Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

7 December 1540: Paul Herrentszoon Leemplacker van Sommelsdijk, te Zierikzee levend verbrand

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

7 December 1540: Paul Herrentszoon Leemplacker van Sommelsdijk, te Zierikzee levend verbrand

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Droeve dagen voor Sommelsdijk 1517, 31 October.

1517, 31 October. Deze datum had Europa in beroering gebracht door de daad van LUTHER, die aan de slotkapel te Wittenberg zijn 95 stellingen had aangebracht en de gedachten daarin geuit waren voortgedragen van mond tot mond, ja zelfs van hart tot hart.

Voor ons land was het onder de machtige regering van de grote Bourgondiër KAREL V, die tot elke prijs een eenheid in zijn staten of landen wenste, waar dan ook op verzoek van de Paus aan de landvorst, order werd gegeven alle Lutheraanse geschriften te verbranden, waarmede echter de idee der hervorming niet werd vernietigd.

Om de „nye leere" te bestrijden werd een meer treffende bepaling nodig geacht en voor deze landen werd door de Keizer het eerste plakkaat uitgevaardigd 20 Maart 1521, houdende dat met geldboeten werden gestraft, zij, die ketterse geschriften bezaten.

Keizer Karel moest door anderen worden aangezet om deze plakkaten uit te vaardigen, waartoe zeer veel bijdroeg Alexander, een geneeskundig e­theoloogstaatsman en later zelfs kardinaal, die ook de vervaardiger was van het Wormser edict.

Hoewel de plakkaten eerst soepel waren, werd door Alexander bij de vorst steeds op strengere bepalingen aangedrongen, waarbij de laatste weer werd aangevuurd door Glapio, een verbeten Franciscaner, die overmacht op Alexander bezat.

Een strijd ontbrandde over deze kwestie tussen de vorst en de toen machti'ge steden, die eiken vorm van inquisitie afwezen, omdat het indruiste tegen de bestaande rechten dier steden welke in keuren en privilegiën waren omschreven.

Tevens kwam er onenigheid over de verbeurd verklaarde goederen der veroordeelden, waarover tenslotte werd besloten dat die aan de Keizer zouden komen.

De plakkaten werden evenwel steeds strenger en de stedelijke en dorpsmagistraten vreesden terecht voor revolutionaire handelingen des volks, waarom dan ook veelal getracht werd de nieuwe leer op een meer zachte manier tegen te gaan.

Hiertegenover stelden zich overal loerende monniken, die veelal de haat van het volk reeds bezaten om hun losbandig leven, en zich nu konden wreken op sommigen hunner vijanden, waarom dan ook menigeen door hen als prooi voor de inquisitie werd gesleept en door dezen ten viere werd gedoemd. Als eerste slachtoffers werden 1 Juli

Als eerste slachtoffers werden 1 Juli 1523 op de markt te Brussel Heindrick Voes en Johannes van Esschen levend verbrand en op 15 September 1526 werd op het buitenhof in Den Haag Jan de Bakker (Pistorius) op de brandstapel geleid om met de „viere" geëxecuteerd te worden. Er kwam een schrik onder de bevol

Er kwam een schrik onder de bevolking onzer landen, maar de plalïkaten dat geen ketterse geschriften mochten gedrukt worden bereikten juist het tegendeel, want binnen 10 jaren werden meer dan 30 uitgaven van de BIJBEL of gedeelten daarvan in NEDERLAND gedrukt en verkocht.

Het vuur was ontbrand en hoewel het in het eerst nog slechts een verborgen smeulen was, het zou uitbreken tot een onuitblusselijk vuur. De plakkaten werden steeds strenger en 26 September 1539 werd uitgevaardigd het plakkaat „verbiedende dat men voortaen niet toe en late iemand te prediken dan in de Parochie kerken en in de cloesters van de biddende oirden ofte Gasthuijsen van grote steden, daertoe geprevileert, op peune (boete) van gestraft te worden ter exempel van anderen."

Geen macht ter wereld, ook de plakkaten niet, waren in staat het prediken te weren en de gewezen pastoor van Witmarsum, Menno Simonszoon reisde door heel Holland en maakte ook proselieten in Zeeland op vele plaatsen en niet weinigen te Sommelsdijk.

Hierop volgde het plakkaat van Keizer Karel van 22 September 1540, inhoudende dat het verhandelen van ketterse boeken en geschriften verboden was, me de het lezen in de BIJBEL en dat alle die boeken en geschriften verbrand moesten worden.

