Dirksland krijgt een Christelijke Landbouwhuishoudschool
Het is een politieke stunt — „Weer zo'n satanische school", aldus de heren van de P.v.d.A.
Dinsdagavond kwam de gemeenteraad van Dirksland onder presidium van burg van Herjst in openbare vergadering bijeen. Het belangrijkste agendapunt was het nemen van een besluit tot oprichting en instandhouding van een Christelijke Landbouwhuishoudschool. Een fel debat ontspon zich waarbij de oude schoolstrijd wederom oplaaide.
Nadat de voorzitter met gebed geopend had; z^n Nieuwjaarsrede had uitgesproken en de ingekomen stukken behandeld — welke wij in het a.s. Dinsdagnummer zullen opnemen — kwam de hoofdmoot van deze belangrijke vergadering ter tafel.
Is een Christelijke Landbouwhuishoudschool noodzakelijk? Het bestuur van de Christelijke Boeren, en Tuindersbond ,Holland-Brabant' aldus de voora. heeft zich bij schrijven van 5 Januari 1951 tot U gewend met het verzoek overeenkomstig het bepaalde in artikel 25, der Nijverheidsonderwijswet de oprichting en instandhouding van een Christelijke Landbouwhuishoudschool nodig te oordelen. Tot goed begrip van de strekking van
Tot goed begrip van de strekking van dit verzoek komt het B. en W. dienstig voor U een korte uiteenzetting te geven omtrent het subsidiëringssysteem van de Nijverheidsonderwijswet.
Artikel 25 dier wet bepaalt in het Ie lid, dat onder meer aan rechtspersoonlijkheid bezittende instellingen en verenigingen onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden rijkssubsidie kan worden verleend ten behoeve van de door die verenigingen in stand gehouden nijverheidsscholen. De subsidie bedraagt voor scholen als bedoeld in het verzoekschrift — scholen voor lager nijverheidsonderwijs — 70%. van de netto-kosten. De voorwaarden, waaronder een dergelijke subsidie wordt verleend, zijn opgenomen in het „Subsidievoorwaardenbesluit N.O. 1936". Het bevat bijv. bepalingen omtrent goedkeuring van het leerplan, de te gebruiken leerboeken, de rekening en verantwoording en de begroting der school. Voorts wordt hierin uitdrukkelijk voorgeschre-ven dat de school niet voor rijkssubsidie in aanmerking komt indien het aantal leerlingen beneden een bepaald maximum blijft.
Volgens het tweede lid van bedoeld artikel 25 komt de school als regel slechts voor subsidiëring door het Rijk in aanmerking als de raad der gemeente, waar de school gevestigd is of zal worden, de oprichting en instandhouding heeft nodig geoordeeld en de Kroon daarna, de Onderwijsraad gehoord, de oprichting en instandhouding heeft goedgekeurd. Bij deze goedkeuring moet worden gelet enerzflds op de behoefte aan de school en anderzgds op de daaraan verbonden verhoging van de rijksuitgaven. De gemeenteraad moet binnen zes
De gemeenteraad moet binnen zes maanden na de indiening van een verzoek om „nodigverklaring" daarop een beslissing nemen. Heeft dit niet plaats of beschikt de raad afwijzend op het verzoek, dan kan de school nochtans voor rflkssubsidie in aamnerking komen, echter alleen wanneer de Kroon, Gedeputeerde Staten en de Onderwtjsraad gehoord, gelet op de behoefte aan de school en de daaraan verbonden verhoging van de rijksuitgaven, de oprich ting en~ instandhouding heeft goedgekeurd. Een eens verleend subsidie kan later
Een eens verleend subsidie kan later worden ingetrokken, nl. 1. wanneer de Kroon, gehoord het schoolbestuur, de gemeenteraad en de Onderwijsraad, heeft beslist, dat de behoefte aan de school, mede in verband met de hieraan verbonden kosten, niet meer in voldoende mate bestaat. Komt een school op de vorenaangegeven wijze tot stand dan komt dertig procent van de nettoi-teosten voor rekening van de gemeente, waar de school zal worden gevestigd, met dien verstande, dat subsidiën en bijdragen van andere lichamen en particulieren, voorzover deze die gelden daartoe met name bestemmen, in mindering daarvan worden gebracht.
Van belang kan ook nog zijn de bepaling, opgenomen in het 4e lid van artikel 25, welke voorschrijft, dat wanneer de school bezocht wordt door leerlingen, die woonachtig zijn in de zgn. buitengemeenten, die gemeenten verplicht zijn aan de gemeente van vestiging te vergoeden een bedrag, overeenkomende met 20% van het gemiddeld bedrag van de netto-kosten per leerling.
