Het Achtste Leerjaar
Met ingang van 1 Januari 1950 is de leerverplichting uitgebreid tot acht jaar. Uitbreiding van leerplicht met een berooide schatkist, met een schuldenlast van vele milliarden en met een reeks van jaarlijkse begrotingstekorten. Terwijl langzaam, vanwege de ongunstige handelsbalans het nationaal vermogen afneemt. We leven met opgehouden hand, van
We leven met opgehouden hand, vanwege de steun die we van Amerika ontvangen.
In de hoop, dat we over twee jaar zo ongeveer op eigen benen kunnen staan. Terwijl we nu op de Amerikaanse krukken van de Marshall dollars overeind worden gehouden.
* * *
Plant die vergelijking eens over in het particuliere in het zakenleven. Iemand gebukt onder onbetaalbare schulden — jaarlijkse tekorten — afvloeiing van het bedrijfskapitaal — voortdurend lenend, in de hoop dat over een paar jaar zijn zaak zich zal kunnen bedruipen. Zo iemand doet op een gegeven ogenblik grote uitgaven, die hij niet betalen kan, door bv. zijn huis te verbouwen en te verfraaien. Iemand die zo handelde zou toch zeker beschouwd worden als geen reëel zakenman en zo iemand zou ongetwijfeld geraden worden „Wacht maar eens met verbouwen en verfraaien tot ge het betalen kunt.” Zeker zou men spreken dat zo iemand, boven zijn stand leeft.
* * *
De invoering van het achtste jaar kost vele millioenen. Uitbreiding van het onderwijscorps is met vele honderdtallen nodig. Aanschaffig van nieuwe leermiddelen bezwaart de openbare kassen van vele gemeenten met duizenden ^guldens.
En dat alles moet via de belasting komen uit de beurzen van de belastingbetalers. Beurzen, waarop de fiscus toch al in al te ruime mate een beroep moet doen. Sparen, waarvoor zoveel actie wordt
Sparen, waarvoor zoveel actie wordt gevoerd wordt zodoende nog minder mogelijk. De nodige kapitalen welke zo hoog nodig zijn om geinvesteerd te worden voor nieuwe fabrieken of voor uitbreiding van bestaande kunnen nog minder gefourneerd worden. Waarmede de kas om in 1952 het gat van de wegvloeiende guldens te stoppen weer minder wordt. Goed onderwijs is een volksbelang van de eerste grootte, niemand zal dat ontkennen, maar we moeten allereerst zien op het mogelijke. Te grote uitgaven voor onderwijs zijn in tijden van zo grote finaneiële moeilijkheden niet verantwoord. Ook hier past het niet om op te gro.te voet te leven.
* *’ *
Maar ook in andere opzichten is de invoering van het achtste leerjaar niet verantwoord. In de eerste plaats de geschikte onderwijzers voor het onderwijs in de zevende en achtste klasse zijn niet beschikbaar. Lokalen om de jeugd in op te vangen
Lokalen om de jeugd in op te vangen zijn niet aanwezig in vele gevallen. Wat echter nog groter bezwaar oplevert is het feit, dat geen geschikt en verantwoord onderwijs gegeven kan worden. Zes leerjaren op school is een logisch
Zes leerjaren op school is een logisch afgerond geheel. Die zijn te vullen met verantwoord onderwijs. Het zevende leerjaar met veel gejuich begroet is een mislukking gebleken. Geen behoorlijk verantwoorde stof is aanwezig om in dat leerjaar onderwezen te worden. Herhaling en uitbreiding, woorden, die insiders een glimlach ontlokken.
En nu daar bijvoegen een achtste leerjaar. Vele hoofden van scholen zitten met de handen in het haar. Ze weten niet hoe ze de leerlingen speciaal in het achtste leerjaar behoorlijk verantwoord onderwijs zullen geven. Herhaling en uitbreiding zal in vele gevallen uitkomst moeten brengen, door verschillende oorzaken. En ondertussen worden de schoolbanken gevuld door jongens en meisjes, wier ontwikkeling in allerlei opzichten voortschrijdt en die juist daardoor een voortdurende bron van moeilijkheden opleveren.
* * * *
Een nieuw schooltype wordt gedacht. Voortgezet Gewoon Lager Onderwijs, in verkorting met hoofdletters V.G.L.O. school.
Een schooltype waarmee geëxperimenteerd wordt maar waarover men het nog lang niet eens is.
Een tussending. Veel Specifieke meisjesvakken: handwerken, koken enz., maar waarom dan geen huishoudschool. Dat is toch de aangewezen school in die richting. Voor de jongens speciale vakken,
Voor de jongens speciale vakken, maar waarom dan geen nijverheidsonderwijs.
Tussendingen, waarmee men nog geen ervaring heeft. Die nog liggen op het gebied van proefnemingen en experimenten. Geen leerkrachten met ervaring in dit
Geen leerkrachten met ervaring in dit opzicht. Geen doorvoelde en doorgewerkte leerstof voor dit soort scholen. Tussendingen, half vlees, half vis zegt de man van de straat. En hij heeft gelijk.
Goed degelijk afgerond lager onderwijs. Daarop aansluitend vakscholen voor
Daarop aansluitend vakscholen voor ieder die wil en kan, dat is eis van de tijd, dat is altijd verantwoord, ook met een berooide schatkist.
Maar geen tussendingen, die niet doordacht zfjn die in geen enkel opzicht hun nut en bestaansrecht bewezen hebbben, maar die instituten zijn waarop de jeugd twee jaar wordt beziggehouden, zonder dat het echte opbouwende onderwijs van nijverheidsscholen hun gegeven kan worden.
* * *
De leerplicht wordt met een jaar verlengd. De leerstof verkeert nog in het stadium van proefnemingen. De onderwijzers moeten nog worden gevormd.
Scholen moeten nog worden gebouwd. En toch zet de Regering het achtste leerjaar door en wordt de leerplicht verlengd. Inplaats van dat men een en ander
Inplaats van dat men een en ander langzamerhand laat groeien < en alles deugdelijk voorbereid.
Beter ware geweest, dat men maatregelen had getroffen om het grote accres van de leerlingen van 1952 op te vangen. Veel lokalen moeten daarvoor nog worden gebouwd en daarvoor is geen geld. Veel onderwijzers zijn daarvoor nodig.
Dat is noodzakeiijk, dat is niet te keren. Om die kinderen behoorlijk op te vangen voor wat lokalen en onderwijzers aangaat daarvoor had de Regering maatregelen moeten nemen. Dat is een gebiedende eis der noodzakelijkheid.
* * *
Uitbreiding van leerplicht. Ook op het platteland. Daar moeten de leerlingen ook een jaar langer op school blijven. Terwijl vader en moeder er zo veel belang bij hebben dat ze van school kunnen. Ook op het platteland, waar de omstandigheden zo anders leggen dan in de stad. Waar er zo grote behoefte bestaat in de gezinnen der arbeiders. Zoveel arbeid geëigend voor jongens van 14 jaar. Uitbreiding van de leerplicht. Verzwaring van de dwang.
Hoe juist gezien van Ds Zandt om tegen deze uitbreiding van de leerplicht te stemmen.
Voor het platteland dubbel moeilijk te dragen. Zoveel arbeid kan worden verricht, uitbreiding van de gezinsinkomsten is vaak zo nodig. Speciaal in dure tijd. De ouders moe
Speciaal in dure tijd. De ouders moeten hun kinderen nog langer missen. En waarvoor? Omdat hun kinderen, omdat de Wet het voorschrijft, nog een jaar langer op de school bezig te worden gehouden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 maart 1950
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's