„Zij praatten zich dood....”
Een zeer bekend voorval uit het leven van Prins Willem van Oranje is wel de jachtpartij met de Franse Koning Hendrik II in het bos van Vincennes. De Koning en de Prins reden samen. De Koning een en al spraakzaamheid, de Prins (laarentegen zwijgzaam. Zo nu en dan gaf hij de koning een onbeduidend antwoord. Maar al was de Prins dan zwijgzaam, zijn oren had hij goed open. Op deze wijze kwam hij op de hoogte van de snode plannen die tussen Hendrik II van Frankrijk en Philips van Spanje werden gesmeed. Plannen, die gericht waren op handhaving van Rome's Kerk en de algehele uitroeiing van degenen, die de „vrije leer" waren toegedaan. Willem van Oranje was gewaar
Willem van Oranje was gewaarschuwd. Maar hij zweeg en bleef zwijgen tot de tijd van spreken voor hem was aangebroken. Het was dit voorval, dat aan de Eerste Willem de bijnaam de Zwijger bezorgde. Hij mocht die naam met ere dragen. Aan het bovenstaande werden wij
Aan het bovenstaande werden wij herinnerd toen dezer dagen in de dagbladen het bericht verscheen, dat de vroegere premier van de republiek Indonesia, Soetan Sjahrir, tegenover een journalist van het Amerikaanse dagblad „New York Herald Tribune" o.m. verklaard had:
„Wij zouden weinig bereikt hebben als de Hollanders ons niet enkele van hun domste, meest op een afstand staande en arrogantste mannen gestuurd hadden, die ik ooit gekend heb. Wij hielden onze mond dicht en lieten de Nederlanders praten. Zij praatten zichzelf dood. Niemand kon hun domheden aanhoren zonder te beseffen, dat zij geen moreel recht hadden om ook maar een kolonie te besturen."
Hoe geheel in tegenstelling tot hetgeen wij hierboven schreven over Prins Willem van Oranje is het oordeel van Sjahrir over de Nederlandse onderhandelaars, de Schermerhorns, de Van Mooks, de Van Maarsseveens. ,,Zij praatten zichzelf dood Wij hielden onze mond "
Welk een gewaarwording moet dit zijn voor degenen, die verantwpordelijk zp voor het beleid ten opzichte van Indonesië gedurende de periode na de laatste wereldoorlog. Vooral in kringen van de P.v.d.A. genoot Soetan Sjahrir groot aanzien. Zo herinneren wij ons bv. nog, hoe
Zo herinneren wij ons bv. nog, hoe destps bij de debatten in de Tweede Kamer over de overeenkomst van Linggadjati Mr Thomassen van de P.v.d.A. Dr Schouten interrumpeerde, toen deze de heer Sjahrir als zijnde revolutionnair betitelde. Mr Thomassen sprong toen direct voor de heer Sjharir in de bres. Het lijdt geen twijfel, of de heer Sjahrir zal ook bij de socialistische pers een slechte beurt gemaakt hebben; en dan vooral bij ,,Het Parool", dat Sjahrir meermalen als „de vriend van Nederland" heeft geschilderd. Nu, van zijn vrienden moet men het hebben. De waarheid van dit oude gezegde gaat ook hier geheel op.
Sjahrirs woorden kunnen nog zwarigheid genoeg voor de P.v.d.A. betekenen. Want hoe zal het nu gaan met het monument voor Prof. Schermerhorn ? Het was immers Koos Vorrink, die op een grote vergadering van partijgenoten, gehouden ter gelegenheid van het totstandkomen van het accoord der Ronde Tafel-Conferentie, zich voorstelde een Monument op te richten voor Prof. Schermerhorn? Dit vanwege de grote verdiensten, die de heer Schermerhorn van de Indonesische politiek zou hebben gehad. Hoe groot die verdiensten zijn geweest? Men leze er de woorden van Sjahrir nog eens rustig op na. Verder Iwnnen wij nog verwijzen naar de overeenkomst van Linggadjati. Die was, volgens de heer Schermerhorn, een unieum. Men zal in het licht van Sjahrirs woorden moeten erkennen, dat het ook inderdaad een unicum geweest is. De manier, waarop alles tot stand is gekomen is werkelijk zonder weerga in onze historie. Maar, wat het monument be- 'ett, misschien kunnen wij de heer Vorrink een dienst bewijzen. Wij wilden hem namelijk adviseren om bij het kiezen van het ontwerp voor een monument ook eens te denken aan het bekende beeld van de drie apen, die ho "!», zien en zwijgen tot uitdrukking tengen.
Inmiddels blijkt weer eens zonneklaar, «at degenen, die ten opzichte van de 'idonesische kwestie steeds een afvrijzend standpunt hebben ingenomen, om «" zij het funeste daarvan inzagen, ^w de feiten in het gelijk gesteld worva^^i ^°™is van Sjahrir kon wel eens »an historische waarde blijken te zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 mei 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's