De zang der Begenadigden
„De levende, de levende, die, zal U loven, gelijk ik heden doe." ((Jesaja 38 : 19a)
De vijanden waren door het zwaard gedood en Hiskia was door de Heere verhoord en beschermd. Wel was hem de dood aangezegd, maar nadien het leven, want de Heere had vanuit Zijn heiligdom Zijn knecht horen piepen als een zwaluw en kirren als een duif. Neen, de Heere geeft de Zijnen geen stenen voor brood, maar neigt het oor tot hen, die uit ware vreze tot Hem roepen.
Hiskia, het levende kind van God, werd verlost van de dood en ontving het leven! Hij goot zijn ziele uit voor den Heere, vanwege de uitreddende genadedaad. Hij zegt niet, de geveinsden, de doden zullen U loven, maar: de levende, de levend-gemaakten zullen U o Heere, loven!
Bij Hiskia was er oorzaak en reden voor zulk een loflied, want hij was niet hersteld van zijn ziekte alleen, doch het voornaamste voor hem was dat hij nu wist dat de Heere al zijn zonden had vergeven en hem eeuwig in Zijn handpalmen had gegraveerd. „Gij hebt mijn zonden achter uw rug geworpen, roept hij uit. O eeuwig wonder der goddelijke genade, nu was zijn krankbed veranderd in een geestelijk wijnhuis, want nu wordt het hem geopenbaard waarin hij het leven kan vinden. „Bij deze dingen leeft men in dit alles is het leven mijns geestes".
Wat een verschil met het ziekbed eens goddelozen. Al worden die van een krankbed opgericht, maken ze 't veelal in het laatste erger dan in het eerste. De bekommerden daarentegen, die veel strijd en tegenheden hebben, roepen het vaak uit, mocht mijn ziel eens met Hiskia van die zaken kimnen spreken, om Christus hier op aarde reeds te verheer
lijken. Hier zijn het de verlosten die vanwege de rechtvaardigmakende daad het ware leven zijn deelachtig geworden, die met de koning kunnen spreken: „De levenden zullen tl o Heere loven, gelijk ik heden doe". Wat voelt hij een aandrang om dat leven, dat hij wel aanvankeUjk had ontvangen, doch nu in volkomen mate zijn deel was geworden, uit te dragen.
Hij wist nu dat zijn zonde waarlijk vergeven was, zijn ziel gered, en zijn naam geschreven in het Boek des Levens des Lama-
In de tent der rechtvaardigen is een stem des gejuichs en des heils. Was zijn ziel eerst als een belegerde stad, en riepen de vijanden: „waar is uw God" — ondanks deze tartende Satans-taal had hij het oog gericht op God, die hem niet wegstootte, maar verloste uit de enge band, die hem omknelde.
Het levendgemaakte, verloste volk spreekt niet uit de hoogte, maar vertelt alleen wat het van de Heere geleerd heeft en van Hem mocht ontvangen. Ziende op hun afkomst en afmakingen, doet het hen klein blijven. Wg leven in een tijd dat schier alle mensen uitgaan om te genieten maar Hiskia ging uit zijn huis om te zeggen, wat de Heere gedaan had. En gelijk nu de goddelozen en Farizeeërs zich uitleven en hun vijandschap openbaren bedekt of onbedekt, zo maakt het ware volk zich door hun spraak openbaar. Hiskia loofde de Heere uit de diepte zgner ziel, en zo mag een ieder bekend maken in wien hij zijn ziels-leven heeft gevonden, ook al is de taal in eigen ogen arm.
Velen mochten nog worden toegebracht om als een Hiskia God te loven, vanwege genade hen bewezen. En zij, die menen dat het wel met hen staat mochten worden ontdekt, om als gans verlorenen vanuit de onmogelijkheid te leren roepen om genade en geen recht.