Intussen werd ter zelfde tijd de Jezuieten­orde geïnstalleerd bij bul van Paus Paulus in aan Ignatius van Loyola verleend, welke er veel toe bijdroeg, bedoelde verboden geschriften op te sporen en degenen die zich aan de inhoud van het verbod in de plakkaten vervat, schuldig maakten, minstens voor de Raad van SCHEPENEN te brengen. Voor deze eilanden was 6 October 1540 een nieuwe Stadhouder benoemd, nl,

1. RENE VAN CHALONS, prins van ORANJE, wiens gebied zich uitstrekte over ZEELAND en VOORNE. In de ijver van de nieuwigheid was deze wel verplicht, aan de plakkaten enigszins de hand te houden, al was het alleen om enkele voorbeelden te stellen. Zo werden dan te SOMMELSDIJK

Zo werden dan te SOMMELSDIJK gearresteerd PAULUS HARRENTS­ ZOON LEEMPLACKER en ANNA JA­ COBSDOCHTER.

Waarschijnlijk zal het woord Leemr placker wel doelen op het beroep van dezen Paulus, daar familie­namen in die tijden zeldzaam zijn en zeker nog niet tot gewoonte waren aangenomen door het gewone volk. Een leemplacker was degene die in de huizen de muren en de daken bestreek, in de vorm als onze tegenwoordige stucadoors.

Door zijn beroep was deze man dan ook erg gevaarlijk voor de verbreiding van de nieuwe leer en moet het ons niet verwonderen, dat juist hij genomen werd om als voorbeeld gesteld te worden, opdat aan de uitbreiding van de hervormingsgedachte paal en perk gesteld zou kimnen worden. Beide personen werden gevangen genomen om naar Zieriksee getransporteerd te worden, daar SOMMELSDIJK resorteerde onder Zeeland zodat de berechting te Zieriksee plaats moest hebben.

Alvorens dit plaats vond werden zij ingesloten in de Grafelijke gevangenis, toen nog het 's­Gravenhof op de Balie (de naam duidt op gerechtsplaats) tegenover de Sint Lievenstoren, waar eerst door de roomse priesters zou worden getracht hen te overtuigen van het verkeerde en het duivelse van hun handeling doch zij hielden moedig hun eens ingenomen standpunt vast.

Veel te bewijzen was er echter niet want het proces spreekt alleen, van hun kwaad gevoelen aangaande het sacrament des altaars en de instellingen der kerk. Wat ook werd aangewend, Paulus Harrentszoon bleef onwrikbaar en kon zijn geloof niet verloochenen.

Geheel anders was het met Anna Jacobsdochter, die eerst nog twijfel uitsprak aangaande het altaar­sacrament, doch later een volledige schuldbekentenis aflegde en daarom ook veroordeeld werd tot een geldboete en om barrevoets, met een brandende kaars de processie van Sint Lieven rnede te maken op de dag van de naamheilige van de Stad Zieriksee (12 November.)

Geheel anders verging het Paulus Harrentszoon.

Hij werd veroordeeld om op 7 December „mit den VIERE levend geëxecuteerd te worden."

teerd te worden." Het was een droeve Zaterdag die 7den December van het jaar 1540. Al vroeg in de morgen kon men in de Stad bemerken dat iets heel bijzonders zou plaats hebben, want overal waren veel mensen te zien, veel meer dan er op de jaarmarkten aanwezig waren. Van Stad en eiland was alles op de

Van Stad en eiland was alles op de been en ook velen waren gekomen van de naburige eilanden, om mede getuige te zijn van deze uitzonderlijke en wrede executie. Op het oude marktplein, (toen al lang

Op het oude marktplein, (toen al lang niet meer als markt gebruikt, daar met de uitbreiding van de Stad ook de markten meer oostwaarts in de stad waren verlegd) stonden op dien kwaden Zaterdagmorgen, 's morgens vroeg al mensen te wachten voor het oude Gravenhof, om de straks aangevoerd wordende bende te volgen naar de gerichtsplaats. Niet aller harten waren één in verwachting, want sommigen waren tot berstens toe gevuld met diep leed en een stil gebed steeg uit hun ziel omhoog, dat er bij de veroordeelde toch standvastigheid mocht blijven. Anderen waren vervuld van een verbitterden haat en afkeer, terwijl leedvermaak de hoogste plaats in hun gemoed innam en er verheugenis was om straks de vlam men te zien kronkelen om een in, doodsnood wringend mensen­lichaam.

