Folklore en taal!
Vandaag „boeren" we weer. JUlert over 't woord boeren zelf, dat m ^schillende betekenissen voorkomt. We aan eens „boeren", d.i. we gaan de geowen eens langs, we nemen de hele k eens op. De Zuidhollandse boeren -mn „we gaan bouwen". Hoe is 't »t den bouw. Dit betekent: hoe staat boel er voor? „Ze boere achter Oud- In" wil zeggen: ze hebben daar hun edrilt „Bo^re op klui (klei), boere op d" betekent: het bouwbedrijf uitoefeen Hie boert goed of slecht" is: het ^(Irii'f goed of slecht verzorgen. „Hoe er ie van de jaere?" betekent: Hoe lat het met de opbrengsten? „Kun je er of boere?" Een „goeien boer" haalt t z'n tioerderrj, wat hij kan, zonder Iet land „uut te boeren"; een „schoónen ler" zorgt voor het verwijderen van onkruid, een „vulen boer" laat het ehg tieren, een „groóten boer" heeft len flink bedrijf, een „keutelboertje" 'keuterboertje in 't Ned.) heeft een klein ledrijf; hij werkt met één paard of laat iet „paerrewerrek" doen door de ,,klapeper." Men zegt dan, dat „die voor z'n «It" . .. ,.
«It" . .. ,. De meen liggen in rqen (m reen) en ,'n rij noemt men een wend; men jreekt van 't eerste, tweede en dorde lend. Men zegt altijd: hie was een weningte van m'n vandaan," nooit een leetlengte. De landwegen naar het ^ïeede en derde wend heten in Goeree lejen (enk. de lieje), in Flakkee dreven [enk. de dreve). De op- en afrit van ' m dijk noemt men het „oprel."
Een lezer schrijft me, dat men het oploegen in Flakkeee „kantveure" noemt. len begint dan in 't midden van de leet. De eerste voor ploegen heet: een schiejte. Het neêwaerrtofploegen jemt men rikveure. Ook wees men er ie op, dat wat ik „riezinge" noemde. lakkees is, in Goeree zegt men het lester van de ploege. Een gewezen boemarbeider gaf me ook nog wat on- _midsoorten op: kroontjeskruud (wolfs- 'melk), tasjes (het tasjeskruid, in Goeree poUepeltjes genoemd), korendansers (de zwarte nachtschaduw), pispotjes (de akkemnde) en natuurlijk broenetels (brandnetels). Hij gaf me ook op: »ödbeèn, leugers, een plant met paarse bloemen waar de hommels verzot op Jijn, waeterroosljes, een laag plantje met tte bloemen. Wie helpt me aan de icii. namen?
Ook kreeg ik nog een paar gezegden: mot op je eigen joötje bluve", d.w.z. moet je met je eigen zaken bemoeien met met die van een ander. 't Ister eên van de gripskante" voor in onecht kind.
„'t Land mot pokke in maezele" d.w.z moet er wat op vriezen en regenen, moet van alles meemaken net als de lerne kinderen.
Vroeger liet men om de zoveel jaren in stuk land braak liggen, dus onbeluwd. Men noemde dat de „braeke" en boer „braekte" zo het ene stuk na 't idere. Nu doet men dat niet meer, 't is iproductief, men kan immers künstlest geven. De „braeke" werd een paar iren goed geploegd en geëgd, wat gun- 'ig was voor de structuur van de boim en de verdelging van 't onkruid, laar zo'n braakleggend stuk land le- We geen prettig gezicht op te midden ir met gewassen bedekte velden. „Hie mar deur een ekster op 'n braeke ge lete" betekent: hij is maar ergens idaan gekomen en doet vrij groen. Coeree zeggen ze: hie is mar ievers !o6t estove, zoals sommige voorwerpen in 't strand.
De boer moet zijn land „misse" (mes- ") met „stahnis" of „Kunstmis", vroeook met „straetmis". De „misput" lestvaalt) wordt leeggereden met iswaegens"; vaak in de zomer als er n „paerewerk" is en in 't land legt jen de „mishoop". Is het gewas van land, dan wordt de mest over 't land iteden, d.i. er worden kleine „hoapjes" imaakt en daarna wordt „het mis" or de arbeiders „gespreêd" en door de lechts „ongereploegd." Het woord lisse" kan op 't land betekenen Ie de ist uit de stal halen en op de „mispit" ingen; 2e de mest wegrijden — de 'echts binne an 't missen"; 3e het land .esten — „ik misse dit of dat stik dt jaere." Aan de geweldige stank een schuit straatmest herinnert nog pds het gezegde: „Die stienkt als Taetmis." Van de kunstmeststoffen »ruikt meu chili of „zout" (chilisal- ^er), super (superphosphaat), kali ' Sommige boeren houden van fli loute".
