Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Folklore en Taal!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Folklore en Taal!

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In no. 4 heb ik iets over 't ,,boeren behandeld en zou dat in no. 5 voorzetten. Het lijkt me echter beter daa nog even mee te wachten en eerst no eens duidelijk te maken, hoe de lezer m.e kunnen helpen. Het is me nl. gebleken, dat er voor deze materie veel belangstelling bestaat, ten eerste uit d vele en vaak aardige brieven en te tweede uit mondelinge gesprekken b myn Paasbezoek aan het eiland.

„De gullen goö mit 't aes vort" d.w.z. de onkosten ztjn groter dan d verdiensten. Gullen zijn kleine kabeljauwen, schreef een Dirkslander mi 't zijn kleine schelvisjes zei een Goereeër. Ik heb er nog eens naar geïnformeerd bij een visserman en deze zei me dat het eigenlijk een apart soort visse zijn, die meer op schelvissen dan op kabeljauwen Itjken en vaak voor klein schelvissen gehouden worden. In iede geval is het spreekwoord duidelijk. Enkele lezers wijzen er op, dat het dialect niet goed weergegeven is. Het i moeilijk alle Goereese en Flakkees klanken door tekens weer te geven. D ee in been wordt uitgespi­oken als d ee in heer, daarom zette ik daar een accent op, zo Is er verschil tijssen de o van boóne en koóle en die van spook kolen; de eerste is de oo van 't ned hodren; als de zetters de accenten kunnen zetten, is er al veel gewonnen. D o van lopen, kopen klinkt als oa i voader ('t Eng all, hall, enz.)

Dan zijn er lezers, die de taal en d uitspraak ruw en onbeschaafd vinden De Flakkeese uitspraak is in vele opzichten nog gelijk aan die van onz voorvaderen en veel ouder dan die va het tegenwoordige Nederland. Voader diek, kieke, ruke zijn niet onbeschaafde dan vader­, dijk, kijken en ruiken. Beschaving is een kwestie van het hart van de ziel, van fijngevoeligheid in he gedrag ten opzichte van de medemens Wie platte taal gebruikt met de bedoeling grof te zijn kan men onbeschaaf noemen; hou je smoel, je bent een schijthuis, zijn grof, maar als een boer of buitenmens spreekt over 't ,,vreêten" en „zupen" van zijn paard, is het niet a grofheid bedoeld. Zegt Vondel niet van de oude burgemeester Hooft dat hi nooit het bloed der armen zoop en da een bloem de morgendauw heeft gezopen? In de taal verschuiven de woorden 't Kind mot pisse, zegt men nog vee op 't eiland; netterC?) is: 't kind mo piese, maar nu hoort men steeds mee 't kind mot plasse, een plasje doewe enz. 't Gaat precies om 't zelfde, maa telkens komen er andere woorden voor die mode worden, dan plat gaan lijken en weer verouderen. Er zijn honderden termen: zich even verwijderen, even weggaan, even naar tante Meyer, even nae 't huusje, nae de W.C., enz. Wie een krulletje meer dan een verrekensstaer wil weze", zegt: naar de Wë, of naar de dubbeljoesie, wat dan Engels moet verbeelden. Voor een grote boodschap doen zei mij vroeger schijten. Waarom is da mooie Nederlandse woord zo in dlscrediet geraakt? zei Professor Verdam eens op zgn colleges, „'t Paerd schie niet", zegt de boer. Alle uitdrukkingen voor deze functies verschillen niet in betekenis, alleen in gevoelswaarde. In de Bijbel lezen we, dat Saul zijn voeten dekte en op 't eiland „gaen ze mi den broek of", waarbij ook de voeten gedekt zijn; Hildebrand gebruikt in de Camera Obscura de uitdrukking: een knijpbriefje afgeven. Voor: aan de dlarrhee zijn, zegt men in Goeree: ,,die is an den ofgangh", of ,,hle is an den dinnen" of „hie loopt zo6 wat leeg." Ik stel er prijs op, dat men alle uitdrukkingen noteert, ook al, omdat er in de oude gezegden nog zoveel woorden voorkomen, die vroeger een andere betekenis hadden of totaal verdwenen zijn. Sma wag vroeger klein, precies als nu nog in 't Engels. De smalle gemeente waren de armen en in de Ruyters levensbeschrijving door Brandt lezen we, dat zijn moeder Allda Jans tot de smalle gemeente behoorde. Op het eiland noteerde ik: „je zal er mar smalle stronten van schiete", d.w.z. je zal er niet te veel door te eten krijgen, je zal maar slecht weg komen, (hier is smal ook klein.) De vorige keer had ik het over wat

