Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verdrukten beschermd, de verdrukker verbrijzeld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verdrukten beschermd, de verdrukker verbrijzeld

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er bestaat geen groter vijandschap op aarde, dan tegen het genade werk des AUerhoogsten, hetwelk als vrije gift wordt geschonken aan een verloren Adamskind. In het Paradijs wordt reeds gezien dat de vorst der duisternis alles in 't werk gesteld heeft om het pronkjuweel der schepping van Zijn Formeerder te verwijderen. Was zulks geschiedt, dan zou de hel hebben gejuicht, doch de Heere ontfermde Zich over die diep gevallenen. En nu blijft het altijd het doel van de mensenmoorder van de beginne om, hetgeen de hemel gewrocht heefl in een van nature verloren Adamskind, te bestrijden dag en nacht. Vaak gebruikt hij mensen als instrumenten, opdat het naar God schreiend hart, weer in zijn net zou terugvallen. Zulk een instrument, een gevleesde duivel is Saul, de eerste koning van Israël. En wat was nu de oorzaak, dat, waar

En wat was nu de oorzaak, dat, waar hij voorheen David omhelsde en aannam als schoonzoon, nu de vijandschap ontvlamde in zijn hart? Omdat de vrouwen zongen: Saul heeft zijn duizenden, David zijn tienduizenden verslagen! En nu wendt Saul alles aan om dit uitverkoren vat te vernielen en vervolgt hem als een veldhoen op de bergen. Hij de verdrukker, verklaart David de oorlog en zal niet rusten totdat hij satans' werk heeft bevestigd daar hij door de geest uit de afgrond geleid werd. Saul heeft zijn schoonzoon verworpen, David neemt de toevlucht tot de Heere, van Wien hij alleen uitkomst en verlossing verwachtte. Niet alleen wordt Gods kind vervolgd door Saul, doch als hij met zijn getrouwen honger had en voor zichzelf en de Zijnen aan Nabal om brood en vlees vraagt, dan weigert Nabal dit te geven. Hij ziet in David een opstandeling. Welk een vijandschap wordt openbaar en zal zich blijven openbaren tegen het door de hemel bevoorrechte volk. Als men wat godsdienstig is, zullen de helse machten niet saamspannen, maar als het gaat om met de Heere verzoend te worden, dan spant de vorst der duisternis alles aan tot vernieling. Doch wdj zien dat ook David niet altijd

Doch wdj zien dat ook David niet altijd op zijn plaats is, want als de vijand eten en drinken weigert, grijpt hij naar het zwaard en wil zich wreken. Hij moet nog leren verstaan: ,,Mij komt de wrake toe. Ik zal het vergelden." En als de Heere ziet wat in Davids hart woont, dat satan hem aanport tot wraak en doodslag, dan nadert Abigail, die vernomen had wat haar man gedaan had en zij laadt de schuld op zichzelf. Zij haast zich dan ook, gedreven door Gods Geest om te geven wat Nabal geweigerd heeft. Doch wij zien ook dat haar ziel geen vreemdeling was van het verborgen leven met God en daarom spreekt zij neervallend tot David: „Wanneer een mens, wie hij ook zijn mag, opstaan zal om U te vervolgen en om uwe ziel te zoeken om te verderven, zo zal de ziel mijns heren ingebonden zijn in het bundelken der levenden bij de Heere uwe God." Hoe spreekt deze vrouw van de verdrukker, die niet alleen David ten doelwit heeft, maar allen die door genade, wedergeboorte en Godzalige bekering kunnen bespreken, waar de Heere hen vandaan gehaald heeft. Zij stort haar ziel uit, wijzend op Saul en Nabal en allen die de oogappels des Heeren benauwen. Haar woorden getuigen van hetgeen haar ziel verstaat. Maar zij spreekt ook door het geloof, zij weet, dat David en al de gekenden Gods, in het verbond der genade zijn opgenomen en dus te saam het bundelken zijn, dat door Gods eeuwige ontfermende liefde is saamgebonden. Welk een zegen van de hemel, eertijds gebonden met banden des doods aan de gevallen engel, en nu door Gods vrije genade afgehouwen van eigen dodetronk en voor eeuwig geënt in die dierbare Wijnstok, opdat zij allen in en met en door Christus één zouden zijn. Zij die in dat bundelken der levenden zijn gebonden, zijn ook gebonden op het hart van de enige Hogepriester en wat het voornaamste is, opgenomen in 's Vaders hart. De vrouw spreekt wat zij door het geloof weet, dat David een geliefd kind van God is en wijst tevens het eigendomsbewijs aan: „bij de Heere uwe God!" Maar ook verzwijgt zij niet de toe

Maar ook verzwijgt zij niet de toekomst van de verdrukkers. Uw God die U beschermt, zal uw verdrukker, de gevleesde duivel , voor eeuwig wegslingeren uit de holllgheid des slingers. Welk een vreselijke toekomst voor allen die Gods lieve volk benauwen, daarom lezer, strek uw hand niet uit tegen de ware kerke Gods, de bevoorrechten des Heeren! Want de Heere zal voor hen strijden en het wraakzwaard Gods zal op hen nederdalen. Dat hebben de vijanden Davids, de vijanden Gods ervaren, want hoe was het einde van Nabal? Een eeuwige smart. En van Saul? Een eeuwig knersen der tanden. Allen die het Sion Gods op aarde verdrukken, zullen eenmaal komen in de plaats der verwoesting, omdat een heilig God dezulken uit de slinger Zijns tooms voor eeuwig van Zijn Aangezicht verwerp. Hoe vrees­ Itjk zal dus de toekomst zijn voor allen die in het openbaar of in 't verborgen Gods erfdeel benauwd hebben, terwijl zijzelf wellicht als Saul geprofeteerd hebben, dus zich voordeden alsof zij Christenen waren. Dan aal het klinken uit Gods heilige mond: „Gij hebt Mijn volk verdrukt, gij wordt voor eeuwig weggedaan. Doch de verdrukten zullen eenmaal aanlanden in het oord der rust, waar geen benauwer meer zal gevonden worden, waar geen schijnvrome Gods werk zal kunnen betwisten."

De Heere geve, dat vele haters liefhebbers worden; velen die eertijds verdrukten veel knielwerk mogen ontvangen, opdat geen eeuwige verwoesting hun deel zij, maar ingebonden worden uit en door genade, in dat bundelken der levenden, om eeuwig in te kunnen stemmen met het lied van Mozes en het geslachte Lam. Ps. 113 : 4. M. Vetter.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juni 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

De verdrukten beschermd, de verdrukker verbrijzeld

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juni 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's