Holsbergers
Op school was zijn oude natuur reeds »."f.^^ergekeerd. De onderwijzers hadho™ V ®'"^® 'aad het besluit genomen, WfcfM *^ laten liggen. Hfl was ^lucnt voor hen. En eigenlgk had Al !r, ^\ het land aan. Want nu had hij *^,, P'^zier van zgn streken. ^een voor mijnheer Zomnevijle had "Benig respect.
Maar die was toch blij, dat die last ^3t de zesde klas doorlopen had en naar oe bakkerij toog.
Wat v"^^^® dan wel eens zien, of Janse slimJ r^ bengel zou maken. Van die
ftiall^«™ zou dat wel eens in orde der 7 ^. !*^^ ^"^^^^ «>1« aan zijn va Wldr ,!l<. . hÖ geen bakker worden zou hH !i^ ^arm er hartelgk om. Dat tan u ™K>aken. En niet die kwajonbirJTCn 0. t*erg zou een echte Janse zoon?' ^'^^ zeker een eigen
«tel*S^ ^^ ^^^ "^acht, voelde hg de se. Er i;„?J^''' ^^® jongen was geen Jangf^r kwaitt niets van terecht. "™ hS zou en hg moest. Zo'n kwajongen was toch zeker wel te breken?
Hoofdstuk VIII.
Plannen malten en doorzetten.
Het was een klein gezelschap, dat vergaderde in het loka^ naast de kerk. De werkers in de Evangelisatie. Die besprekingen hielden. Dominé Wierman was ditmaal voorzitter. Een volgende maal was dat dominé Zelleven.
In de plaats zelve had de Evangelisatiearbeid een grote vlucht genomen. Het werk, jaren geleden begonnen door Prof. Lindeboom, toen nog predikant, was steeds voortgezet, de ene tijd intenser dan de andere, maar stilgestaan had het nooit. Het werk was gezegend. Velen waren uit de wereld getrokken tot Gods wonderbaar Licht. Tot de gemeente waren velen toegebracht, die zalig werden. Thans werkten er in de Evangelisatie kleinkinderen van hen, die vroeger vflanden Gods waren en leefden naar het goeddunken van him eigen hart.
„Werp uw brood uit op het water en gij zult vinden na vele dagen." Dat woord brachten de werkers in toepassing.
Zij stoorden zich niet aan tegenwerking, die er heel veel was. Zjj gingen van dag tot dag op stap en predikten in heggen en velden, midden in de stad en in de buitenwijken. Zij verspreidden hun comanten en tractaten. Zij deden onvervaard huisbezoek. Er was, onder leiding van de beide jonge predikanten, een opgewekt leven. Er was een drang, om aan een in zichzelf verloren wereld het heil van Christus te brengen.
„Gods Woord keert niet ledig weer." „Het zal doen, wat hem behaagd". Zij hadden het zaad te strooien; nat te maken. De wasdom zou God geven. Tenminste bij het zaad, dat niet verstikte, omdat 't geen diepte van aarde had. En het zaad, dat de vogelen des hemels oppikten, was ook weg. Maar er bleef ander zaad over, dat vrucht droeg, honderd, zestig, dertigvoudige vrucht. Zij hadden er de ervaring van. En die bemoedigde bij de vele, vele tegenslagen.
Al meermalen was terloops ter sprake gekomen de vraag, of er ook eens niet iets moest gebeuren in de dorpen in de omtrek, waar een knekelveld vol dode doodsbeenderen gevonden werd. In al die dorpen was geen sprankje godsdienstig leven. Daar was een kerk, die zo nu en dan eens geopend was, om een tiental mensen binnen te laten, die gevoed werden door een moderne predikant van braafheid en deugd. Dat klopte. Want de mensen voelden zich heel braaf en heel deugdzaam. Dus sprak de dominé naar hun hart. Maar de meesten hadden heel geen dominé nodig. En zo waren er dorpen, waar wel een kerk stond, maar geen dominé aanwezig was. Dominé Zelleven wist eigenlijk niet goei wat het beste was: geen predikant of wel een predikant, als het Woord Gods toch niet werd gebracht... Huisman, die al zijn vrije tijd uitbuitte, om mee te werken in de arbeid en die enkele dorpen heel goed'kende, had er meermalen over gesproken. Holsberg te gaan bewerken. Maar men had de bezwaren opgesomd: onbekendheid met de mensen en de werkers ook onbekend; een burgemeester, die allicht niet zou medewerken en aij moesten toch toestemming hebben voor de straatprediking; in de eigen omgeving waren ze toch ook noig lang niet klaar.
