Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Holsbergers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Holsbergers

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de late avond van die huwelijksdag (nachtwerk mocht het ook al niet worden, de caféhouder, van wie een zaaltje was gehuurd, stond er verbaasd van, hij had, zonder dat het hem was opgedragen, nachtpermissie gevraagd, want het gold toch een bruiloft en die duurde meestal tot drie, vier uur in de morgen) gingen Berend en Micke naar de aloude zaak en Harm en Tine trokken in hun gekochte woning aan de Noordkant van het dorp, waar alles in gereedheid was.

En de volgende dag begon het gewone leven. Precies op tijd stond Berend in de bakkerij, om met behulp van een pas verkregen knecht en de jongen, die er reeds een jaar was, een grooit deel van het dorp van brood en ander gebak te voorziien. En Mieke deed haar dagelijks werk en bediende de klanten in de winkel.

Er was niet veel veranderd. De mensen ontvingen het zelfde brood. In de winkel stond 't zelfde meisje, nu vrouw geworden. Alleen een knecht bracht nu het brood bij de klanten en niet Berend Janse.

De grootste verandering was voor Harm, die meer nog dan Tine aanvankelijk niet wennen kon aan de nieuwe toestand. Hij was geen man, om stil te zitten. En hij had ogenblikken dat hij wel naar de bakkerij terug wilde. Dan ging hij ook. Om tot de begrijpelijke ontdekking te komen, dat zijn diensten niet nodig waren. Alles liep als gesmeerd Hij had ook niet anders verwacht. Heel langzaam wende hij aan de veranderde omstandigheden, te meer, toen de dokter, die hij eens raadpleegde op dringend verzoek van Tine, hem meedeelde, dat hij Juist op tijd met werken was opgehouden. O neen (want Harm schrok geweldig) hij kon nog wel Jaren leven; hij kon wel honderd Jaar worden, maar hij was nu toch niet meer, zoals hij wezen moest. En dat lag, volgens de dokter, voor de hand. Iemand, die Jaren zo hard had gewerkt! En, dacht Harm bitter, iemand, die zo'n verdriet heeft van zijn ontaarden zoon Enfin, er was dan toch geen gevaar.

Enfin, er was dan toch geen gevaar. Nog Jaren kon hij leven. Welja, waarom ook niet! Die dokter kletste maar wat. Hij voelde zich heel fit. Natuurlijk niet als twintig Jaar terug, maar wie kan dat vergen?

Hij wende tenslotte aan 't nietsdoen en was al de dag verheugd, wat hij nu naliet telkens tot Tine te zeggen, dat zijn plannen toch prachtig waren uitgekomen: in de zaak was een Janse en welk een Janse! Geen een bakker op het dorp kon er tegenop. Die Berend ging zelfs eenmaal per week in Amsterdam, een cursus volgen, om zich te bekwamen in de banketbakkerij, zoals die eigenlijk gedreven behoorde te worden. En over enkele jaren, dat stond wel vast, had hij zoveel verdiend bij het kapitaaltje, dat hij bezat, dat de zaak geheel kon worden gemoderniseerd. Dat zou eens een pracht van een pand worden !Harm verkneuterde er zich nu al in. Hij wist niet, dat Berend en Mieke met enige zorg waren vervuld. Want nog geen jaar na hun huwelijk moesten zij constateren, dat het aantal klanten tei'ugliep. Het ging heel geleidelijk, maar het was: langzaam, doch zeker. Een verklar)ing voor dat wonderlijke feit konden zij niet vinden. Tot de oplossing van de vraag op ongezochte wijze kwam. De motor van de achteruitgang der zaak moesten zij zoeken bij de dominé die ijverig bezig was, om de mensen op te zetten tegen de kleine kerk, die aan de Achtei­weg tot stand was gekomen. Want het lokaal was enigszins vergroot niet alleen, maar er was een kerk geïnstitueerd. Er waren ambten ingesteld. Berend was een der betde diakenen. En er waren twee ouderlingen. En bijna elke Zondag kwam er een candidaat of een predikant. De dominé van Zaandam was consulent. Hij bediende de sacramenten. En nu moesten zij maar rustig voortvaren. Op Gods tijd zou er een eigen predikant komen. Het kon nog geruime tijd duren. Maar die tijd kwam. Want langzaam, doch zeker breidde de jonge gemeente zich uit.

Gelijke tred met die uitbreliding hield het wassen van de vijandschap, die de dominé van het dorp aanvuurde. Hier en daar ontsloeg een patroon zijn arbeider, omdat deze de kleine kerk bezocht.

Toen Berend en Mieke eenmaal lont geroken hadden, g­ingen zij nauwkeurig opletten, om tot de ontdekking te komen, dat de actie van de dominé die de harten veroverd had, omdat hij zich aan velerlei dorpszaken gelegen liet liggen, gevolgen haa voor de bakkerij en de winkel. Ook, dat die gevolgen meer en meer toenamen. De boeken wezen uit, dat de verdiensten tot op de helft ongeveer terugliepen. Op de duur kon het Harm en Tine

Op de duur kon het Harm en Tine niet verborgen blijven. Toen was er natuurlijk de ontstemming. Ze waren wel gek, om hun broodwinning te laten verlopen voor de kerk! Had hij. Harm, daarvoor zijn zaak afgestaan ? Moest nu Janse toch van het dorp verdwijnen?