STu de verschillende gewassen, allera^st de granen.
en verbouwt op het eiland: tèrreve fwe), geerste of garste (gerst), roghaever en tingeltèrreve of heintjes 'eve (d.i. baardtarwe met korte kafjaJden). Vroeger werd het koren me nand gezaaid, nu „mit de mesiene" 'het mesien". De gewassen komme d' a uut" (kom,en goed op) zegt men e terreve haert al" betekent, dat d n zichtbaar worden; bij de have Jf ,* i»en van „plumen". Men onder "««•« „zeumer en winterkoren."
"'' ^«repels (aardappelen) worden t!,. ' . **' gepoot); men neemt „poot stukgesneden grote aardappelen LVeuier verbouwt men: peen of .su ^ / \ (suikerbieten), joapjespee fjeaerbieten), paerepeen (grote gel gteien voor de consumptie), cichore l«n (erwten), boónen, zaed (koolzaad f Biauw maenzaad, juun (uien) en sjer J;.f„ 'äjalotten). Meê (meekrap), di aLrn7 I^*^ verbouwd werd, komt no ^t^üisch voor. Sommige boeren tele i^og vlas.
Weger werd alles met de hand ge ;,' "^«^genwoordig gebruikt men a "Wiejmesientjes." M'n binne d' vandaege driejmel deurheen eweest" wil zeggen: we hebben vandaag drie joetjes gewied. De juun wordt dikwijls „om den dorden gegeven, d.w.z. de arbeiders krögen voor het wieden der uien een derde deel van de opbrengst. Ze wieden vaak in „aevendschoof jes", ^.i. in hun avonduren. Een lelijke ziekte in de uien is de „kroeg" (kroef, veroorzaakt door het kroef aaltje). Soms „verkroegt" een groot deel van 't gewas.
Nu over ,,den oest" (oogst), meestal alleen gezegd van 't koren. ,,M'n oeste vandejaere laete" we oogsten dit jaar laat.
Het koren werd vroeger met de hand gesneden met de „zekel" (sikkel). Een paar handenvol was een „schoave" (schoof). Eerst liet men het korter of langer „in de stoppels ligge", dan ging men „opbinden" en „hoape", vroeger 10 schoven op een hoop. Als het dan goed droog en rijp was, werd het „binnenehaeld". De knecht „leit het voer", eerst vult hö de wagen aan tot de ladders, dan „zet hö voor en achter op, legt een paar rijen schoven over de burries en gaat „anharte", d.i. in 't midden met schoven opvullen. Zo gaat het door. De „opgever" geeft hem met een vork de schoven aan, en hij bouwt het „voer." Is het helemaal klaar, dan wordt de „pongerboam" door de „gek" (de houten ladder vooraan) gestoken en met behulp van de ,,pongerliene" wordt de ,,pongerboam stevig op het voer getrokken en vastgezet", zodat er geen schoven van de wagen kunnen vallen. Bij het veiTijden van de wagen roept de opgever „zit vast" en de paarden lopen door naar de volgende hoop. Is het erg druk dan wordt het koren „gemend" mit een stoönde waegen," d.w.z. de knecht rijdt de wagen in de schuur, de paarden worden overgespannen en hij gaat een nieuw voer halen. Het staande voer wordt onderwijl gelost.
Een voer „lossen", d.i. afladen. „Den ofsteker" geeft de schoven ,,an den ansmakker", die ze toewerpt „an den taslegger". Meestal zijn meer „ansmakkers" nodig. „Den taslegger" tast de schoven op „in den tas", d.i. de bewaarplaats in de schuur, gewoonlijk op 't hoo.i Later wordt dan gedorst. Tegenwoordig gaat men anders te werk: het koren wordt gemaaid en gebonden door de machines en vaak al in 't land gedorst. Spreekwoorden: „Je heit nog groen koren te velde"
„Je heit nog groen koren te velde" zegt men tegen mensen, die gauw hun oordeel klaar hebben over de opvoeding van de grote kinderen van anderen, 't Wil zeggen: wacht maar eens af, tot je eigen kinderen volwassen zijn. „Den oest is mar schroal',' d.i. er is maar weinig verdiend, de zaken leveren niet veel op. „Zit vast!" d.i. je kunt verwachten,
„Zit vast!" d.i. je kunt verwachten, dat er moeite of narigheid komt: je kuni; stijfstaan. „'t Go6t niet mit een stoönde waegen"
„'t Go6t niet mit een stoönde waegen" zei moeder vroeger, als we wat haastig aten, d.w.z. doe het maar kalmpjes aan. „Je kunt allicht wat opmenne", d.i. je kunt licht wat opsteken, leren, als je je oren maar openzet.