Toch viel er een diepe stilte in toen de voorpoort van het 's­Gravenhof werd geopend en de Balliu en zijn rakkers te voorschijn kwamen, waarbij de verschillende kleuren een scherpe tegenstelling vormden, omdat de Balliu en zijn helpers waren getooid met de kleuren van de grafelijkheid en de veroordeelde in het diepste zwart en als duivel verkleed werd voortgeleid. De beul schreed langzaam in zijn

De beul schreed langzaam in zijn vuurrode mantel, waarachter zich enig­e priesters en een groep van monniken in hun zwarte en bruine pijen aansloten. Met een bleek doch geen droevig gelaat en met vaste tred volgde Paulus Harrentszoon zijn begeleiders. Voor het noorderportaal van de Sint Lievens Monsterkerk werd door de priesters getracht of hij in het aangezicht van de dood voor de heilige hostie nog eer wilde betuigen, zichzelf te redden van de vuurdood, doch vast en onveranderlijk, zonder enige aarzeling was zijn antwoord: ,,NEEN!"

Verder voortgaande werd in de Middelstrate (meelstraat) nog geprobeerd of hij wilde buigen voor de H. Hostie, verborgen in het kastje van het altaar op het Stadhuis, doch onwrikbaar was zijn besluit. Nog trachtte een der priesters hem te bewegen eer te betuigen voor het Allerheiligste toen de stoet genadert was tot voor de Gasthuiskerk, doch hij bleef onverzettelijk. Met gemoederen waarin bitterheid ge

Met gemoederen waarin bitterheid gestegen was bij de felle aanhangers der oude religie en met een stil gebed om kracht voor "de veroordeelde bij de meest stille of geheime belijders der nieuwe leer, ging men langs de haven (oude haven) naar de Zuidhavenpoort, uit welks vensters de schutterswacht neerzag op de droeve stoet.

Na de ophaalbrug over te zijn gegaan sloeg men de weg in naar 's­Heer Lauwersdorp, waar achter de molen een plein was, waar de houtmijt was opgestapeld.

De Molenberg was geheel bezet met mensen, van welke hoogte men een overzicht had over het gehele executie­veld. De schutters moesten plaats maken voor de officiële personen daar het volk steeds sterker opdrong.

Op de plaats aangekomen trachtte men voor de laatste maal Paulus Harrentszoon te overtuigen van zijn verkeerde zienswijze en met ernstigen drang wees men op de gereed staande brandstapel, om men hem te bewegen zijn geloof af te zweren, doch tevergeefs. Standvastig bleef Paulus bij zijn mening en door haat verbitterd spraken alle priesters en monniken het ANA­ THEMA (vervloekt) uit. De laatste pogingen faalden en aan de Balliu werd het sein gegeven dat de executie voortgang kon hebben.

Deze gaf een wenk aan de beul, die de veroordeelde bij de arm greep en hem voor de ladder plaatste, waarna Paulus deze beklom, doodsbleek, maar toch met vasten tred. Op de houtmijt werd Paulus Harrentszoon vastgebonden waarna de beul van de brandstapel afdaalde en het vuur bij het stroo bracht. Dikke rookwolken stegen op en huizenhoog kronkelden de vlammen omhoog, ver boven het hoofd van de veroordeelde.

De schutters drongen achteruit, alsook de priesters en monniken, omdat zij de warmte van da laaiende vuurgloed niet konden verdragen. In korten tijd was aan deze wrede

In korten tijd was aan deze wrede handeling een einde gekomen en menigeen, zelfs van de goede aanhangers der roomse leer. moesten een traan van hun wangen wegpinken.

In SOMMELSDIJK heerste veslagenheid.

Men had een van zfln beste burgers verloren, wiens enigste vergrijp was da hij over zaken van de godsdienst een andere gedachte had dan de meesten van zijn dorpsgemeenschap. Bij de vrienden, van Paulus Harrents

Bij de vrienden, van Paulus Harrentszoon was diepe droefheid en grote blijdschap. Droefheid omdat men een standvastig belijder had verloren en blijdschap omdat GOD hem gesterkt had de zware gang naar de brandstapel, om voor Zijn Naam smaad te lijden, ja zelfs de dood te ondergaan. Bij de roomsen was ook blijdschap,

omdat er een van hun was terug gekeerd in de schoot van de kerk. Maar het uitgestrooide zaad bracht

Maar het uitgestrooide zaad bracht vrucht voort, zelfs meer dan dertig, zestig en honderdvoud. Want het bloed der martelaren was het zaad der Kerk. v. B.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 mei 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

7 December 1540: Paul Herrentszoon Leemplacker van Sommelsdijk, te Zierikzee levend verbrand

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 mei 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's