Berend en Mieke hadden groot verdriet. Maar' daar was een aanstormen op de troon Gods, om uitkomst uit deze nood, die groter worden kon. De verhouding met vader en moeder smartte hen ook. Zij trachtten hun best te doen, om dlie niet erger te maken, maar Harm was niet best te spreken, hij zag zijn ideaal vervlieg­en. Janse was niet meer de eerste van het dorp. Berend was genoodzaakt, de knecht weg te zenden. Hij had geen werk meer voor hem.

Toen was het in eens vrijwel afgelopen. Een oude bakkerij, dich in de buurt van Harms waning, werd verkocht. Volgens zeggen aan iemand uit Amsterdam. Het heette, dat de dominé er de hand in had, maar de zegsman daarvan lag op het kerkhof. Feit was, dat de oude zaak zo goed als teg­en de grond werd gegooid en er een pand werd gezet, veel mooier dan Harm zich oo6t had kmmen dromen, dat zijn ­winkel zou geworden zijn, als Berend verstandiger was geweest en zich niet met die kerk had bemoeid.

Daar ging de faam van Janse! Weg die naam qp het dorp!

Ik ga hier' weg, zei Harm tot Tine. We verkopen ons huis en gaan ergens anders wonen. Dat kan ik niet z'ien. En hoewel node, volgde Tine. Dat heb Je er nu van als Je niet van

de middelmaat bent, verweet zij Mieke. Wat heb je aan vromigheid. Je ziet nou de gevolgen. In een paar jaar een bloeiende zaak zo goed al weg. Je haalt het nooit weer op, zelfs al verliet je die kerk, die jullie gek maakt.

Die kerk verlaten wij n|iet, moeder. Wat we zullen doen, weet ik nog niet. Berend en ik zijn aan het praten, want zo kan het niet blijven. We teren in. Maar de Heere zal het maken met ons.

Hij stort jullie in het verderf, zeide Tine.

Moeder! Nou Ja, we begrijpen, elkaar niet. Dat hebben we nooit gedaan. Dat komt van jullie gekheid. Het ging zo goed. Maar daar komen die lufi uit Zaandam

Ik ben heel blij, dat ze gekomen zijn, moeder. Want Berend en ik zijn voor de eeuwigheid geborgen. Dat is veel meer waard dan voor dit leven, waar8.an een eind komt. We zijn wel bezorgd, hoe het nu gaan moet. Maar niet zonder hoop. Want de Heere zal ons niet in de steek laten.

Tme haalde de schouders op. Harm dacht na over de woorden van Mieke, toch nog zijn lievelingskind, ondanks het gebeurde. Hij had haar vergeten, zijn streven te dwarsbomen. Zoals hij het wilde, zo moest het. Neen vader, had Mlieke gezegd, zo is liet niet. Wij kunnen plannen maken, maar God doet er mee, wat Hij wil. Hij alleen bepaalt hoe het zijn zal en niemand anders.

Harm en Tine vertrokken van het dorp. Alle aardig'heid was er voor hen af. Hij kon het niet zien, dat daar zo'n prachtig pand veriezen was, dat de bevolking trok. De bakker was goed ook, daar ging niets van af. Enige maanden later verkocht Berend zijn zaak. Met verlies. Maar dat kon niet anders. De ­w^inkel was verlopen. De bakkerij had zo weinig klanten, dat zij er feitelijk niet een behoorlijk bestaan in hadden.

Maar gemoedigd gingen zij naar Zaandam, waar een bakkerij was gekocht. De Heere zou met hen zijn. Hij is niet aan tijd en plaats gebonden. In Zaandam gingen de zaken uitstekend. Zij werden kennelijk gezegend. Omdat zij God niet verlaten hadden.

Hoewel Harm, die nog lange getuige was van de zaak in Zaai (Tline stier­f een jaar nadat ze Hols'^'» verlaten had) zich verblijdde a'er i succes van Berend en Mielce, kon MI toch moeilijk verkroppen, dat dooi » | eigen toedoen de zaak m Holsbei'S" verlopen. Het was niet nodig gew* bleef hij oordelen. ­, Wij waren gehoorzaam, zei MieW

Wij waren gehoorzaam, zei MieWdaarop komt het aan. Dat eist Gw'' | qns. In voor­ en tegenspoed P'* I maken, vader, is natuurlijlc goed. W' alleen, als wij God er in kennen en onderwerpen aan Zijn leiding­ Dat verstond Harm Janse nooit

Dat verstond Harm Janse nooit Want hij was en bleef een Holst)«" i een echte. Holst«';

Hij stierf ook als een echte Holst«'; ger: overtuigd, dat hij goed was e" het zijne had gegeven. EINDE.

Zeepost

Met de volgende .scheiden l<an «* worden verzonden. De data, waarop de coirespon^J^jj uiterlijk ter post moet ziJ" j,« staan, tussen haakjes, achter de van het schip vermeld: (21 A«»'J

(21 A«»'J Nieuw Guinea m.s. „Roet»iah" (1^ ', Antillen s.s. „Groote Beei l^'' , ,, (28 '^ Suriname m.s. „Stentor' '^^ ^^i. Canada s.s. „Rijndam" Australië s.s. „Groote Beer (16. (15 A«=

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 augustus 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Holsbergers

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 augustus 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's