Nieuws uit Zeeland
Het zielen aantal nam in het afgelopen jaar af met 12.
POORTVLIET — Vorstverlet. In de week van 23 tot 28 Jan. jl. werden er te Poortvliet 59 personen ingeschreven in de overbruggingsregeling wegens vorstverlet. — In de zaal van dhr W. Gunter hield de Coöp. Kolenvereniging W.A. haar jaarvergadering. De Voorz. D. Quist opent met een welkomstwoord tot de 36 aanwezigen, het betreurend dat er van de 300 leden zo weinig belangstelling was. Hij deelde mede, dat de Bond gunstig heeft gewerkt en dat alle werkzaamheden zoals lossen en vervoer gun stig zijn verlopen. Turf is niet aanwezig daar de Bond deze met verlies van de hand zou moeten doen, cokes is er echter volop. Daarna werd de presentielijst voorgelezen en de notulen dopr de secretaris E. V. d, Vate. Deze werden zonder wijziging gbedgekeurd. De boekhouder M. Jansen deed rekening en verantwoording, waaruit bleek dat de ontvangsten in 1949 hadden bedragen ƒ 16589.10, uitgaven ƒ 16575.44, kasgeld ƒ 13.66. Het bezit der vereniging met inbegrip der aanwezige brandstoffen en waarde pakhuis en materiaal is thans ƒ 3159.50. Daarna volgde het jaarverslag van de boekhouder op rijm, welke bij het publiek zeer in de smaak viel. Hierna werd gestemd voor 2 bestuurs
Hierna werd gestemd voor 2 bestuurs leden wegens aftreding der heren P. J. Vroegop en P. J. van Houdt.
Beiden werden met resp. 33 en 34 stemmen herkozen en namen hun benoeming aan. Als plaatsvervangende bestuursleden werden herbenoemd de heren A. Murre en A. van Burgh. De commissie tot nazien der rekening 1950 werd samengesteld uit de heren A. Murre, C. M. Geuze en C. P. Bijl. Daarna deed de Voorz. D. Quist nog enige mededelingen omtrent de waterschade en toegekende vergoeding en stelde voor het salaris van de boekhouder voor 1950 vast te stellen op ƒ 500.—, hetgeen met alg. stemmen werd besloten.
De Voorz. deelde mede, dat in het pakhuis een grote hoeveelheid kolengruis is en dat getracht zal worden met gezamenlijke gemeenten dit te verkopen Daarna sluiting. In geestelijk opzicht zullen wij eerst Elia moeten kennen voor we van Elisa kunnen spreken. Nooit mag de prediking van een heilige en rechtvaardige God ontbreken. Die de schuldige geenszins onschuldig houdt. Met Calvijn moet dit de vraag zijn: ,,Hoe komt God aan Zijn eer?"
Tot de tekstverklaring komend zeide Ds Enkelaar, dat Jericho onder een vloek lag, de vervulling van de door Jozua profetisch uitgesproken Vloek. Want ondanks de vloek was Hiel toch overgegaan in Achabs dagen de stad te herbouwen. De vervloeking werd nog altijd 'bespeurd in het bittere water, dat Welde uit een daarbg gelegen bron. HïeVin is Jericho een treffend beeld van de wereld en haar bewoners. Ook wij zijn van nature kinderen des tooms, door de afval van God over ons gekomen. Al tracht de mens in eigen wijsheid en kracht die vloek te trotseren en in een zegen te veranderen het zal hem niet baten. De bouwmeesters van de vorst der duisternis werken hier aan mede, maar falen in hun pogingen. De bron moet veranderd worden. Zo is het ook op geestelijk gebied. Het zondige hart moet gereinigd worden door Woord en Geest; daarom moet gebeden worden. Elisa had een kostelijk geneesmiddel. In een nieuwe schaal, door niemand ooit gebruikt, moet hem zout gebracht worden. De mens moet er volkomen buiten vallen en daarom een nieuwe schaal, het nieuwe afbeeldend, dat God alleen waken kan.
Dat zout werd in de waterwei geworpen, opdat het water zoet zou worden. Hier geschiedt iets bovennatuurlijks. Zout maakt water en land onbruikbaar. Oudtijds werden verwoeste vijandelijke steden zelfs met zout bestrooid, om ze onder het oordeel te besluiten. Zo spreekt het zout van het oordeel Gods over de zonde. Maar anderzijds heeft het een bederfwerende kracht. Het zout is een beeld van het zuivere Woord Gods, dat wel doodt, maar door te doden het leven wekt. In de volle zin des woords is Christus het levenwekkende zout. In Hem zijn de vredegedachten Gods verwerkelijkt. Hij is ook de inhoud van het geopenbaarde Woord. Tot zonde gemaakt zijnde en Zich aan de vloek onderworpen hebbende, heeft Hij reine wateren doen ontspringen tegen de zonde en de ongerechtigheid. Want zout beeldt zeer treffend de persoon van de Zaligmaker af, omdat het zijn heilzame wending slechts uitoefent als het zelf wordt opgelost. Zo heeft de Heere Jezus zich zelf prijsgegeven, om Zijn volk te verlossen en te zaligen. Elisa wierp het zout in de waterwei. Zo heeft iedere Dienaar steeds maar het zout des Woords uit te strooien in Wet en Evangelie. Dat bijtend zout veroordeelt de mens, steeds opnieuw maar het is ook genezend werkzaam. Die bijtende kracht van dat Woord zult gij moeten kennen en ervaren in Uw eigen leven om ook de genezende kracht te ondervinden. Zo wordt men gerechtvaardigd uit het geloof in Christus en Die gekruist. Overal in Jericho werden de wateren gezond en vruchtbaarheid gevonden. Ook op geestelijk gebied zullen er vruchten rijpen waar het Woord des Heeren ingang vindt in het hart. ,De oorzaak van veel onvruchtbaarheid ligt hierin, dat het zuivere zout des Woords door velen niet wordt gebracht en begeerd. De Heere roept ons echter toe: „Hebt zout in Uzelve. Men verwacht het vaak van een Herder en Leraar en zien uit naar de sterke man. We zullen het echter biddend van de Heere moeten verwachten.
