Uit het Kijkvenster

Een gevoel van onbehagen, spijt, ergernis en deernis zal zich wel van velen meester maken, die door de kranten kennis nemen van uittreksels uit het 4e deel van het rapport van de Kamercommissie over hetgeen zich in de 5 Londense jaren in Engeland rondom onze Regering heeft afgespeeld. Speciaal het finaal mislukken van onze inlichtingendienst vormt een zwarte bladzijde in het lijvig rapport. Allermeest om de vele kostbare mensenlevens die het gekost heeft, toen alle hier uitgeworpen agenten door de Duitsers werden ingerekend, alsof het zo was afgesproken. Wrede werkelijkheid echter! Een blamage voor wat de Nederlanders in zo hachelijke oorlog konden presteren. De Commissie komt eenvoudig tot deze conclusie: „dat het beleid der Nederlandse Regering op het gehele terrein der geheime diensten te Londen in de eerste jaren van de oorlog veel te wensen heeft overgelaten! Men schijnt geen Idé gehad te hebben van wat ons land te wachten stond als het in de grote worsteling werd betrokken en men was geenszins voorbereid op de mogelijkheid, dat de Regering zou kunnen moeten uitwijken voor den vreemde. De mislukking van onze geheime inlichtingendienst is te wijten aan fout op fout, aan hooghartigheid van de chefs, aan organisatorische onkunde en wat er zo meer van zij.

Het is goed dat over een en ander licht is opgegaan. Het volk moet over het regeerbeleid kunnen oordelen. Of er een les voor de toekomst in ligt, staat zeer te bezien, daar elke nieuwe oorlog nieuwe problemen schept. Daarom zal men dit rapport in het archief kunnen bijzetten, het is alles voorbij, behoudens het leed, dat in honderden families nog jaren lang wordt medegedragen. Deze feiten zijn ook weinig geschikt om het vertrouwen in zijn regering, dat toch zo broodnodig is, bij het volk te versterken. In de keuze van personen op verant

In de keuze van personen op verantwoordelijke posten heeft men in Londen herhaaldelijk misgetast. Indien er iets bevestigd wordt, dan wel dit, dat een volk een krachtige regering nodig heeft, waarop het steunen kan. De omstandigheden waren hoogst moeilijk, de verwarring was groot, maar de Regering slaagde er in enkele jaren nog niet in hier wat orde te scheppen.

Laten wij er ons nu maar niet te veel meer in verdiepen. De lectuur van het rapport stemt maar tot droefheid. Ach dat mijn volk in mijne wegen gewandeld had! De vreze des Heeren is bij onze Londense leiders niet gevonden en vandaar dat men zich in zulke vreselijke strikken verward heeft. Het rapport komt te midden van nieu

Het rapport komt te midden van nieuwe onheilsgeruchten nu er weer strijd op Korea ontbrand is. Zo blijven vrij sedert 1938 verkeren in tijden van oorlogen en geruchten van oorlogen. De Heere doet geen onrecht. Integendeel, Hij is in alles recht en bezoekt de ongerechtigheid der volkeren. Wij behoeven niet te voorspellen of te profeteren, want wij weten de Raad Gods niet. Maar al het leed heeft in ons volk geen vernedering en wederkeer gewerkt en dat doet ons volk vrezen dat het einde der beproevingen er nog niet is. Nederland is wel zwaar getuchtigd. Die ten hoofd was is ten staart geworden. Werd het maar meer opgemerkt. Maar een geest des diepen slaaps heeft ook de kerk in ons land bevangen. En zo zal er ten slotte dit blijven staan, dat de Heere naar Zijn kleine overblijfsel zal vragen en het zal bewaren. Zijn trouw blijft vast, maar alleen voor die Hem vrezen. Gelukkig die met een Baruch zijn ziel uit het rumoer als een bult zal mogen uitdragen. (Jer. 45.) Niet om daarmede in onverschilligheid in een welbeschut hoekje te zitten, o neen, dat is des christens taak niet, maar wel om met verlicht verstand de tijden te beleven en zo Gode de eer te geven van al wat Hij belieft te doen. WAARNEMER de ene kant, maar er zouden ook, zoals dat in de vakterm heet ,.zwarte dagen" komen, die hti dan ook alleen had op te lossen. Het publiek ziet dat niet en de directeur moet er voor zorgen dat alles loopt. Hij hoopt dat hij die zwarte dagen zal overwinnen en wenst Flakkee veel succes met dit mooie bedrijf.

