De noodzaak van voorlichting bij beroepskeuze
Het probleem van de voorlichting bij beroepskeuze is niet zo eenvoudig als men het zich vaak voorstelt. Met de populaire definitie „het brengen van de juiste man (of vrouw) op de juiste plaats" is de kom van dit vraagstuk geensziri'» gei-aakt. Het heeft zeer vele aspfcten, zovele zelfs, dat twee' lange congresiilagen nog lang niet voldoende zijm om ze alle te belichten. En toch is het goed en nuttig enkele kanttekeningen te maken naar aanleiding van een congres over de beroepsvoorlichting, dat jl. in TJ[treeht werd gehouden. Want het moet langzamerhand toch zó worden dat iedereen overtuigd raakt van do noodzaak van een deskundige co verantwoorde beroepskeuzevoorlichting.
Het kiezen van een beroep is voor jonge mannen een daad van de allergrootste betekenis, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor hun toekomstig gezin. De kern van het vraagstuk der beroepskeuzevoorlichting — zo di'ukte Prof. Dr J. Waterink van de Vrije Universiteit te Amsterdam het uit — is de vraag in hoeverre de betrokken jonge mens zichzelf met zijn gaven tot uitdrukking kan brengen bij zijn dagelijks werk en de vraag hoe hij zich sociaal zal aanpassen en welke bijdrage hij zal leveren aan het gemeenschapsloven van zijn kring en van zijn volk. Want ook voor de gehele economische structuur van een volk is het noodzakelijk dat een mens alle aanleg, die hij bezit, zo nuttig mogelijk gebruikt. De nationale economie kan het niet verdragen, dat door verkeerde beroepskeuze voel mensen slechts een deel van hun gaven gebruiken op economisch verantwoorde wijze. Alleen reeds hieruit blijkt, dat hol kiezen van een beroep een té gewichtige zaak is om te worden overgelaten aan min of meer toevallige omstandigheden, zoals in de practijk zo vaak gebeurt. Maar behalve gewichtig is de beroeps keuze ook een uiterst moeilijke zaak. De Nederlandse taal kent zo ongeveer 30.000 beroepstaenamingen.
Vele van die benamingen hebben natuurlijk betrekking op hetzelfde beroep, maar het aantal verschillende beroepen bedraagt thans toch circa 5000. Voor hoe langer hoe meer beroepen is een specifieke aanleg vereist. En juist daardoor is het voor jeugdige personen en voor hun ouders practisch onmogelijk om uit te maken op welke plaats in het leven zij het beste nuttig kunnen zijn.
Evenmin is het voor mdividuele mensen mogelijk te weten welke mogelijkheden er zijn, of een bepaald beroep vooruitzichten biedt, of een bepaalde werkkring of functie de jonge man of jonge vrouw de g-elegenheid zal bieden om zich in zijn of haar werk uit te leven, m.a.w. of hij of zij zichzelf in dat werk zal kunnen terugvinden met hot oog op de eigen persoonlijkheidsvorming en karakterontplooiing. Bovendien is er nog de factor van de ai'beidsmarkt. Het is principieel onjuist zich bij het geven van een advies bij beroepskeuze alléén te laten leiden door de sitiiatie op de arbeidsmarkt, dus bijvoorbeeld door een grote behoefte aan werknemers in bepaalde beroepen, want het beroepskeuze-advies is in de eerste plaats een dienst die wordt bewezen in het belang van de jonge man of jonge vrouw zélf. Maar bij het geven van zulk een advies moet toch de adviseur van geval tot geval nagaan tot op welke hoogte hij met de bestaande en te verwachten werkgelegenheid rekening mag houden.
De taak van de beroepskeuze-adviseur kan dus als volgt worden omschreven: de persoon in kwestie te brengen tot de grootst mogelijke geestelijke ontplooiing en materiële welvaart en tevens het maatschappelijk belang te dienen. iDe middelen die een adviseur bij het uitvoeren van die taak ten dienste staan, zijn: Het verzamelen van allerlei gegevens over de candidaat, te verstrekken door hemzelf, door zijn ouders of verzorgers en door de school die hij be zocht en bovendien het psychotchnisch onderzoek. Uit deze gegevens vormt de adviseur zich eei^ beeld van de persoonlijkheid van de betrokkene. Pas als dit beeld voltooid is, wordt het als het ware geprojecteerd tegen de sociaal-economische achtergrond, d.w.z.: het beroepsleven en de mogelijkheden. Daarvoor is nodig, dat de broepskeuze-adviseur uitgebreid gedocumenteerd is over beroepen, opleidingen, arbeidsmarkt, promotiekansen, enzovoorts. Bovendien dient hij rekening te houden met'de financiële toestand van de^ ouders of van de candidaat, met de mogelijkheid van studiebeurzen, met de offers die redelijkerwijs gevraagd kunnen worden, met het standsbewustzijn enzovoorts.