Het Woord des Heeren moet gekend worden in Zijn dubbele kracht als een Woord, dat U doodt in Uzelf en U levend maakt in Christus Jezus. Als ge het Woord zo kent, dan hebt ge de enige troost in leven en in sterven, door de Heiland der wereld. En dan zal de Heere alleen de ere
En dan zal de Heere alleen de ere worden gegeven voor de verlossing, want zo zegt de Heere: „Ik heb dit water gezond gemaakt, er zal geen dood of onvruchtbaarheid meer van worden. Na de prediking richtte Ds Enkelaar
Na de prediking richtte Ds Enkelaar nog enige woorden tot verschillende personen. Allereerst tot de consulent Ds de Lint; voor de bevestiging en de wijze, waarop hij hem was tegemoet getreden sprak hij zijn dank uit.
Tot de ringcoUega's zich wendend, sprak hij de wens uit dat men te samen eendrachtig opbouwend zou mogen arbeiden in de ring Tholen.
De kerkeraad werd dank gebracht voor het in hem gestelde vertrouwen, een beroep werd op hem gedaan, in broederlijke geest tot heil der gemeente te mogen samenwerken.
Kerkvoogden en Notabelen, inzonderheid de pres. kerkvoogd dhr Nortier werd dank gebracht voor alle hulp en bereidwilligheid de overkomst zo aangenaam mogelijk te maken. Verder werden toegesproken de koster, organist, de Burgemeester, onderwijzend personeel, de Christelijke verenigingen, catechisanten. Op de laatste werd een beroep gedaan om het onderwijs der kerk zo getrouw mogelijk te volgen en de ouders gewezen op hun roeping op alle mogelijke wijze mede te werken, Tenslotte beval Ds Enkelaar zich zelf
Tenslotte beval Ds Enkelaar zich zelf en zijn gezin aan in de liefde en vriendschap der gemeente en bad allen 's Heeren zegen toe. Toespraken volgden nog van Ds de
Toespraken volgden nog van Ds de Bres, als wnd. praetor van de ring Tholen, Ouderling C. Goedegebuure namens kerkeraad en gemeente; Ds de Lint als bevestiger, mede namens de classis Zierikzee. Op zijn verzoek zong de gemeente haar nieuwe leraar toe Ps. 119 : 9 (gewijzigd.)
Verder voerden nog het woord de pros, kerkvoogd, dhr J. "A. Nörtier en Burgemeester L. A. Verburg.
Allen richtten woorden, van .welkom tot Ds Enkelaar en spraken de wens uit dat s' Heeren zegen op zijn arbeid mocht rusten.
Ds Eflkelaar dankte tenslotte, voor de tot hem gerichte woorden en legde daarna de Apostolische zegenbede op de gemeente. Paul Krugeirs Bijbel
Paul Krugeirs Bijbel
Toen Paul Kruger in 1864 commandantgeneraal van de Zuidafrikaanse republiek werd, kreeg hij een^ Nederlandse Statenbijbel, gedrukt bij Hendrick en Jacob Keur te Dordrecht en .uitgegeven in 1686, ten geschenke. In 1902 werd deze Bijbel door enige manschappen van de ,,First Sherwood Foresters" gevonden bij Rustenburg (Transvaal) tijdens een actie tegen de kaffers. Hij kwam tenslotte terecht inn de bibliotheek van Lord Harmsworth te Londen. Toen Lord Harmsworth in 1936 stierf, begon men met de liquidatie van de biblotheek en door een bijzonder toeval slaagde de Amsterdamse antiquair B. M. Israël er in, de Bijbel te .kopen. Het boek is nog in goede staat en op'
Het boek is nog in goede staat en op' de schutbladen voor en achter vindt men talrijke notities van Paul Kruger, die er blijk van geven welk een goed Bijbellezer hij was. Op het achterschutblad vindt men ook het door zijn zoon Pieter met de hand geschreven familieregister. Tussen de bladen zelf bevinden zich enkele aan Paul Kruger gerichte brieven, benevens een deel van een oude, in Zuid Afrika gedrukte, Nederlandse schoolgrammatica. Hierin staat een avontuurlijke vertelling over een gevecht met een leeuw en men neemt aan, dat Paul Kruger juist dit verhaal zo goed heeft bewaard, omdat hij zelf — zoals in een van zijn biographieiën vermeld is — een dergelijk avontuur heeft beleefd. De heer Israël exposeert de Bijbel in zijn boekhandel in de hoofdstad tezamen met een aantal andere boeken over het leven van Paul Kruger.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 februari 1950
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 februari 1950
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's