Als vroeger het koren gesneden en op hopen gezet was, mochten arme mensen komen „lezen", ook als al het koren van 't land was. Ze raapten de op de grond liggende aren op en probeerden zo, wat koren voor de winter te winnen, 't Was meestal het werk van vrouwen en kinderen. Tegenwoordig ziet men het niet zo veel meer.
Men begrijpt nu ook het spreekwoord: „Hie heit nog al aerig wat opeleze", d.i. hij heeft flink wat bij elkaar gekre gen. En ook, als de dag na een feestje of partijtje gevraagd wordt: ^^Ister nog wat voor de lezers?"
Het bestuur van de Stichting „Streekmuseum GoereeOverflakkee heeft mij gevraagd een lezing te komen houden op het eiland. We zijn nu overeengekomen, dat ik op Vrijdaig 11 Mei 's avomds halt aoht in hotel Spee te Sonunelsdjyk voor belangstellende eilandbewoners spreken zal over „Folklore en taal." Het verheugt me zeer, dat ik nu ook mondeling toe kan lichten, wat de bedoeling van de folklorebeweging is en hoop vele vragen van de aanwezigen te mogen beantwoorden.
F. DEN EERZAMEN, • Wassenaar.
Haak-in-actie voor de kankerbestrijding
De Motor en Autoclub Goeree en Overflakkee heeft het initiatief genomen en organiseert in samenwerking met Voetbalvereen. Flakkeee, Kon. Muziekvereen. Sem(pre Crescendo, Oranjevereen, van M'harnis Gymnastiekvereniging M'harnis, Meisjesvereen. enz. voor Hemelvaartsdag 3 Mei a.s. een feestmiddag, waarvan de baten geheel ten goede komen aan de Kankerbestrijding.
Het devies is. Iedereen doet luiakt in op Flalkkee. mee en
Eelangloze medewerking wordt welwillend verleend door B. en W. van Middelharnis, de plaatselijke couranten, particulieren," zakenmensen en middenstanders.
Goederen en of gaven, welke men beschikbaar wenst te stellen buiten de dorpen Middelharnis en Sommelsdijk (in genoemde gemeente wordt zaak voor zaak bezocht) kunnen bezorgd worden bij de voorz. der Motorclub dhr L. Tamboer Prins Hendrikstraat 19 Middelharnis, Tel. 630 Middelharnis of bij de secr. dhr G. W. H. Esselink, Ringstraat 21, Sommelsdijk, Tel. 163 Middelharnis.
Voor Dirksland gelieve men zich te vervoegen bij dhr W. Kardux Poldersweegje, Dirksland.
Wil men dat de cadeaux afgehaald worden, dan gaarne even een berichtje en er wordt voor gezorgd. Het programma is:
1.30 uur nam. Motoren en Auto's verzamelen op het Beneden Zandpad bij Pordgarage te Middelharnis.
Pordgarage te Middelharnis. 2 uur nam. Vertrek, en file een bezoek aan enkele dorpen.
3 uur nam. gezamenlijke intocht op het feestterrein Concordia te Middelharnis.
3.30 uur nam. accelleratieproef automobielen.
4 uur nam. wedstrijd met hindernissen voor motoren, bromfietsen en fietsen. Er wordt een voetbalmatch ingelast door Flakkee. Muzikale begeleiding. Kon Muz. Vereen. Sempre Crescendo.
Schitterende prijzen voor winnaars van de wedstrijden. Grote verkoop of verloting van de be
schikbare gestelde goederen op het terrein. Opgave voor deelname aan wedstrij
Opgave voor deelname aan wedstrijden aan de heren Tamboer, Esselink of Kardux voornoemd of aan de start. Inschrijfgeld auto's ƒ 1.—, motoren ƒ 0.75, bromfietsen ƒ 0.50, fietsen ƒ 0.25 Entree op het terrein ƒ 0.50. Iedereen idoet mee en haakt in op Flakkee.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 april 1951
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's