De heer C. L. de Wit lid van dè {»rov. Staten, Voorz .van de Ebof en bestuurslid van de gascentrale Oost Flakkee (die nu ter ziele is) wees er op, dat om in O. Flakkee tot electrlsch over te gaan, steeds op moeilijkheden werd gestuit op contracten met de gascentrale. Nu Oost Flakkee, de laatste gemeenten in Nederland, zijn aangesloten, hoopt hij dat de Emgo een voorbeeld aan de Gascentrale Flakkee mag nemen om straks, wanneer de Ebof met een massa aansluitingen voor de dag komt, de Emgo hen onder him hoede zal nemen.

Burg. van Heijst te Dirksland wil de waarderende woorden over Dirksland gesproken gaarne aan het bestuur terug geven. Het besluit eigen productie stop te zetten is genomen naar aanleiding van de prettige besprekingen. Had men van ons wat anders vervyacht, bij ons aldus spr was alleen het hoofdmotief, hoe kunnen wij de burgefij~het vlugst en goedkoopst helpen. Er wordt een goed product geleverd voor een lagere prijs en in dat opzicht zijn wij dankbaar. Dirksland heeft getoond niet tot elke prijs zelf gas te willen produceren. Er wordt wel eens gezegd er bestaat en rivaliteit tusen de gemeenten op Flakkee. Dirksland heeft het tegendeel bewezen dat die overwegingen een rol speelden, ook al moet dit gepaard gaan met liquidatie van het eigen bedrijf. Spr. hoopt dat Dirksland er lang van mag profiteren en in toepassing zal w.ocden gebracht: „de klant is koning", want er mag aanspraak gemaakt worden op aflevering van een goed afgewerkt product.

Btirgemeester van DijU van Oude Tonge, wijst op de ontwikkelingsgang, hoe vroeger de nutsbedrijven In handen waren van particulieren en nu in die van de gemeenten, als zijnde door de overheid het best verzorgd. Het monopolistisch streven dient daarbij geweerd, vóór moet staan, of deze bedrijven steeds aan het gewenste volksbelang voldoen. Ten aanzien van het gasbedrijf is nagegaan of dat nog zo was Door de heer Bolsius is er op gewezen, aldus spr. dat in deze economisch moeilijke tijd alle kracliten moeten worden saamgetrokken en doelmatig benut. Er moet gestreefd naar sterkere concentratie. Voor de gasbedrijven was dat hier ook zo, al stond Oude Tonge voor een moeilijk punt. Men stond voor de vraag: nieuw kapitaal investeren in de bestaande fabriek óf zonder schade van het gemeentebelang de gehele streek dienen. Spr. zelf is overtuigd voorstander van concentratie, maar hij wil niet verhelen dat het hem een lief ding zou zijn waard geweest, als een geheel nieuwe fabriek was gebouwd. Dan had do fabriek ook op een andere plaats gestaan. Niettemin is hij overtuigd, nu het zo gelopen is, al zullen er moeilijkheden komen, dat het zal slagen. De gemeenteraad, gaf slechts bij meerderheid fiat, wat dus betekent dat er een minderheid is, die meende, dat door deze concentratie de gemeentebelangen niet zijn gediend — voor hen hoopt hij dat het tegenovergestelde zal blijken. Spr. zegt ondeugend: dat het richtingaangevend voor verdere combinaties zou mogen zijn! Burgemeester Rijnilers

