De Heerre mijnn Herder
Een psalm van David. De Heere is mijn Herder; mij zal niets ontbreken, (Ps. 23 : 1.)
De psalmen worden wel genoemd: „de geestelijke Apotheek". Er zijn geen toestanden, bekommernissen op aarde, of ze zijn In de psalmen te vinden en ze geven troost, raad en bestiering. De 23e psalm neemt daarbij wel een voorname plaats in en vvordt genoemd: de nachtegaal oltider de psalmen. Zg is een psalm van David, die wel met Jeremia kan zeggen: ik ben de man, die ellende gezien heeft.
Kommervol was menigmaal zijn leven, zwerven en vluchten was menigmaal zijn deel. En in heel dat leven heeft David geleerd en ervaren wat hij aan God had. En dan mocht hg, soms in de benardste ogenblikken zijn harp grijpen en de Naam des Heeren prijzen, voor Zijn trouw en Zijn zorg. Dan werd zijn geloof verlevendigd en door het zelve vond hij bij de Heere sehuiling en kop zich in hem verblijden en in Hem rusten.
Zo ook ten tgde toen hij deze psalm heeft gemaakt. Dat was ten tijde toen hij voor Absalom vluchten moest, en hongerig en moede te Mahanaim aankwam, gelijk oma opgetekend staat in 2 Sam. 17 : 27—29. O, die zorg, hoe vertederde ze zijn hart, en hij merkte in de vriendenhand die hem daar werd toegestoken, de trouwe zorgende hand zijns Gods. En zijn ziel klemde zich door het geloof vast aan de Heere, en zijn mond sprak uit, wat zön hart geloofde, hoe kommervol zijn toestand ook was.
De Heere is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. Lieflijk beeld dat hij hier gebruikt, het beeld van de herder. Een echte herder is één met zijn schapen; leeft met zijn schapen, en vóór zijn schapen; hun nood ia des herders nood, hij offert zichzelven voor zijn schapen op, en zijn zorgende hand, en zijn spiedend oog volgt zijn schapen in als him gangen. Nu zegt David de Heere is mfln Herder. Waarin hij gewaagd, dat de Heere aUeis voor hem is. David is in nood, heeft aan alles gebrek, ztjn leven is zelfs in gevaar, maar o, lieflijke wetenschap en waarneming, hij mag ervaren dat de Heere voor hem zorgt. Des Heeren oog heeft David gevolgd op zijn wegen, die hij in benauwdheid en kommer gaan moet. Verjaagd, verdreven van huis en haard, aelfs in gevaar van zijn leven, maar bij de Heere niet vergeten! Door Hem gedacht, omringd met Zgn weldaden, roept hij het uit: De Heere is mijn Herder! O, lieflijke waarneming voqr het heden, het geeft hem geloof voor de toekomst, zodat hij er aan toevoegt: mij zal nieta ontbreken. Is de Heere hem een herder voor het heden, Hij zal het ook zijn voor de toiekomst. In zijn opgewekt geloof ziet hti over alle bekommernissen heen, en blikt hij op de Heere, die als een trouwe Herder voor hem zorgt, en voor hem zorgen zal. De Heere is mijn Herder; gelukkig mens die te midden van de vele bekom mernissen des levens, onder al het gedruis van het wereldgebeuren, onder de laaghangende oordeelswolken, met David over alles heen mag heenblikken, en met een wezenlijk geloof zicjizelven aan de Herderlijke zorg des Heeren mag toebetrouwen, en met medeweten des harten door de H. Geest, David mag nazeggen: De Heere is mijn Herder, mij zal niets ontbreken,
Gods volk heeft in de Heere een trouwe Herder, zowel voor het lichaam als voor de ziel. Ze hebben een Herder die voor alles zorgt. Ze kunnen nergens voor zorgen, maar ze hoeven niet ook. Ik zorg voor U, zegt Hij. Als dat ook niet waar was, dan kwam er niets van terecht. Bederven dat kunnen zij, omdolen en de Heere vergeten! Zichzelf in nood en gevaar brengen, elke dag. Tegen Hem opstaan en Zijn wegen die Hij houdt afkeuren en zeggen: Des Heeren wegen z;jn niet goed. O, trouweloos volk! Moet niet schaamte het aangezicht bedekken? Wie kan het vatten dat de Heere nog naar zulk een volk om ziet, dat Hem vergeet, dagen zonder getal! En toch, dat doet Hij, Hij vergeet ze niet, maar als een trouwe Herder brengt H^j het verdoolde, tegenstrevige weder met de armen Zijner liefde, en bereid ze een vette maaltijd, door zijn eeuwige trouw die door de ontrouw van Zgn volk nooit teniet kan worden gedaan. O, eeuwig wonder, dan mogen ze nog eena wegzinken in verwondering, en betuigen: De Heere is mgn Herder, mfl zal niets ontbreken. Dan krijgen ze daarin wel te geloven dat Hij het ook voor de eeuwigheid zal wel maken. Ja mön lezer, dat is een gelukkig volk. Weet u daar iets van? Ja? Ge eeft dagelijks, uit de zorgende hand des Heeren, maar hebt U het al eens opgemerkt, en zijt ge er al eens onder vernederd geworden? Gods volk weet bij tyden wat ze aan Gojd hebben, voor de tijd en voor de eeuwigheid. En dat valt mee, en zal eeuwig meevallen. Maar niet tot dat volk behoren, o, dat zal wat zijn. Dan geen trouwe Herder, maar een oornend Rechter die met vlammend zwaard wrake zal doen over de ongehoorzaamheid. Daarom mijn onbekeerde ezer, bedenk nog eer het te laat is wat ot uwe vrede is dienende. Nog is het de welaangename tijd, nog is het de dag der zaligheid. Haast U, haast U! Volk van God onder mijn lezers, U hebt toch de waarheid van David's beuiging wel ervaren in uw leven. Erkent den Heere, 't Is niet om uw braafheid, niet orti uw verdienste of waardigheid, maar 't is om en uit vrije gunst ie eeuwig Hem bewoog. Geef Hem dan ook de ere, en bedroeft Hem niet. De Heere geve al Zfln volk, in deze donkere en kommervolle tgden, die allerwege benauwend'ZQn een: uitzien naar Hem, een ontmoeten van Hem, en een betrouwen op Hem. Dat zal dan z^jn een verheerlijken van Hem, de getrouwe Herder der schapen. Om dan met David w leven te hebben in de betuiging: De Heere is m^n Herder, mgn trouwe verorger; mij zal niets ontbreken; voor de qd niet, en vooir de eeuwigheid niet, want Hij is d» Heere de getrouwe Jehova! Amen. St. Philipsland Ds van Leeuwen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 31 maart 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's