Tot zover de wettelijke voorschriften met betrekking tot het subsidiëren van nijverheidsscholen. Nu vooral de laatste jaren allerwege een grote toename kan worden geconstateerd van het aantal leerlingen der huishoudscholen en het invoeren van het 7e en 8e leerjaar dit aantal zal vermeerderen, kan o.i. de voorgenomen stichting van de gevraagde school in deze gemeente zeker als noodzakelijk worden beschouwd en zal deze in een behoefte voorzien. Hierbij wordt opgemerkt dat niet alle
Hierbij wordt opgemerkt dat niet alle meisjes bij het verlaten van de lagere school overgaan naar een andere instelling van onderwijs, doch dat nog steeds voor een vrij aanzienlrjk aantal de lagere school het einde van alle onderwijs betekent. Het is mede een doel van de op te richten huishoudschool deze meisjes op te vangen. Aan te nemen is voorts dat een veel groter aantal leerlingen dan dat thans uit deze gemeente in andere plaatsen gaat, een huishoudschool in eigen gemeente zal gaan bezoeken, daar vooral voor meisjes het heen en weer trekken naar een andere plaats bezwaarlijk is. De vakopleiding van een huishoudschool is in vele gevallen voor hen doelmatiger dan het volgen van voortgezet gewoon lager onderwijs. Bovendien wordt op een huishoudschool nog algemeen vormend lager onderwijs gegeven, zodat de intellectuele vakken om practische leervakken worden gegroepeerd, hetgeen U uit het bij het vertrek overgelegde leerplan moge blijken. Een leerlingenaantal van ruim 50 per
Een leerlingenaantal van ruim 50 per jaar lijkt ons voor de op te richten huis houdschool dan ook alleszins bereikbaar.
De financiële consequenties zijn naar onze mening aanvaardbaar, gezien het belang dat de genSeente ongetwijfeld heeft bij de vestiging van een Christelijke Landbouwhuishoudschool alhier. De aanvraag van het bestuur alsme
De aanvraag van het bestuur alsmede een ontwerp-begroting voor 1951 met toelichting en een model leerplan liggen op de secretarie voor U ter inzage. Het legaat naai- en breischool
Het legaat naai- en breischool b. Omdat het Legaat naai- en breischool in 1928 aan de gemeente en de Diaconie der Herv. Gemeente gelegateerd, groot ƒ 100.000.-, nog altijd moet worden uitgevoerd en de overeenkomst om de rente daarvan tijdelijk te besteden voor de beide in deze gemeente gevestigde bewaarscholen per 1 Mei 1951 afloopt, is bij ons College de vraag naar voren gekomen, of hier geen samenwerking mogelijk is. Het zal U duidelijk zijn, dat in het
Het zal U duidelijk zijn, dat in het tegenwoordige dure tijdsgewricht een som van ƒ 100.000.— voor de stichting en instandhouding van een lagere Nijverheidsschool voor meisjes — de oprichting van een naai- en breischool niet meer zou voldoen aan de eisen van de tegenwoordige tijd — te enenmale ontoereikend is. Een Rijkssubsidie hier voor is ook niet te verkrijgen, omdat deze scholen alleen gesubsidieerd worden, als deze worden geëxploiteerd door landelijke organisaties, i.e. landbouworganisaties. Volgens de bij het verzoek rvan de
Volgens de bij het verzoek rvan de C.B.T.B. overgelegde begroting zou bij de stichting van een landbouwhuishoudschool met 2 eerste klassen elk van 24 leerlingen het exploitatietekort voor het Rijk bedragen ƒ 11645.— (70%) en voor de gemeente ƒ 4990.— (30%), waarin de opbrengst van het schoolgeld dan reeds is verwerkt. Voor de gemeente van vestiging blijft van laatstgenoemd bedrag 1/3 voor haar rekening daar immers 20% van het totale tekort mag worden omgeslagen over de gemeenten, vanwaar de leerlingen komen. Het uiteindelijke tekort bedraagt dus over het eerste jaar voor de gemeente 1/3 x ƒ 4990.— = ƒ 1663.— plus X x de kosten per leerling, waarin X het aantal leerlingen uit Dirksland voorstelt. Wij zouden U nu willen voorstellen
Wij zouden U nu willen voorstellen om dit tekort ten laste van de jaarlijkse rente-opbrengst van het legaat te brengen en daarbij te bepalen, dat meisjes uit Dirksland en naaste omgeving de school zo mog^lyk gratis kunnen bezoeken. Naar ons oordeel komt dan deze be
Naar ons oordeel komt dan deze besteding van de rente-opbrengst in de lijn en de bedoeling van het testament, nl. de ontwikkeling van de vrouwelijke jeugd van Dirksland in het naai- en breiwerk, aangevuld met andere nuttige en op de tegenwoordige tijd afgestemde vakken. De erfgenamen van Wijlen Vrouwe
De erfgenamen van Wijlen Vrouwe P. M. van Weel hebben wij over deze gedachte gepolst, waarbij is gebleken, dat deze zich hiermede ten volle accoord kuimen verklaren.
