papier geduldig op zich liet beschrijven. Ook nu weer de conferentie te Goes. Uit alles blijkt dat men geen stap is opgeschoten. De echte Benelux is nog altijd een fata­morgana.

De luchtspiegeling wijkt voor de scherpe stralen van de zon der werkelijkheid. Omdat er geen eenheid tussen de landen der Benelux is, stort het maakwerk voornamelijk op papier georeerd als een kaartenhuis in elkaar. Ook te Goes liep de Benelux vast op de harde gronden der werkelijkheid. Ook dan strandde het scheepje op de rotsachtige oevers van de tegengestelde belangen.

Een andere methode zal men gaan volgen om tot resultaat te komen. Kleine veel soepeler werkende ministeriële werkcomité's moeten de oplossing brengen. Maar zullen de ware Benelux niet kunnen brengen. Om de eenvoudige reden dat de eenheid er niet is. De bestaande monetaire commissie

De bestaande monetaire commissie vergadert sedert maanden niet. De Benelux­commissie van de Sociaal­Economische Raad is ingesteld reeds sedert 9 maanden, maar moet haar eerste vergadering nog houden.

Het Rapport over de hogere Beneluxorganen in September 1950 bij de regeringen van België, Nederland en Luxem­ burg ingediend komt niet in behandeling. Men hoort er niets van. Of in de pruUemand, of in de laden

Of in de pruUemand, of in de laden van de Regeringsbureaux opgeborgen. De waterwegen, speciaal het Moerdijkkanaal, het noemen slechts ervan doet de kooplieden van Rotterdam bv. al alarm slaan.

Neen, de Benelux, ze is er niet. Ze is gemaakt. Gemaakt en verheerlijkt op papier. Maar ze leeft niet. Ze is dood.

De chr. mil. ­ tehuizen mogen niet ontaarden

De Christelijke Militaire Tehuizen in de garnizoensplaatsen zijn voor vele soldaten van Christelijken huize een ware uitkomst. Hoe menig soldaat vindt er na volbrachte dienst een gezellig zitje met de gelegenheid tot schrijven, lezen en studeren. Het werk der Militairen Te huizen mag dan ook Wel gewaardeerd worden al moet helaas opgemerkt worden, dat de sfeer in sommige Tehuizen al zeer licht is. Evenwel hangt veel af van de huisvader en niet in de laatste plaats van de bezoekende soldaten zelf. Uit de aard der zaak bepalen zij ten slotte mede ide geest die in het Tehuis heerst. Na volbrachte dienst is het voor vele soldaten een waar genoegen het Militaire Tehuis te kunnen bezoeken, al zal het niet zelden voorkomen, dat de godsdienstige sfeer niet de zijne is. Maar dat op zijn plaats latend is het van grote betekenis een rustig plaatsje te hebben, waar men zijn avond passend kan doorbrengen.

Evenwel het blijve een Christelijk Militair Tehuis. Men moet er niet allerlei vermakelijkheden en ontspanningen bij inslepen waardoor de sfeer geheel bedorven wordt. Dat zulks niet geheel denkbeeldig is kan blijken uit het Nijmeegs Dagblad van 9 Juli jl., waarin het volgende te lezen stond: „Zaterdag 21 Juli wordt in het Christelijk Militair Tehuis een toneelavond gegeven. Opgevoerd wordt: ,,Amor in de mosterd." Zie met dergelijke dingen gaat men de verkeerde kant op. Daarmee verliezen de Tehuizen hun karakter. Dan worden het verkapte schouvvburgen.

Het aangekondigde toneelstuk, de 'titel zegt het wel, is ongetwijfeld van een gehalte dat niet in de Tehuizen behoort. Allerlei kluchten en zot geklap, en toneelvoorstellingen van een dergelijk gehalte brengen in de Tehuizen een wereldse sfeer, die oorzaak is dat onze soldaten van Christelijke huize zich er niet thuis gevoelen en de Tehuizen de rug toekeren. Dergelijke toneelstukken maken de Christelijke naam te schande en maken de Tehuizen tot een aanfluiting van de wereld.

De naam Christelijk Militair Tehuis dient waarborg te zijn voor een werkelijk Christelijke sfeer. Wordt die er niet meer gevonden en toneelstukken als het gewraakte nemen de Christelijke sfeer helemaal weg, dan krijgt men de toestand, dat de vlag een alles behalve Christelijke lading dekt. In zulke gevallen doen onze jonge mannen het beste door de Tehuizen links te laten liggen. Op die wijze komt er een scheiding tussen de Chr.­Mil. Tehuizen en onze slodaten van Christelijke huize.

Maar niet alleen tussen die Tehuizen en onze soldaten, maar ook wordt het dan tijd, zo men die weg verder opgaat dat onze mensen hun steun onttrekken. Dat zou jammer zijn. We weten wel dat, wat we boven reeds opmerkten, veel afhangt van de huisvaders. Toch is het goed dat het Bestuur van de Bond voor Chr.­Mil. Tehuizen waakt voor het behoud van de Christelijke geest in de Militaire Tehuizen.

Als de Chr.­Mil. Tehuizen menen door allerlei vermaak onze soldaten te dienen dan hebben ze het mis. Onze soldaten zoeken een rustig plekje waar een Christelijke geest heerst. Vooral voor onze jonge mannen uit onze streken zou het jammer zijn indien de Chr. Mil. Tehuizen geheel gingen ontaarden en wanneer ze daardoor dn de garnizoenplaatsen van een plekje werden verstoken| waar ze in een rustige Christelijke sfeer na dfe dienst hun toevlucht kunnen

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 september 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Branden vernietigen jaarlijks f 24 millioen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 september 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's