Uit het Kijkvenster

Trooni»denen — Panadepaandjes — Finantiën in 1950.

Zo is dan de 3e Dinsdag in September weer gekomen en voorbij gegaan; H.M. de Koningin heeft in de Verenigde vergadering van Eerste en Tweede Kamer de Troonrede voorgelezen en na Haar vertrek heeft Minister Lieftinck in de vergadering van de Tweede Kamer zijn koffertje opengedaan en met een korte rede zijn begroting voor 1951 ter tafel gedeponeerd. De Troonrede, door de Minister opge

De Troonrede, door de Minister opgesteld en de Koningin aangeboden, was tamelijk lang en gaf een globaal overzicht over diverse belangrijke zijden van het Staatsbestuur in het laatst verlopen jaar. Wat er voor het volgend jaar is voorgenomen leest ge er niet zo gemakkelijk uit als in vroegere Troonredenen.

Nu is dat niet helemaal zo erg, want ik herinner mij dat de Troonrede altijd een heel program bevatte van wat er alzo in het komend jaar zou gedaan worden, maar er waren altijd heel wat zaken bij, waarvan niets kwam

Sommigen zeiden, dat de politieke partijen, die de Regering vormden, er paradepaardjes op na hielden, die zij, vooral tegen de verkiezingen, in de Troonrede lieten ronddraven en die dan op stal gezet werden. De Zondagswet bijvoorbeeld, kwam dikwijls in de Troonrede voor, maar tot heden is er niet veel bereikt. En de kwestie van een nieuwe Begrafeniswet in verband met de lijkverbranding was ook al zo iets. Van enige positieve uitbreiding van wat het christelijk kiezersvolk naar zijn beginselen begeerde, kwam doorgaans weinig terecht. Ei, wat veranderde tijden! Thans staat alles in het teken van Plutus, de geldgod, die blindelings moest uitdelen.

Thans worstelen wij om het hoofd finantieel boven water te houden. Zelfs Minister Lieftinck, de man van socialistische allures, die de inkomens wil nivelleren, gelijkmaken, en het bezit rechtvaardig verdelen, zegt nu, dat de grote militaire lasten er toe zullen leiden, dat verschillende maatregelen, die op zichzelf wenselijk zijn, achterwege moeten blijven. Een goed hoorder heeft maar een half woord nodig.

Het ziet er inderdaad naar uit dat er bij het voteren van uitgaven dubbel nagedacht moet worden. De bodem van de schatkist komt in het zicht. Jammer genoeg. Het zal nog een heet hangijzer worden, want het volk is volstrekt niet opgevoed in de leer, dat men zich wel eens iets moet ontzeggen om niet in schulden te geraken. Hier breng ik nu bezwaren in. Reeds

Hier breng ik nu bezwaren in. Reeds direct na de bevrijding in Mei 1945 kon men velen horen zeggen, dat ons land zo arm geworden was, bär! Schermerhom en Drees zeiden het ook. Daar bleef het bij, en verder beijverden de „doorbraak"-ministers zich om sociaal te doen en wetten in te voeren, die muloenen onder het volk strooiden. Men wist daarnaast zware belastingen in te voeren, waaronder nu nög gezucht wordt. Nagelaten is toen, in 1945, tot het volk te zeggen: „gij krijgt niets want het geld is er niet."

want het geld is er niet." De hoge belastingen zouden dan nög hebben gediend om oorlogsschade in de bedrijven, uitkering aan slachtoffers, wederopbouw en meer andere directe noden te vervullen. Men kan het volk, dat inderdaad be

rooid uit de oorlog kwam, alles gunnen, maar dan moet er een solide basis blijven. Men heeft te veel geleefd uit de Marshall-gelden van Amerika en te weinig aangepast aan Nederlands werkelijke toestand.

Thans, in 1950 wordt er met schroom op ce schatkist gewezen, het militaire apparaat vraagt om milliarden en wij hebben 5 jaar boven onze stand geleefd! Ik vrees, dat het volk de overgang naar versobering niet zal willen medemaken, omdat het niet geloofd, dat zulks nu ineens nodig is. De Regering kwam uit Engeland te

De Regering kwam uit Engeland terug met een rapport over sociale ze- Kerheid van de wieg tot het graf; men zag geen wolkje aan de lucht, maar vergaapte zich aan theorieën, die nu maar eens in praktijk moesten worden gebracht. Daar zijn altijd nog mensen die niet

Daar zijn altijd nog mensen die niet aan ...politiek" doen. Ik doe er wel aan. Want ik geef de erve der vaderen zo maar niet aan de eerste de beste over. Ik zoek naar stoere, oud-hoUandse, degelijke kerels! Naar regeerders die „neen" kunnen zeggen, 'k Zit met mijn vriendjes op 't vinkentouw, reken maar, WAARNEMER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen