Holsbergero
't Was eigenlijk niet zo'n dom idee. pn Stevens had gelijk: ze waren toch plen niet als Katrien die hem zo schanlelijk had laten zitten? TDe leuke Stevens zei voorlopig niets peer. Hij zag wel, dat de bakker aan et piekeren was geslagen. Stil laten pijen.
[Met een sprongetje was hij van de I)lk ga weg", zei hij. „Je moet er nog
I)lk ga weg", zei hij. „Je moet er nog |aar eens aan denken. Niet te gauw ^een" zeggen. Dit is werkelijk de bes- I oplossing. En je zult er geen spijt fn hebben." „Je praat net, of je al een vrouw voor
„Je praat net, of je al een vrouw voor ps hebt!" zei Harm, met een lichte pons' tot scherts.
i.Nou, het beste lijkt me, dat je zelf F Je doppen kgkt, man. Mijn vrouw pit altijd: niet koppelen; ze moeten het pf maar uitzoeken. Dat is heel verandig. Kijk maar eens goed uit je ifen, maat. Je hoeft niet eens zo ver *eg te gaan, zou ik denken. Maar dat moet jij weten. Voor mgn part haal je '^n vrouw uit Canada. Als ze maar feed is".
„Dat is het nou net", peinsde Harm hardop. „Ik ben eens bekaaid weggekomen; dat overkomt me een tweede keei niet". „Of je gelijk hebt, man. Dat zou ook
„Of je gelijk hebt, man. Dat zou ook heel dom zijn. Maar dat behoeft ook niet". Stevens keek door het raam. Hij kon
Stevens keek door het raam. Hij kon net een stukje zien van de weg, die voorlangs de winkel liep. Er liep niemand, maar toch stak de slimmerd de arm omhoog, ten teken van groet.
„Wie was daar?" vroeg Harm argeloos.
„Tine van Geert", zei Stevens met een stalen gezicht. „Je moet medelijden met het meisje hebben. En toch is het. zo'n flink meisje. Gezien op het dorp en kraakzindelijk, man. Zij heeft tot het laatste ogenblik haar vader verzorgd, daar valt niks van te zeggen. En wat was die Geert niet een vervelende kerel! Tijdens zijn ziekte was er geen huis met hem te houden. Hoe lang is die nu al dood? Een maand of drie, vier niet? En nu blijft die Tine daar maar alleen. Ik heb al tegen d'r gezeid: ga naar je zuster in Amsterdam, meid. Dat is geen doen hier alleen. In Amsterdam loopt genoeg manvolk schaloos. Wie weet doe je er een goeie partij. Nou, toen lachte ze maar eens en zei, dat ze het dorp niet zou verlaten. Je bent er mee samengegroeid. Steven zei ze, dat moet je niei vergeten. Nou 'k hoop voor d'r, dat ze een goeie man krijgt.
Die zal plezier aan d'r beleven. Nou ja, ze is niet knap, maar wat koop je voor knapheid? Ik weet er niet veel meer van, Janse, maar die van jou, — hoe lang is dat nou weer al geleden, een jaar of tien niet ? — nou, die was knap, geloof ik. Maar nou, 'k wil er geen kwaad van zeggen hoor, daar niet van, maare die knappert heeft je toch maar lelijk laten zitten, niet? Wij, mannen, bennen veel beter met een vrouw die knuisten aan d'r lijf heeft en die voor d^r huishouden kan zorgen. Nou, dat kan Tine van Geert, dat verzeker ik je. Maar komaan, ik ga opstappen. Anders moppert mijn vrouw en met een vrouw moet je altijd goede maatjes blijven, man, neem dat van mij aan. Dan hebben wij, manslui, een best leven, Adjuus, hoor." „Van 't zelfde," zei Harm, min of
„Van 't zelfde," zei Harm, min of meer verlegen lachend. Even buiten, keerde Stevens op zijn schreden terug en stak het hoofd weer binnen de bakkerij. „Zeg Janse, haal nou geen gekheid
„Zeg Janse, haal nou geen gekheid uit en geef die juffrouw nou nog niet haar congé. Dan zit je direct weer in de misère. Denk maar eens over mijn woorden na. Dat is niet zo'n domme oplossing, je zult het zien". En op de weg had hij schik. „Het komt wel in orde met Janse,
„Het komt wel in orde met Janse, als hij toebijt. Die Tine van Geert is een goeie vrouw voor hem. Als 't ie dat nou maar gesnapt heeft."
HOOFDSTUK IV. De ipyi, die doel trof.
„Wat salie me nou?" Kee, de dienstbode, was juist in de bakkerij gekomen en keek met stomme verbazing Job aan. „Ja, seg uwes dat wel", spotte Job.