In Nederland wordt op het gebied der beroepskeuzevoorlichting goed werk gedaan door particuliere en gemeentelijke bureaux, terwijl sinds 1941 ook het Rijk zich in de gewestelijke arbcidsbureaux met deze taak bezig houdt. Er bestaan in ons land drie grote organisaties op dit gebied, die met elkaar samenwerken in en overkoepeld worden door het ,,Centraal Genootschap": nl. de „Vereniging tot bevordering der voorlichting bij beroepskeuze", de „Centrale voor R.K. Beroepskeuzevoorlichting" en de ,,Christelijke Psychologische Centrale voor School en Beroep". Zij deden in de afgelopen jaren veel en nuttig werk en zij zullen nóg meer kunnen gaan presteren, wanneer de overheid er eindelijk toe zal besluiten hun streven financieel te stemaen.
Van onze adverteerders
EEN NIEUWE UITVINDING OP WASMACHINE GEBIED
Van Flakkee is wel eens gezegd dat het een achterlijk land is. We denken dan maar aan de memorie van Toelichting op het wetsontwerp tot samenwerking van gemeenten. Toch is het opmerkelijk dat in dat „achterlijke" land de laatste tijd veel practische uitvindingen werden gedaan.
Zo het op het gebied van uien-afstaartmacnines, ploegen e.d., en wat we thans weer te zien kregen was oen nieuwe vinding op gebied van wasmachines. Het is de firma. C. de Mooij Voorstraat te Middelhaniis, na tal van experimenten gelukt een wasmachine te construeren, die zó eenvoudig- en bovendien aan zóveel eisen voldoet, dat er met recht van gezegd kan worden dat het „het ei van C o l u m b u s " is. Deze wasmachine levert de waskracht die nodig is om het vuilste wasgoed volkomen schoon te wassen met één sopje. In de reeds bestaande wasmachines wordt het wasgoed door het water heen en weer gespoeld, maar in deze baby-wasmachine is het juist andersom: hierin wordt het vette sop door het goed heengeslagen, wat dus het voordeel heeft dat het doorslaande water het vuil uit het wasgoed oplost en afvoert. Vandaar misschien dat de naam „Branding" er voor gekozen is. U kent toch de kracht van de branding van de zee? Bovendien heeft deze practische wasmachine de volgende eigenschappen: uitmuntend geschikt voor de baby-was, voor het kleine gezin, het wassen zowel van vieze ketelpakken als van de fijne was (kousen vitrage enz.) kortom voor wassing van ieder denkbaar stuk wasgoed. De extra voordelen zijn: gering waterverbruik, neemt kleine plaats in, draait zeldzaam licht, behoeft nooit gesmeerd te worden, nooit geen repai'atie, tenvijl slijtage van wasgoed is uitgesloten.
Binnenkort zal deze baby wasmachine, alom in het land te koop zijn. Van de vinding is octrooi aangevraagd. Wat de huisvrouwen nog wel bijzonder interesseren zal is, dat deze Babymachmo bijzonder goedkoop is en door ieder kan worden aangeschaft. De prijs is ƒ 38 50. -O-
Mutaties handelsregister
Wijzigingen: P. C. van Eek, timmerbedrijf, Dirksland, Voorstraat 181. Uitgetreden eigenaar: P. C. van Eek. Nieuwe eigenaar: F. Biesheuvel. Naam gewijzigd in: F. Biesheuvel.
Firma J. Both en Zoon, Middelharnis, Voorstraat A 242, het exploiteren van lijn- en bodediensten, alsmede verhuizingen en het slijten van brandstoffen in de ruimste zin van het woord. Zaak-omgezet in een vennootschap onder firma. Vennoten: P. Both, C. van der Wende en C. Jongejan.
„EILANDEN-NÏEUWS" Het aangewezen Blad voor Uvv" Familie-berichten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 mei 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's