Gelukkig die hier wèl worden gekastijd, maar dan als kinderen van eenzelfden Vader, tot hun eeuwig behoud. Eens breekt voor hen de tijd aan, dat zü hun Goël en Losser zonder stoornis zullen loven eeuwig en altoos. Middelharnis Vettef
Vervolg verslag Koninklijk bezoek aan Voorne en Putten en Rozenburg
Verder werd in de Végéhal het woord gevoerd door de hoofdingenieur A. van de Rijkswaterstaat belast met de uitvoering van de werken, de heer M. d Bruijn. Deze gaf een uiteenzetting van de motieven, die tot de afdamming van de Brielse Maas aanleiding zijn geweest en de vele voordelen van de land en tuinhouw, alsmede daardoor de aanwinning van grond. Ter toelichting werd een grote, op een bord aangebrach plattegrond gebruikt, waarop de belangrijkste pimten electrisch waren verlicht Daarna bracht H.M, een bezoek aan het in werking zijnde moderne motoren revisiebedrijf van de „V.E.G.B." N.V. en vervolgens aan de industriehallen op de tentoonstelling. r
Aan de KoninginJuliana school woonde H.K.H, een openluchtspel bij, getiteld „ En nu vooruit!" opgevoer door plm. 150 inwoners van Spijkenisse onder regie van Frans Spuybroek. He eerste deel voerde de toeschouwers teru naar het jaar omstreeks 1900, toen he dorp nog zijn zekere en vaste bestennin had in de landbouw. Door de verandering der tijden kwam een nieuwe vorm van bestaan, n.1. de Industrie, waardoor het boerendorp zich voelde bedreigd. De industrie ontwikkelde zic snel en ook de boeren gingen hun tijd begrijpen en begonnen hun bedrijven t mechaniseren. Zo werkten in Spijkenisse het oude en nieuwe, de boer en d industrieel samen, in constructief verband.
De Koningin genoot zichtbaar van deze openluchtvoorstelling en verliet daarna, toegejuicht door duizenden de gemeente Spflkenisse, om de reis voort t zetten naar Oostvoorne.
Een zegetocht naar Oostvoorne
Op de tocht van Spijkenisse naar Oostvoorne stonden op vele punten langs d weg mensen geschaard, om de Koninklijke stoet te zien voorbijtrekken en een glimp van H.M. de Koningin op te vangen, vooral bij Zwartewaal en Brielle. Op Oostvoome's grondgebied werd Hare Majesteit begroet door burgemeester H. A. van Voorst van Beest, waarna direct werd doorgereden naar he raadhuis. Hier had zich een pakkende mensenmenigte verzameld, die de Koningin luid juichend begroette. Bloemen werden aangeboden en vervolgens werd ten gemeentehuize de oorkonde getekend, waarbö de werken van de afdamming voltooid waren verklaard. Deze oorkonde zou 's middags in het monument op de af sluitdam worden ingemetseld. Bij de ontvangst in de raadszaal waren aanwezig de Wethouders en de raadsleden benevens vertegenwoordigers uit alle groepen der bevolking. De burgemeester sprak een kort welkomstwoord en dr Ir Joh. v. d. Veen gaf een uiteenzetting over de ontzllting van het water, waarop we later hopen terug te komen.
Op de afslultdam Een hoogtepunt van de dag was wel, dat Hare Majesteit met haar gevolg de Afsluitdam betrad, waar in tegenwoordigheid van personeel zowel van de Rijkswaterstaat, onder wie Ir N. Biezeveld, Ingenieur Ie klasse en H. van Zijl, Techn. opz. A. alsook personeel van de aannemersbedrijven, die de werken hebben uitgevoerd, de oorkonde in het monument werd ingemetseld. Dit monument staat op de plaats, waar de dijk werd afgesloten.
Naar Rozenburg Met het directievaartuig van de Rijkswaterstaat, de IJsbreker ,,Christiaan Bruinings" volgde daarna een vaartocht over de Brielse Maas naar het eiland Rozenburg. Daar werd de grote Uitwateringssluis door Hare Majesteit officieel in bedrijf gesteld. De stoet reed vervolgens naar het dorp Rozenburg, waar een officiële ontvangst op het raadhuis plaats had. Burgemeester Jhr L. G. Just de la Paisières hield een kort begroetingswoord en Ir G. C, de Lange, Adj. dir. van de Stedebouwkundige dienst in ZuidHolland gaf een toelichting op het ontwerp streekplan Brielse Maas. Vanaf het bordes volgde de Koningin de allegorische optocht, die het agrarische bestaan op het eiland symboliseerde. Enthousiast toegejuicht verliet Hare
Enthousiast toegejuicht verliet Hare Majesteit daarna via de Veerboot „Van Elzmga" het eiland Rozenburg, om vervolgens over Maassluis de terugtocht naar het Koninklijk Paleis te aanvaarden.
Begunstigd door het fraaie weer, is deze tocht over de eilajiden een ware zegetocht geworden en de Koninklijke belangstelling ten aanzien van de grootse werken die hier tot stand gekomen zijn, zal de bewoner« nog langen ttjd heugen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 april 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's