„Ja, seg uwes dat wel", spotte Job. „De baas heeft de kolder in zijn kop, geloof ik". Harm Janse had zijn bakkerskiel uit
Harm Janse had zijn bakkerskiel uitgetrokken en een jasje aangeschoten. Toen had hj in een mandje een broodje gelegd, pas uit de oven, het zindelijk doekje er over. En zo stapte hij over het erf achter de bakkerij, naar de boot in de vaart. Behalve door de weg waren de streek
Behalve door de weg waren de streekdorpen ook verbonden door een vaart. Die liep achter het erf van Harm. Elke min of meer gegoede in Holsberg be-, zat een boot, die zo nu en dan gebruikt werd, om voor genoegen te varen. De tuinders — en die waren er vele in Holsberg ~ gebruikten de boten voor hun bedrijfje. Het mandje met het broodje onder de
Het mandje met het broodje onder de arm, liep Harm over het erf en stapte in de boot. Kee zag het nog net. Het was elf uur in de morgen. Job pakte de broden op en tastte die
Job pakte de broden op en tastte die in de kar. om straks de klanten te bezoeken. Tot ongeveer drie uur in de middag had hg er werk mee. Want des bakkers klanten waren vele en de wegen er heen waren wijd.
„Waar gaat de baas op aan?" vroeg Kee nieuwsgierig. „'k Moet vandaag geen broodje bren
„'k Moet vandaag geen broodje brengen bij Tine van Geert", zei Job. „Doet de baas zelf". „Wat salie me nou?" herhaalde de
„Wat salie me nou?" herhaalde de meid. „Niks d'r van zegge", vond Job wijs
„Niks d'r van zegge", vond Job wijsgerig. „Komt vanzelf wel uit. Elk denkt er 't zijne van." „Ie zaï toch niet?" „Meid, wat kan jou dat schelen!" viel de knecht uit. „Ie is toch oud en wies genog? Moet-ie zellef wete."
,,Nou. je hoeft niet zo te bijte", zei Kee nijdig, 'k Mag toch wel wat vrage zeker?" Welle, welle... in enen dacht zij weer
Welle, welle... in enen dacht zij weer aan de baas, die 's morgens om elf uur een broodje ging brengen bij een meisje alleen. Nou, maar... eh, dat was geen zuuvere koffie. Als de juffrouw dät wist! Maar ze zou het haar niet vertellen: Lekker niet. Kee had een hekel aan de huishoud
Kee had een hekel aan de huishoudster. Die was in huis wel poeslief (in de winkel was ze een serpent!) maar ze liep er toch maar lekker de kantjes af en liet haar (Kee) stevig werken. De baas zag dat niet, geloofde ze. Maar dat van de winkel moest-ie toch wel merken, als-ie de kas opmaakte. Tjonge, tjonge, d'r kwamen heel wat klanten minder in de winkel. Job moest allerlei opmerkingen horen over de juffrouw, als hij aan de huizen kwam. Maar die kwibus zei er niks van tegen de baas. Ha,_ nou dacht de baas aan Tine van Geert' Dat was nog niet zo dom. Kee kende haar vrij goed: een vriendelijk mens; nou ja, d'r zat niet zoveel bij, maar ze meenac-' het goed. Niet dom van de baas. Tjonge, wat zou die juffrouw op d'r neus kijken! Kee verkneuterde zich nu al. „Wat sta jij te filosoferen", beet Job
„Wat sta jij te filosoferen", beet Job haar toe. „Je kan me beter helpen, nou de baas weg is. De kar is nog niet half vol".
„Merci, jongmens. Is mijn werk niet." ,,Nou, wat zou dat! Ik moet ook wel eens wat opknappen, wat mijn eigenlijke werk niet is." " , „Opschieten, jongelui", klonk de vrien-j
„Opschieten, jongelui", klonk de vrien-j delijke stem van de huishoudster. „Vooruit, Kee, je tijd niet verleuteren. Waar is de baas? Ik moet..." „De baas is uit", grapte Kee. ,,Die mag ook wel eens wat hebben". „Wat zeg je?"
„Wat zeg je?" „Laat ze kletsen," vond Job, met een arm vol broden de bakkerij verlatend. ,,De baas is een boodschap gaan doen en komt zó weer." „O", zei de huishoudster verwonderd.
„O", zei de huishoudster verwonderd. Vóór drie, vier uur ging de bakker nooit de deur uit. Zijn besognes op het dorp be^iraarde hij altijd voor de middag, daar hij, volgens eigen verklaring, de bakkerij des morgens voor geen tien miten kon verlaten.
(Wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 februari 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 februari 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's