„Neen," zei Huisman met de taaie volhardendheid van een Fries, want hij was uit Friesland afkomstig, „we zgn hier nooit klaar, dat weet ik wel. Maar de vraag is, of wij de omgeving braak moeten laten liggen. Wie zal zeggen, of er hier of daar niet een onwetende, hongerige ziel is?" Daar was het bij gebleven.
Daar was het bij gebleven. Maar Huisman had niet stilgezeten. Hij had terzijde vernamen, dat de nieuwe burgemeester van Holsberg stamde uit een liberaal geslacht, dat niet geheel afkerig was van de godsdienst, er in elk geval niet vijandig tegenover stond.
Op eigen houtje was hij naar het gemeentehuis gestapt en had de burgemeester te spreken gevraagd. Die nota bene een Fries bleek!' Nauwelijks had Huisman dat gemerkt, of hij vertelde, ook uit Friesland te komen. En toen hadden die twee, Friese herinneringen opgehaald en zij hadden Fries gesproken alsof er geen Nederlands in dewei reld was.
Die Huisman had hem dat handig gelapt, dat moesten later allen erkennen. Want zo terloops had hij laten doorsche! meren, dat er min of meer plannen waren, om straatprediking te komen houden in Holsberg. En toen had hij zo langs zgn neus weg gevraagd, of daartegen ooik bezwaren bestonden bij de burgemeester.
Och neen, bepaalde bezwaren had.die niet. Hij vond het beter, zgn dorpelingen in hun doen te laten, maar als daar over anders werd gedacht, welnu, men ging zijn gang, minder werden ze er in elk geval niet van. Hg voelde wel iets voor de religie. Alleen van het ^stoffelijke kan een mens niet leven, dat was wel zeker. Maar als de Holsbergers meenden daaraan genoeg te hebben, wie kon hen dan van het tegendeel overtuigen? Intussen, hq zou die prediking geen strobreed in de weg leggen. Alleen, een terrein aanwijzen, dat aan de gemeente behoorde, neen, dat ging niet. Dan kreeg hij het met de gemeenteraad te kwaad. Het zou grote herriei geven. Dus niet op de weg of op het kleme marktplein. Er waren op ge\ schikte plaatsen ^ wel terceinen van par ticulieren tegen betaling of gratis te verkrijgen. Terreinen, die vlak bij de vreg lagen. Waar veel mensen passeerden of konden zgn. Daartegen had hij niet het minste bezwaar. Hg zou zelfs de politie opdragen, een oOgje in het zeil te houden, opdat er geen ongeregeldheden plaats vonden. Nu, Huisman was zeer in zijn schik
Nu, Huisman was zeer in zijn schik geweest met deze toezegging, die hij in zijn oor geknoopt had. Hij had op dat moment niet in de gaten, dat de burgemeester hem nu feitelijk te slim af was. Want deze, die niet had willen weigeren, zag de prediking het liefst niet, daar hg tegenwerking, en dan wel openlijke, vreesde. Vandaar zijn weigering, een gemeentelijk terrein af te staan en zijn verwijzing naar een particulier. Dit laatste was zijn zet: hij was er vrijwel van dvertuigd, dat geen enkele inwoner voor dat doel een plaats zou afstaan. Welnu, dan kwamen ze niet en dat was veel beter!
„In een goede burgemeester moet een diplomaat schuilen", zeide de burgemeester van Holsberg die avond tot zijn gade, toen hij van het geval vertelde. Naar zgn mening was hij zeer diplomatiek te werk gegaan. (Wordt vervolgd.)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 31 maart 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's