De vorige keer had ik het over wat samenhangt met de geboorte van het kind. Een vrouw wees er me op, dat een minne eigenlijk een vrouw was, die het kind zoogde, wat vroeger nog al eens voorkwam in de gegoede stand; de dames waren bang haar figuur te bederven en probeerden daarom een vrouw te krijgen, die haar melk aan de kleine gaf. De baker heet nu nog wel: „de droage minne", wat nu wel duidelijk is. Gaan de vrouwen op „kraemannies" (de mannen krijgen een „brandementje") dan zeggen ze meestal: „m'n komme es kieke of den kleinen al epist heit." Net als overal willen de jongens van 't eiland een meisje en de meisjes 'n „joon". Ze zoeken dus contact, soms al kuierend over de straat, maar nog vaker op de wegen en „gorskanten". „Een vrlejoazje van de gorskanten" is nog maar een losse kennismaking. Heeft een jongen zin in een meisje, dan begint hij er „an te puken", d.i. hij zoekt toenadering. „Ze loape mit menkoare", „'t is een pruke", 't is een span, Jan vriet mit Koos je", zijn de gewone termen voor de aanduiding van een vrijerij. Vroeger was de Kermis (de Kerremse) de gelegenheid voor de kennismaking, ledere jongen vroeg een meisje „om Kerremse te houwen" en heel vaak was die kennismaking erg intiem, want als de drank is in de man is de wijsheid in de kan.

„Geen pannetje zo slim (scheef), of deer past een deksel op", zegt men wel, d.w.z. ieder komt an de man. „Ieder heit zijn liefje lief, al is ze nog zcö besnot." Heel vaak wordt er gewacht met trouwen, tot het niet langer kan worden uitgesteld, „'t Is een motje, zeggen ze dan.

Dan komt de ,,bruloft". De „brulofters" worden genodigd, vaak in groepen en leder brengt zijn cadeautje mee. Mijn oude kennis uit Den Haag schrijft me het volgende:

De „komme" is een oud Ouddorps gebruik bij bruiloften. Men nam een mooie spoelkom, vulde die met brandewijn en suiker en gooide er stukken beschuit en bruidsuikers in (dat was „brandewlen mit brokken"). Men liet die kom dan een paar uren staan en presenteerde dan de gasten, die allemaal met dezelfde lepel ,de zogenaamde ,,smoellepel") een schep namen. Erg hygiënisch was dit niet, maar het ging voor de pret." Tot zover de briefschrijfster, die nog zo'n lepel in haar bezit heeft. Men begrijpt licht, dat er velen dronken werden, als het presenteren wat vaal: herhaald werd. „Van een bruloft komt een bruloft", is al een oud gezegde. Zijn er nog niet van die kommen en lepels in Ouddorp? 't Zou wel aardig zijn voor het folkloristisch museum.

Ik had het in het vorige stukje over 't ploegen. Vroeger stelde men er een eer in om de voren kaarsrecht te maken en af en toe werden er ploegwedstrijden gehouden. De oude Teun van der Wende in Goeree had een tabaksdoos met inscriptie, als eerste prijs behaald. Ik heb als jongen die doos meermalen gezien; misschien zijn er nog meer en kan het Museum er op een beslag leggen „voor geld en goede woorden." Ik vermoed, dat na deze uiteenzetting

Ik vermoed, dat na deze uiteenzetting eventuele helpers nu wel weten, hoe ze kunnen meewerken en verwacht een stroom van brieven. Ik eindig met dit versje in die „platte

Ik eindig met dit versje in die „platte taele".

Al bingk jaeren vort van 't eiland. Toch hou Ik er altied van; Mit z'n bouw­, in tuun­ in weiland Trekt het mien nog wonder an.

Mit z'n polders in z'n dieken. Mit z'n wegen dwars deur 't land. Weer je voaxde vort kan kieke An je rechse en Uenkse kant. Ploege, elje, pote, zoaje,

Ploege, elje, pote, zoaje, Blokke, wleje, noem mar op. Laeter oeste, snieje, moaje 't Eêne voUegt 't oare op.

In de weijen loape koeien, Paeren in het jonge veê Alderhande planten bloeie, 't Liekt soms 't wèrrek van een feê.

Mar het meest houw'k van de mensen. Stille werkers 't heêle jaer. Deerom kangk niks beters wensen Dan dat God uus eiland spaer". F. den Eerzamen. Wittenburgerweg 32, Wassenaar

Clandestine zenders opgespoord

De opsporingdienst van P.T.T. heeft in samenwerking met de gemeente­polltie, tijdens een razzia te Haarlem, een zestal clandestiene zenders opgespoord. De zenders werkten op golflengten van 40 en 80 meter.

Procesverbaal werd opgemaakt tegen de 22­jarige H. V., wonende in de Zanenlaan; de 21­jarige Th. W. N., wonende in de Heussenstraat; de 18­jarlge A. V., wonende in de Weltevredenstraat; de 31­jarige P. W. B., wondende aan de Rijksstraatweg en de 21­jarige J. v. E., wondende in de Sü­iusstraat. Het zendmateriaal is in beslaggenomen. -O-

Kkrkelijke herdenïong bij het philips jubileum

De Protestantse kerken in Eindhoven hebben in gemeenschappelijk overleg besloten op de morgen van de Tweede Pinksterdag bid­ en dankdiensten voor de arbeid te houden, in verband met het 60­jarig bestaan der N.V. Philips. Er zullen kerkdiensten worden gehouden in de Ned. Herv. Kerk, Geref. Kerk, Chr. Geref. Kerk, vanwege de Baptisten Gemeente en een gecombineerde dienst van de Remonstrantse­ «i Doopsgezind© GemMntan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 april 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Folklore en Taal!

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 april 1951

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's