Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Indien niet - Maar nu!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indien niet - Maar nu!

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Indien Christus niet opgewekt is, zo is onze prediking ijdel en ijdel is ook uw geloof; Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden en is de eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn." (1 Corinthe 15 : 14 en 20.)

Indien Christus niet opgewekt is dan is het verloren, verloren voor tijd en eeuwigheid!

Maar nu Christus Is opgewekt idt de doden en Is de eersteling geworden dergenen, idie ontslapen z^jn.

Horen wij hierin niet de jubel der opstanding? Uit de geopende groeve in Jozefs hof valt het Paaslicht over 't leven van de sterveling. Christus is opgewekt.

Dat is de daad die God deed in de prille Paasochtend. God de Vader wekte Jezus uit de doden op. Het zegel zette Hij op Jezus werk van Goede Vrijdag. Het Amen Gods op Jezus woord aan 't kruis gesproken: „Het is volbracht!" Nu is et geen verdoemenis voor de

Nu is et geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, d.w.z. die door 't geloof met Hem één geworden zijn.

Nu is de prediking niet fidel! Wij prediken Christus, gestorven om onze zonden, en opgewekt om onze rechtvaardigmaklng.

En dat is het troostwoord voor alle schuldige zielen. Bg de Borg is raad voor verlegen zondaren en uitkomst uit de nood hurmer ziel. Want Christus is met de schuld der Zijnen beladen. Hij is dooi' het recht Gods geoordeeld. Doch in Zijn dood heeft de Borg dan ook het recht Gods ten volle betaald en de voor God geldende gerechtigheid verworven. Maar weet, die verworven gex­echtig

Maar weet, die verworven gex­echtigheid moet het in Christus vertegenwoordigde volk worden deelachtig gemaakt. Zij ligt daar niet voor het grijpen!

Een mens komt tot de gerechtigheid van Christus niet uit eigen beweging. Maar nu is Christus daartoe uit de dood verrezen, opdat Hij Zijn volle de door Zijn dood verworven gerechtigheid deelachtig make. Die deelachtigmaking gaat niet buiten het zieleleven om; de gerechtigheid van Christus wordt Ce onze door het geloof. Het geloof eigent ze toe, op grond van de voorafgaande toepassing door Christus in de wedergeboorte.

Daarom zal ook Uw geloof niet ydel zijn! Want voor het ware oprechte geloof is er op het Paasfeest des harten, een omhelzen en aanvaarden van de Opgestane. Zalig zijn ze, die in Hem geloofd hebben en door dat geloof behoudenis hadden voor hun leven.

Hoe zalig dus, door het geloof, in vol zielsbewustzïjn de toegepaste gerechtigheid te omhelzen. Maar ach, wat is het daar dikwijls

Maar ach, wat is het daar dikwijls verre vandaan. Zozeer zelfs kan de geloofsomvatting worden gemist, dat bij de rechte kermis van de zonde, de levendgemaakte en voor God door Christus vrijgemaakte ziel, als een veroordeelde over de aarde loopt. Of zelfs, zo Christus Zich aan de zondaar openbaarde in Zijn voUe genoegdoening aan het recht Gods, dan nog blijft menigwerf de toeëigening des geloofs, zó zwak, dat het de ziel toeschijnt, alsof de schuld bij God nog open staat. Dan is het geloof te zwak om op Christus zich te verlaten; het steunen op eigen kracht is te groot, dan dat zfl door het geloof op Christus alleen steimen zou.

Daar juist ligt het voor vele zielen. Wtj zullen alles moeten verlaten om in Christus alleen de grond onzer zaligheid te hebben. Zo waar door de kracht des Heiligen Geestes wij ons leven mogen verliezen; wij afgesneden worden van onze levensbronnen en wij niet dan een verloren schepsel worden voor God, zal ook door het geloof onze ziele in Christus de volle zaligheid omvatten, en zal ook bij alle zonde­aankleving de toepassing van Christus gerechtigheid onze ziel verruimen en verblijden, Christus is opgewekt en daarom zullen zg dan ook niet verloren gaan, die door Christus geroepen zijn uit de dood, hoe groot hun vreze soms zrj! * • *

* • * Maar nu, Christus Is opgewekt uit de doden en is de eersteUng geworden dergenen, die ontslagen z^n!

Hij is de eersteling van de r^jke oogst. De eerste rijke schoof, binnengegaan in de hemelse heerlijkheid. Dat is profetie!

Dat is profetie! Want zo zal het met de ganse oogst gaan. Met die allen, die door een oprecht geloof Christus zijn ingeplant.

Zo zijn dus ook niet verloren die in Christus ontslapen z^n. En hetzij de ontslapenen liggen onder de koude zerk op de groene zode, of op de bodem der zee, of onder de zandheuvel op het slagveld, als die ure komt en de bazuin zal blazen, dan zullen de ontslapenen opwaken en de doden lichamelijk opgewekt worden en ziel en lichaam tezamen verbonden, zal in eeuwige heerlijkheid de Opstandingsvorst verheerlijken. Zalig, eeuwig zalig zijn ze, die in de Heere ontslapen. Uit hun vlees zullen zij God aanschouwen.

Is het dan geen rijke Paasboodschap: Christus is opgewekt?

Ware H\j niet opgestaan, de dood was bleven heersen. Dan zou geen Adamskind uit de slaap des doods kurmen uitgaan.

Maar nu roept de Overwinnaar van de dood de Zijnen uit het zonde­graf. Hjj kan zeggen: „Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend in aUe eeuwigheid." „Ik leef, en gij zult leven!"

O, wonder van genä! Van nature in de dood verzonkenen doet Hfl leven! Is dat wonder ook al aan U geschiedt,

Is dat wonder ook al aan U geschiedt, lezer ? Weet „indien gij dan met Christus op

Weet „indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen die boven zijn."

Met Hem opgestaan, moet ge ook met Hem leven tot een zalig eind van de reis door het Mesech dezer wereld. Als de ruiter op het vale paard neerlegt de duizenden op de slagvelden der aarde, die zonder Borg hun leven eindigen en hun ogen zullen opslaan, zijnde In de pijn, dan zal het stervensuur van Gods ware Sion daartegenover brengen een ontwaken in eeuwige zaligheid, want voor hen is de dood slechts een doorgang tot het leven. Gelukkigste dan van alle zielen, die

Gelukkigste dan van alle zielen, die Hem kennen in de kracht Zijner opstanding en met Hem leven ter ere Zijns Naams. Nu is niet tevergeefs uw bidden en

Nu is niet tevergeefs uw bidden en wachten, uw zuchten en wenen. Opgewekt, vertroost en verheerlijkt, zullen zij Hem eenmaal aanschouwen in heerlijkheid.

Dan zullen z^ altijd bij den Heere zijn! M. Ds N. de Jong

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 april 1950

Eilanden-Nieuws | 26 Pagina's

Indien niet - Maar nu!

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 april 1950

Eilanden-Nieuws | 26 Pagina's