De voorzomer doet het best
Iets over hst ontstaan van „warmte-onweders"
Wij hebben tot op heden, wat de voorzomer betreft, niet te klagen. Op verschillende stations in het midden oosten en zuiden van ons land werden zelfs al 4 z.g. tropische dagen (dagen met een maximum temperatuur van 30 gr C of meer) waargenomen, terwijl er normaal op deze stations in een gehele zomer ook niet meer dan 4 of 5 van dergelijke dagen worden genoteerd.
Ook deze week begon al weer met vrij warm zomerweer maar het was van een heel ander karakter dan dat van de vorige week. Dit tengevolge van een zgn. vlakke luchtdrukverdeling over onze omgeving, waarin zich in de zomermaanden veelal tal van onweersbuien ontwikkelen als gevolg van de onstabiliteit der lucht. Het is nl. zeer warm in de onderste luchtlagen en vrij koud in de hogere. Een dergelijk groot verticaal temperatuursverschil wordt onstabiel genoemd, dat wil zeggen dat de lucht bij elke 100 meter stijging meer dan normaal kouder wordt. Een dergelijke situatie is zeer geschikt voor het (vooral in de middag, wanneer de temperatuur aan de grond tot zaer hoge waarden is opgelopen) tot ontwikkeling komen van de zgn. „warmte-onweders". Wij onderscheiden nl. drie verschillende types van onweders en wel: „Warmteonweders", „Pront-onweders" en in de herfst en winter de zgn. „Storm-onweders." Het belangrijkste verschil tussen de beide eerstgenoemde is wel, dat -het weer ng. een warmte-onweder met omslaat maar warm en mooi blijft, terwql er na een frönt-onweder in vrijwel de meeste gevallen een periode van koel en onbestending weer volgt.
Voor het K.N.M.I. in De Bilt, alsook voor de amateur, Is het gemakkelijker een front-onweder tijdig te voorspellen dan een warmte-onweder, daar het eerst genoemde op de weerkaarten met een duidelijk koudefront gepaard gaat en vrijwel overal langs het front regen en onweer veroorzaakt. Wij willen hier nog eens nader op terugkomen, om ons nu alleen even bij de warmte-onweders te bepalen. Deze zijn over het algemeen de zwaarste en kimnen soms met hagel en windhozen gepaard gaan. Zg ontstaan door oververhitting van de lucht, bv. boven zandvlakten en vooral Noord- Frankrijk en ook Brabant en de Veluwe ziJn gunstige gebieden voor het ontwikkelen van een warmte-onweder. Het komt voor, dat er 's-middags om vier uur nog nergens onweer voorkomt, maar plotseling komen er hier en daar wat onweerswolken met bloemkoolachtige koppen tot ontwikkeling en ruim een uur daarna valt de eerste regen en worden de eerste donderslagen al gehoord. Het is dan ook onmogelijk om een warmte-onweder vooruit te voorspellen. Het K.N.M.I. geeft in dergelijke gevallen in het weerbericht dan ook alleen bv. „In de middag en avond KANS op onweer." Deze kans op onweer is dan gebaseerd op de toestand en verticale opbouw van de lucht, welke gegevens met de bekende radiosonde (waarover wij U in het vorige artikel al iets schreven) worden verkregen. Warmte-onweders kunnen dus juist langs Uw omgeving voorbij trekken,... maar er is een even grote kans, dat zij juist daar heel wat schade aanrichten. Maar de volgende dag wordt het weer warm en ook dan kunnen deze onweders weer optreden.
Een dergelijke periode kan soms vele dagen aanhouden. Ook gedurende een groot deel van deze week zal dat geval ^n. het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 juni 1950
Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's