Indien niet - Maar Nu!
„Indien Christus niot opgewekt is, zo is onze prediking ijdel en ijdel is ook uw geloof; Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden en is de eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn." (1 Corinthe 15 ; 14 en 20.)
Bij de opstanding van Jezus Christus staan wij voor een feit van wereldhistorische betekenis. Zij beheerst heel het leven der kerke Gods, het lot der mensheid en de toekomst der schepping. Met haar staat en valt heel het christendom. Met haar staat en valt de zaligheid Zijner gunstgenoten.
Indien Christus nu niet is opgewekt, zo is dan onze prediking ödel, zegt Paulus. IJdel, dat is zonder werkelijk bestaan
IJdel, dat is zonder werkelijk bestaande inhoud. Ja, want wat is de prediking van Christus door alle eeuwen heen anders dan een verkondiging van de genade Gods, van de gave des Heiligen Geestes, van de rochtvaardigmaking en de hope der heerlijkheid, alles uit kracht van de lichamelijke opstanding van Christus uit de doden? Wanneer dit niet waar is, is dan niet heel de prediking op een leugen gebouwd ? Dan is ze zonder inhoud, ydel!
Maar de apostel zegt: dan is ook ^del uw geloof!
Dan heeft het bedrog tot inhoud. Dan is er geen verzoening met God; want is Christus, de Borg, niet opgestaan, dan is dat een bewijs dat er niet voor de zonden aan Gods recht is voldaan. Dan hebt gij geen genade bij God. Dan is er geen vergeving van zonde. Dan is de schuld niet betaald. Dan is de dood niet overwonnen. Dan zijt gij nog in de macht des duivels.
Maar, niet alleen de prediking en het geloof is zonder uitwerking, óók met de prediker is het droevig gesteld. Wat is hij, die zou leren de opstanding van Christus, terwijl deze niet was geschied ? Niet anders dan een valse getuige!
Doch meer. Voor prediking en geloof blijft er niets over, maar ook onze zieletoestand lijdt er schade bij, want zo vervolgt Paulus: zo ziJt gynog in uwe zonden.
Dit schrijft Paulus aan de gelovigen te Corinthe, waaraan God grote dingen had gedaan. En nu mochten zij roemen in de verlossing die in Christus Jezus is. En in hen schrijft hij het aan allen die door Gods genade zijn wedergeboren tot een levende hoop op de zaligheid. Zo zijt gij nog in uwe zonden. Versta dit wel. Christus is gestorven in hunne zonden. Want Hij is voor de Zijnen tot zonde gemaakt. Maar heeft Hij zich nu uit de doden niet kunnen uitworstelen; heeft Hij niet het vermogen gehad, de volle prijs van het rantsoen te betalen; in één woord, heeft Hij de dood niet kunnen te niet doen, maar is Hij zelf in de dood gebleven; dan ligt Christus daar nog in hun zonden. Zo is er dan wel verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn. Ontzettend!
Dan is uw bekering slechts fantasie geweest. Dan zijt ge nog voortsnellend tot uw dood en uw oordeel.
En dat niet voor uzelf, o Sion Gods, maar ook voor al de doden, want zo z^jn ook verloren, die in Christus ontslapen zijn.
Tracht het U een ogenblik in te denken, zegt de apostel indien Christus niet opgewekt is, dan is het alles een dwaasheid, een ijdel niets, een vreselgk zelfbedrog, dan zyn ze allen, allen verloren. Dan is er geen triumferende kerk zonder Gods troon; geen wölke van getuigen boven de strijdende kerke Gods. Dan is de hemel ledig en de hel vol.
Rampzalig buiten de opstanding van Christus is het lot van de mens; van de levenden en van de stervenden. Wie verstaat niet, dat het zo is, als Christus niet is opgewekt? Dan is er voor een beest meer verwachting, dan voor een mens!
Ja, als we in dit leven alleen hopende zijn op Christus, dan zijn we de ellendigste van alle mensen.
Maar nu Christus Is opgewekt wit de doden! Hoort de Paasklokken luiden over de
Hoort de Paasklokken luiden over de wereld.
De Heere is waarlijk opgestaan. Boven deze donkere, gebroken, stervende wereld, die ligt onder de vloek der zonde, staat als een sterke triomfboog het evangelie van Jezus Christus. De ene voet van die boog rust in
De ene voet van die boog rust in Bethlehem en is gefundeerd in de nacht toen Jezus geboren werd. De andere voet staat gefundeerd op Golgotha toen Jezus stierf. En de gewelf-steen, die de boog formeert, is de opstanding van Jezus uit de doden. De Heere is waarlijk opgestaan!
De Heere is waarlijk opgestaan! Dus is de heerlijke verrijzenis van de Christus een bewijs Zijner gerechtigheid en een fundament des geloofs. Alleen, indien Hij waarlijk opgestaan
Alleen, indien Hij waarlijk opgestaan is naar Zijn menselijke natuur, is er een nieuwe mensheid voortgebracht en hope der verlossing. In de Christus verscheen die nieuwe mensheid en in de toebrenging van Zijn volk betrekt God de mens in Zijn recht om hem door de Heilige Geest te openbaren een nieuw leven in de Middelaar, aan Wien hij door een verborgen levensverband is verboden.
In deze openbaring der goddelijke genade ervaart de mens, de kracht van de verrezen Christus en verstaat het woord van de apostel: indien Christus niet is opgewekt, zo is uw geloof ijdel.
Alleen in de kracht van Christus' opstanding ligt de voorwaarde van de vernieuwing des gemoeds en de hope der opstanding tot heerlgkheid.
Zonder hartveranderende genade zijt gij nog in uw doodstaat, vervreemd van de keimis van Christus en van Zijn zaligen dienst en zal uw levenseinde U brengen tot een ontzettend oordeel, dat het graf volgt en de dood met zich brengt.
Rust dan niet, voor het leven in Christus U geopenbaard is tot zaligheid en gij in ware geloofsgemeenschap ook uw levende Zaligmaker moogt begroeten en ontmoeten!
De Heere is waarlijk opgestaan! (Wordt vervolgd.) M. Ds N. de Jong.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 april 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's