Voor zoveel nodig merken wij nog op, dat er wettelijke regelingen op komst zijn om het kleuteronderwijs van Rijkswege te subsidiëren.
Wij stellen U voor, te besluiten, dat uw Raad in beginsel met deze besteding der rente accoord gaat en ons voorts machtiging te verstrekken om aan de Diaconie der N.H. Gemeente een gelijkstrekkend voorstel te doen.
Algemene discussies De heer van Prooijen (Arb.) sprak als eerste der raadsleden. Hij bracht naar voren, dat er binnen een straal van 5 km al een landbouwhuishoudschool is, die nog voor uitbreiding vatbaar is en die, met goede wil, door Dirkslandse meisjes bezocht kan worden. Dat zou financiële offers besparen, hetgeen gezien de tijdsomstandigheden van het grootste belang is. De rente van het legaat wordt nu besteed voor het instandhouden van de bewaarscholen en wel wordt in de toelichting van B. en W. opgemerkt, dat er wettelijke maatregelen op komst zijn en dat subsidie van het Rijk zal volgen, maar bij onderzoek blijken de feiten wel anders te liggen. In het wetsontwerp wordt gesproken van een eerste stap naar sanering van het kleuteronderwijs en wordt verwezen naar de zorgwekkende toestand van 's lands financiën, die er sindsdien — September 1950 — niet beter op is geworden. De kans is er dus dat het bij die eerste stap blijft en in ieder geval staat vast, dat de gemeenten nog zware lasten te torsen krijgen vanwege het kleuteronderwijs. Als raad dient men zich te realiseren wat de financiële offers zijn van stichten dezer school en de moeilijkheden, die zullen ontstaan voor het kleuteronderwijs. Spr. conclusie was dan ook, dat hij tegen het stich ten van die school moest zijn. Er ligt volgens spr. nog genoeg terrein braak voor jeugdzorg, een speelweide, een jeugdgebouw en een verenigingsgebouw, terwijl ook aan de lokalen der openbare kleuterschool nog veel verbeterd worden. kan De heer Boon (V.V.D.) zei o.a. dat
De heer Boon (V.V.D.) zei o.a. dat z.i. de stichting van deze school maar zeer ten dele in overeenstemming met de bedoeling van het testament, van Mevr. Van Weel zou zijn, dit in tegenstelling met hetgeen B. en W. aanvoerden. Er zullen immers ook meisjes uit andere gemeenten op de school komen, omdat anders de school niet bezet zal worden. Andere gemeenten zouden dus mede profiteren van een legaat, dat specifiek bestemd is voor Dirksland en de diaconie der Herv. Gem. van Dirksland. Volgens spr. was een en ander een te ruime opvatting van de strekking van de bedoeling van het legaat en hij achtte) het dan ook onjuist om de rente van het legaat er voor te bestemmen. Dat de erfgenamen er zich mede accoord verklaren achtte de heer Roon van minder belang, immers, wanneer zij niet zouden toestemmen, dan gebeurde er nog niets. Spr. was voorts ongerust, dat de gemeente heft en lemmer uit handen zal geven, terwijl de gelden voorshands in reserve behoren te worden gehouden voor de beide kleuterscholen. De noodzakelijkheid tot stichten van de school achtte de heer Roon niet aanwezig. Immers binnen 5 km afstand bevindt zich een dergelijke school, die hetzelfde onderwijs beoogt en die kan voorzien in de behoefte van het gehele eiland. Het zou onverantwoord zijn om tot stichting over te gaan, ook omdat de kosten zo enorm hoog zullen zijn en er onnpdig grote bedragen aan de gemeenschap zullen worden ontrokken in een tijd, dat allerwege op versobering wordt aangedrongen. Vanzelfsprekend, zo vervolgde de heer
Vanzelfsprekend, zo vervolgde de heer Roon, zie ik ook gaarne vooruitgang in de gemeente, maar ik meen te moeten opmerken, dat dit te ver gaat, terwijl ik het nog niet nodig acht de politieke zijde nader onder het oog te zien. Gaarne zou ik nog wel een uiteenzetting willen hebben op welke wijze het mogelijk zal zijn om meisjes uit Dirksland en naaste omgeving de school gratis te doen bezoeken, wat m.i. nog wel op enige bezwaren zal stuiten bij de op te maken exploitatierekening, die toch de goedkeuring van diverse overheidsinstanties zal moeten wegdragen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 februari 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 februari 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's