Rondom de Landbouwschool
Melk is het natuurlijke voedermiddel van alle jonge zoogdieren. De samenstelling van de melk loopt by de verschillende diersoorten nogal uiteen. Het drogestofgehalte, dat voor onze melkkoeien gemiddeld 12% bedraagt, Is voor paardemelk 10.04, voor varkensmelk 17.44 en voor marmottenmelk — schrik niet — 58.89%. Het gehalte aan eiwitstoffen is voor koeienmelk 3.29%, paardenmelk 2.11%, varkensmelk 6.66%, terwijl het vetgehalte gemiddeld bedraagt voor koeien. Koeienmelk 3.25, paardenmelk 0.88 en varkensmelk 5.61%. Het gehalte aan melksuiker bedraagt bfl deze dieren respectieveüjk 4.78—6.67 en 4.13%. Bij de herkauwers bestaat het eiwit
Bij de herkauwers bestaat het eiwit vooral uit caseïne en weinig albumine. De verhouding caseïne: silbumine in de melk is bij de koe 5-4, bij het paard 1-8 en bij de ezel O—7. Hoewel het totaal eiwitgehalte van paardenmelk beduidend lager is dan koemelk, is de melk van het paard rijker aan albumine dan koemelk. Ezeliimemelk bevat meer albumine dan caserne en komt in samenstelling veel overeen met de melk, welke de kleine baby's nodig hebben. Koemelk moet voor moederloze veulens, verdund worden met water (2 op 1) en aangevuld worden met suiker. Voor moederloze biggen wordt koemelk aangevuld met haverslijm, om het vet- en eiwitgehalte meer in overeenstemming te brengen met varkensmelk.
De samenstelling van de melk kan ook bij de verschillende rassen grote verschillen aanwijzen. Ook bestaan individuele verschillen. We denken hierbij maar eens aan de verschillen m vetgehalte van de koemelk. Zelfs komen bij eenzelfde dier van dag tot dag verschillen voor in de samenstelling van de melk.
Het voer heeft invloed op deze samenstelling. Bij tochtigheid ia de melk vaak veranderd en dikwijls niet te koken. Vooral de eerste melk na het kalven, de zgn. biestmelk, wijkt in samenstelling sterk af van gewone melk. Gedurende enkele dagen gaat de samenstelling geleidelijk over naar die van gewone melk. De betekenis van de biestmelk is vooral, het jonge dier een reserve te geven aan vitaminen, mineralen, antistoffen e.d., waardoor het weerstandsvermogen wordt verhoogd. Het bloed krijgt door bepaalde eiwitstoffen, die in biestmelk voorkomen, een samenstelling, welke het tot een ongeschikte voedingsbodem voor diverse ziek teverwekkend bacteriën maakt. Ook heeft de biest een sterk laxerende werking, waardoor het darmpek wordt afgedreven. Dit darmpek bestaat uit de uitwerpselen, die reeds voor de geboorte in het kalf zijn gevormd. Het voorgaande verklaart, waarom de opfok van jonge dieren zonder biestmelk niet best mogelijk is. Meestal gaan ze aan een infectieziekte dood. Voor oudere dieren is biestmelk minder geschikt. Slechts in kleine hoeveelheden mag
Slechts in kleine hoeveelheden mag overtollige biestmelk van een koe aan oudere kalveren en varkens gegeven worden. Sommige veehouders redeneren misschien; als biest voor pasgeboren kalveren goed is, dan zal het toch zeker niet slecht zijn, voor wat oudere kalveren en ze geven een grote hoeveelheid tegelijk van de overtollige biest aan deze dieren. Tot him verwondering bemerken ze, dat hun oudere kalveren een heftige diarrhee krijgen, en soms ernstig ziek worden en sterven. De oorzaak ligt in het hoge gehalte aan mineralen en de biest, waaronder ook wel magnesium-zouten voorkomen, en deze laatste hebben een sterke purgerende werking. Het bekende Engels zout is ook een mag nesium verbinding. Geen enkele veehouhouder zal het in het hoofd halen zijn oudere kalveren een lepel Engels zout in te geven, en toch komt de werking van die grote hoeveelheid biest hiermee over
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 februari 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 februari 1951
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's