Burgemeester Rijnilers brengt namens de burgerij zijn felicitaties voor dit nieuwe bedrijf, dat te Middelharnis zijn zetel heeft. Spr. zegt dat gevoelige dingen naar voren zijn gebracht, niettemin is het een historisch feit, dat Flakkee vanuit een centraal punt van gas wordt voorzien. Hij sluit zich bij de'Mele geuite wensen aan. Op een punt wil hij wijzen, nl. dat door de Flakkeeërs over het merendeel de plaats Den Haag wordt gezien, als een verzamelpunt van macht. Al die rijksbureaux, departementen etc. grijpen in, men staat er sceptisch tegenover. Maar spr. zegt: het valt mee. Duidelijk is hedenmiddag gedemonstreerd dat Den Haag daadwerkelijk meehelpt aan de Flakkeese zaak, de Provinciale vertegenwoordigers hebben zich niet onbetuigd gelaten. Als ambtenaar van de Burg. Stand

Als ambtenaar van de Burg. Stand voltrekt spr. vele huwelijken. Ook wel eens die merkbaar uit zakelijk oogpunt zijn gesloten. Ze moeten dan naar elkaar toegroeien. Zo hoopt spr. dat dit met Dirksland ook zo zal zijn. Verder wijst spr. op de mogelijkheid van een verdere concentratie t.o. van inning van gas-, water- en electriciteitsgelden en ook om voor deze bedrijven te komen tot één centrale boekhouding. Spreker juicht het toe, dat thans de concentratie van gas bedrijven tot stand gekomen is en zegt: er is iets groots verricht. Het komt er nu opaan een prima product te leveren, tegen dalende prijs.

De idlrecteur dhr F, C. v. Leeuwen dankt voor de hartelijke woorden die hedenmiddag zijn gesproken. In zeer korte tijd kon de overheveling plaats hebben, gezien Mei vorig jaar pas de eerste bestellingen de deur uitgingen. Hij dankt voor de bereidheid en do bekwaamheid van allen die aan het welslagen hebben meegewerkt. Inzonderheid alle personeelsleden. Een extra woord van hulde brengt hij aan de beide boekhouders Witvliet te Middelhamis en Dijkgraaf te Oude Tonge en de fabrieksbazen Jongejan te Middelhamis en Saarloos te Oude Tonge, die zoveel wei'k hadden te verzetten. Tegenslagen moesten overwonnen, maar op 7 Juli 1950 om kwart over 5 stroomde het gas door de buizen naar Oost Flakkee. Op enkele onderdelen na is de fabriek gereed. Beplanting om stof tegen te gaan. volgt nog en ook de aanleg van de persleiding naar Dirksland. Wat de nieuwe gashouder betreft, geleverd door de fa Braat, wijst spr. er op, dat dit een van de eerste is in Nederland, die geheel electrisch is gelast. Aan het slot van zijn betoog spreekt spr. zijn bewondering uit voor het werk dat zijn voorganger, dhr M. Dijkers voor deze samenvoeging heeft verricht. Als aandenken van dit historisch mo

Als aandenken van dit historisch moment overhandigd spr. aan de Voorzitter een fraai albxun met een 45-tal foto's van de opbouw van het bedrijf.

De heer Dükers dankt daarna alle sprekers voor him geuite wensen en hoopt dat de nieuwe fabriek tot een verder welvaren van de bevolking van Flakkee zal mogen dienstbaar zijn. (Applaus.)

Daarna ging het gezelschap aan tafel, die door de heer Kaptein (Hotel Meijer) prima was verzorgd en waarbij het personeel voor een uitstekende bediening zorgde. Een telegram van erkentelijkheid werd aan de voormalige directeur te Djakarta verzonden. Meerdere gelukwensen werden nog geuit, waarna de Voorzitter met dank voor de aanwezigheid, de bijeenkomst sloot.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen