Verkeersprobblemen op Goeree en Overflakkee
Vragen van het Statenlid de heer N. v. id. Brugge
Het lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland de heer N. van der Brugge (A.R.) heeft indertijd aan Gedeputeerde Staten vragen gesteld over het verkeersprobleem van het eiland Goeree en Overflakkee.
1. Is Uw College van oordeel, dat het verkeersprobleem van het eiland Goeree en Overflakkee in verband met een nood zakelijke ontwikkeling van dat gebied, ook al zijn de tijden veel moeilijker geworden, op afdoende wijze dient te worden opgelost?
2. Is Uw College bereid, ondanks de noodzakelijke investeringsbeperkingen, al het mogelijke te doen tot uitvoering van zijn voorstel in de Zomerzitting 1950 inzake de totstandkoming van een vaste oeververbinding met dit eiland, waaraan de Statenvergadering met algemene stemmen goedkeuring verleende?
3. Zo ja, is Uw College niet van oordeel, dat door de dreiging van nog hogere prijzen en de toename van het verkeer op de veerdiensten In 1950 met 30%, verwezenlijking der plannen zeer urgent is?
4. Is Uw College bereid, wanneer onverhoopt dit overleg met het Rijk met leidt tot de totstandkoming van een vaste oeververbinding met Flakkee, de oplossing van het verkeersprobleem op andere wijze te bevorderen?
Ged. Staten hebben hierop het volgende geantwoord.
Het college is van oordeel, dat het verkeersprobleem van het eiland Goeree en Overflakkee in verband met een noodzakelijk ontwikkeling Van dat gebied, ook al zijn de tijden veel moeilijker geworden, op afdoende wöze dient te worden opgelost.
Het college is bereid, ondanks de noodzakelijke investeringsbeperkingen, al het mogelijke te doen tot uitvoering van z^jn voorstel in de zomerzitting 1950 inzake de totstandkoming van een vaste oeververbinding met dit eiland, waaraan de statenvergadering met algemene stemmen goedkeuring verleende. De mogelijkheden worden thans echter mede bepaald door de noodzakehjke investeringsbeperkingen. Daarmede zal mitsdien rekening moeten worden gehouden. Onder dit voorbehoud kan het college toezeggen, dat het zal doen wat in zgn vermogen ligt om de totstandkoming van een vaste oeververbinding te bevorderen. Het college is van oordeel, dat de ver
Het college is van oordeel, dat de verwezenlijking der plannen op zichzelf zeer urgent is. Indien de prezen verder mochten stijgen, zou het te meer te betreuren zijn, dat het werk uitgesteld zou moeten worden. Indien mocht blijken, dat de totstand
Indien mocht blijken, dat de totstandkoming van een vaste oeververbinding voor geruime tijd uitgesteld zou moeten worden, dient overwogen te worden op welke andere wijze verantwoorde voorzieningen getroffen kunnen worden. O
VAN HET ARBEIDSBUREAU De Directeur van het Arbeidsbureau verzoekt de ingeschreven werkzoekenden, die werk hebben gevonden hun inschrijvlngskaart terstond ongefrankeerd aan het bureau terug te zenden. Daardoor bespaart men voor anderen werkloze dagen, omdat bij verzuim arbeiders worden aangewezen, die reeds werk hebben. I De Directeur, N. VAN DER BRUGGE
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 mei 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's